100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting voedingsmiddelenleer

Rating
-
Sold
5
Pages
51
Uploaded on
23-11-2020
Written in
2019/2020

samenvatting cursus voedingsmiddelenleer en bijhorende ppt's

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 23, 2020
Number of pages
51
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

voedingsmiddelenleer




Verteerbare koolhydraten:
-suikers
- zetmeel


meervoudig onverteerbare
vetzuren:
- omega 3
- omega 6
- linolzuur




 indeling en plaats voedingsmiddelen bepaald door het effect v. voedingsmiddel op gezondheid
 opsplitsing tussen voedingsmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong


Wat is de functie van voedingsmiddelen?
• voedingsmiddelen of nutriënten: specifieke bestanddelen van voedingsmiddelen die zorgen
voor de groei, weefselopbouw, het herstel en het in stand houden van onze lichaamsfuncties
• biologische beschikbaarheid v/e voedingsstof: deel v/e voedingsstof dat wordt opgenomen
in het maagdarmkanaal en door het lichaam kan worden gebruikt
• de biologische activiteit van een voedingsstof: het effect dat de stof heeft in het lichaam

2 soorten voedingsstoffen:
- macronutriënten  komen in grote hoeveelheden voor ; g
dit zijn : eiwitten, koolhydraten, vetten, water, vezels
- micronutriënten  komen in kleine hoeveelheden voor; mg , µg
dit zijn : mineralen, vitaminen


Er zijn 7 groepen van essentiële voedingsstoffen
1) Eiwitten / proteïnen:  leveren energie
functie: onderhoud, herstel, de groei en de weerstand v/h lichaam
bestaan uit aminozuren  wanneer dit patroon veel lijkt op dit v menselijk lichaam= hoge
biologische waarde
- dierlijke eiwitten: hoge biologische waarde
- plantaardige eiwitten: lagere biologische waarde

,2) Koolhydraten/sachariden:  leveren energie
opgedeeld in 2 groepen:
• enkelvoudige koolhydraten/ monosachariden: bestaat uit 1 suikermolecule vb. glucose
• meervoudige koolhydraten; disachariden en polysachariden

3) Vetten / lipiden:  leveren energie
essentiële vetzuren: vetzuren die ons lichaam niet zelf kan aanmaken en moeten daarom
door voeding worden opgenomen
onderverdeling v vetten:
• verzadigde vetzuren: (=ongezond) vb. kaas
• enkelvoudige onverzadigde vetzuren: (=gezond) vb. avocado
• meervoudig onverzadigde vetzuren: (=gezond) vb. omega 3 en omega 6 vetzuren
• cholesterol is een vetachtige stof die ook bij deze groep hoort; vb. krab: weinig vet, veel
cholesterol
 beste verhouding tussen vetten: 1-1-1

4) Vitamines
we maken een onderscheid naargelang oplosbaarheid:
• wateroplosbare vitamines : vitamine van de B en C groep
• vetoplosbare vitamines: vitamines van de A, D, E en K groep
• β- caroteen wordt ook pro-vitamine A genoemd wat in het lichaam omgezet wordt in
vitamine A
 vitamine C zit enkel in producten met veel water

5) Mineralen en sporenelementen (=oligoelementen): onmisbaar voor skelet, de groei, de
vervanging en de opbouw van weefsel
vb. calcium en fosfor (zorgen voor stevigheid vh bot) ijzer in voeding bestaat in 2 vormen:
• heemijzer : heem betekend bloed, ijzer gebonden aan bloed
• non-heem ijzer; voornamelijk in plantaardige voedingsmiddelen zijn niet gebonden aan
bloed en worden minder goed opgenomen door ons lichaam

6) Voedingsvezels;
stoffen van plantaardige oorsprong die niet worden verteerd door de mens
ze werken preventief tegen bepaalde welvaartsziekten vb. obstipatie, hart-en vaatziekten, …
ze helpen ook bij het goed functioneren vh maag-darmkanaal

7) Water;
is het hoofdbestanddeel van ons lichaam
 zorgt voor een vlot verloop van alle biochemische processen in het lichaam

granen
 Tot deze groep behoren: tarwe, rogge, gerst, haver, rijst, maïs en gierst
ook boekweit en quinoa rekent men tot de granen hoewel deze plantkundig tot een andere
groep behoren , dit zijn PSEUDOGRANEN

,Samenstelling en voedingswaarde
de gemiddelde samenstelling van granen, uitgedrukt in % geeft de volgende waarden:
* macronutriënten:
- water: 13 %  laag gehalte zorgt voor lange houdbaarheid; schimmels etc hebben water
nodig
- eiwitten: 8 – 12 %  een groot deel van de aanwezige eiwitten in tarwe, gerst en rogge
zijn gluten
 dit zijn kleefeiwitten en zijn van belang in de broodbereiding (gluten=elasticiteit)
- vetten : 1,5 – 4 %  komen voor meer dan de helft voor onder de vorm van meervoudig
onverzadigde vetzuren  deze vetten zijn zeer oxideerbaar
- koolhydraten: 60 – 70 %  onder de vorm van zetmeel
zetmeel bestaat uit 2 polysachariden: amylose en amylopectine
- voedingsvezel  is afhankelijk van de bewerkingsgraad
het gehalte is hoog bij weinig bewerkte producten  = ongeraffineerde / volkoren
producten
volle rijst = volkoren rijst = zilvervliesrijst = bruine rijst
witte rijst = gepelde rijst

, * micronutriënten:
- mineralen: rijk aan fosfor en non-heem ijzer maar arm aan calcium
- vitaminen;
• vetoplosbare: provitamine A of β- caroteen in maïs en gierst, vitamine E in
ongeraffineerde producten
• wateroplosbare: verschillende vitaminen in het B-complex

Bewerkingen van graan
* gepeld graan: de zemel is van de korrel verwijderd  verkort de kooktijd en verhoogd
verteerbaarheid vb. witte rijst

* gebroken graan (grutten) : verkrijgbaar in verschillende groftes vb. bulgur

* graanvlokken: graan stomen en pletten  kunnen ongekookt gegeten worden vb. muesli

* gemout graan: mouten is het kiemen van graan voor de bereiding v whisky en bier
 voornamelijk gerst

* griesmeel: grof gemalen graankorrel verkrijgbaar in diverse groftes  wordt voornamelijk gemaakt
van tarwe, rijst en maïs

* gemalen graan: meel en bloem; het graan wordt fijn vermalen door het graan fijn te stampen of te
malen adhv walsen
- uitmalingsgraad: graan kan in meer of mindere mate uitgemalen worden
 hoe lager de uitmalingsgraad: hoe meer er van het gemalen graan weggezeefd is, dus hoe fijner
en witter het bloem en hoe minder verschillende voedingsstoffen het meel of het bloem bevat
volkoren meel = 100% uitmaling

VERSCHIL MEEL EN BLOEM:
meel: wordt gemaakt van de hele korrel
bloem: als er tijdens het malen een gedeelte (zoals de kiemen en zemelen) verwijderd wordt


Schadelijke effecten
Stoffen van nature aanwezig in granen:
* fytinezuur: een zuur in ongeraffineerde producten dat calcium en ijzer bindt in de darm  enkel
schadelijk in grote hoeveelheden  zuur zit inde zemel van de graan
* gluteneiwitten in tarwe, rogge, gerst en (haver): kunnen overgevoeligheidsreacties opwekken bij
bepaalde personen (glutenintolerantie of coeliakie)

bederf:
* ergotoxine: mycotoxine in rogge, geproduceerd door een schimmel, dat ergotisme of moederkoorn
veroorzaakt (= een soort schimmel op graansoorten)
* bestrijdings- en grondontsmettingsmiddelen in en op granen


Tarwe (bevat gluten) (hoe meer gluten hoe harder de tarwe)
 Meest verbouwde graan ter wereld
$6.62
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lotteverhoeven1

Get to know the seller

Seller avatar
lotteverhoeven1 Thomas More Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
8
Member since
5 year
Number of followers
6
Documents
7
Last sold
1 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions