Partim DIDACTIEK (6 lessen) L1
Didactiek
Gebied dat zich toespitst op theorievorming en onderzoek met betrekking tot het
voorbereiden, uitvoeren en toetsen van instructie-activiteiten
Accent op het didactisch handelen van de instructieverantwoordelijke op microniveau
Didactisch handelen: verbaliseren, demonstreren, observeren, begeleiden, verbeteren,…
Microteaching!
Microniveau
= Interactie tussen de lerende (patiënten) en de instructieverantwoordelijke
Eindcompetenties
Inzicht hebben in het didactisch handelen
Beginsituaties binnen bewegingsbegeleiding analyseren
Verschillende leerstijlen beschrijven
Aangepaste didactische werkvormen selecteren
Inzicht hebben in een motivationele aanpak binnen bewegingsbegeleiding
1
, HOOFDSTUK 1 : De beginsituatie en doelen stellen
1 / DE BEGINSITUATIE
= alles dat je moet weten om je doelen te kunnen stellen o.b.v. de groep
waarmee je werkt!
(wie is je patiënt, wat kan die, ….)
Je kan uit de algemene doelen specifieke doelen gaan stellen.
Op het einde van je les hoort de beginsituatie anders te zijn! (want hebben tegen dan al
bijgeleerd!)
“Ieder onderwijsleerproces kent een vertrekpunt en een te realiseren doelstelling. Normaliter
bestaat er een kloof tussen dit doel en de beginsituatie van de leerlingen. Door middel van het
onderwijsleerproces wil men de kloof overbruggen.”
Beginsituatie DOEL
Onderwijsleerproces
Onderwijsleersituatie
1) Mens- en maatschappijbeeld
Als wij mensen maatschappijbeeld hebben waar dat het
eigenlijk heel normaal is dat ouderen zo veel mogelijk nog
zelfstandig gaan worden, gaat ook wel meespelen in de zaken
die jij als therapeut met die ouderen wil of moet gaan bereiken.
2) Algemene doelen
Bv. Ervoor zorgen dat een ouder persoon nog zelfstandig kan blijven wonen na een heupfractuur
3) Doelen
Bv. Werken aan evenwicht, kracht, lenigheid, … zodat het oudje kan blijven alleen wonen
ASPECTEN die de beginsituatie mede bepalen
Materiaal
Groepssfeer
Accommodatie
Groepsgrootte
Achtergrond / beperking leerlingen
Motivatie + zelfstandigheid
Leerstijl
Positie in de groep
2
,INDELING beginsituatie
1 / Indeling volgens middelen / tijd / mensen / ruimte
2 / Indeling volgens constante factoren / actuele gegevens van groep en van de
individuele kinderen
Constante factoren :
A) Lesgever
= Jouw kennen/kunnen als lesgever
Eigen kunnen (sterktes/zwaktes) / Pedagogische kwaliteiten / Organisatorische kwaliteiten /
Ervaring / onderwijsvisie / Leerstijl (zie verder) / …
B) Aard en samenstelling van de groep
Groepsgrootte / Leeftijd / Sociaal milieu / Belevingswereld / Buitenbeentjes / Leerstijl / …
C) Voorwaardenstructuur
= Structuur van wat je al dan niet gebruik kan maken
Concrete omgeving / Locatie / Accommodatie / Materiaal / EHBO
Actuele gegevens van de groep en van de individuele kinderen :
= Zaken die kunnen veranderen tijdens je lessenreeks
Motorische vaardigheden
Inspanningsmogelijkheden en draagkracht van de leerlingen
Plezier en motivatie
Medische gegevens
Kennis en inzicht van de leerinhouden
3
, Voorbeeld : toepassing kinderen met overgewicht
Aerobe activiteiten, grote spiergroepen, groot energieverbruik (loopspelen, dansen,
zwemmen)
Gewichtsdragende activiteiten vermijden bij zwaar overgewicht (bv. springen)
Krachtoefeningen om vetmassa om te zetten in spiermassa
Ademhalings- en houdingsoefeningen
Evenwichts- lenigheids- en coördinatieoefeningen
Nieuwe activiteiten Succesbeleving!!
2 / DOELSTELLINGEN EN WAARDE-ORIËNTERINGEN
= Gebeurt nadat de beginsituatie volledig in kaart gebracht is!
OPGELET : Plezier hebben is GEEN doel opzich !!!
Een doelstelling
̶ Een bewering, die vertelt wat van de lerende verwacht wordt, nadat hij
/zij met een goed resultaat de leerervaring heeft doorgemaakt.
̶ Een doelstelling is een beschrijving van een gedragspatroon (kwalitatief
/kwantitatief) dat de leerling moet kunnen tonen als hij /zij zegt de doelstelling te
hebben bereikt
Er bestaan verschillende VORMEN van doelen
Taakgerichte doelstelling
Prestatiegerichte doelstelling
Resultaatsdoelstelling
Opgelet :
De eerste 2 doelen zijn aan elkaar gelinkt! Ze hangen echt samen!
Je gaat een prestatie doel beter bereiken als je taakdoelen stelt!
4
Didactiek
Gebied dat zich toespitst op theorievorming en onderzoek met betrekking tot het
voorbereiden, uitvoeren en toetsen van instructie-activiteiten
Accent op het didactisch handelen van de instructieverantwoordelijke op microniveau
Didactisch handelen: verbaliseren, demonstreren, observeren, begeleiden, verbeteren,…
Microteaching!
Microniveau
= Interactie tussen de lerende (patiënten) en de instructieverantwoordelijke
Eindcompetenties
Inzicht hebben in het didactisch handelen
Beginsituaties binnen bewegingsbegeleiding analyseren
Verschillende leerstijlen beschrijven
Aangepaste didactische werkvormen selecteren
Inzicht hebben in een motivationele aanpak binnen bewegingsbegeleiding
1
, HOOFDSTUK 1 : De beginsituatie en doelen stellen
1 / DE BEGINSITUATIE
= alles dat je moet weten om je doelen te kunnen stellen o.b.v. de groep
waarmee je werkt!
(wie is je patiënt, wat kan die, ….)
Je kan uit de algemene doelen specifieke doelen gaan stellen.
Op het einde van je les hoort de beginsituatie anders te zijn! (want hebben tegen dan al
bijgeleerd!)
“Ieder onderwijsleerproces kent een vertrekpunt en een te realiseren doelstelling. Normaliter
bestaat er een kloof tussen dit doel en de beginsituatie van de leerlingen. Door middel van het
onderwijsleerproces wil men de kloof overbruggen.”
Beginsituatie DOEL
Onderwijsleerproces
Onderwijsleersituatie
1) Mens- en maatschappijbeeld
Als wij mensen maatschappijbeeld hebben waar dat het
eigenlijk heel normaal is dat ouderen zo veel mogelijk nog
zelfstandig gaan worden, gaat ook wel meespelen in de zaken
die jij als therapeut met die ouderen wil of moet gaan bereiken.
2) Algemene doelen
Bv. Ervoor zorgen dat een ouder persoon nog zelfstandig kan blijven wonen na een heupfractuur
3) Doelen
Bv. Werken aan evenwicht, kracht, lenigheid, … zodat het oudje kan blijven alleen wonen
ASPECTEN die de beginsituatie mede bepalen
Materiaal
Groepssfeer
Accommodatie
Groepsgrootte
Achtergrond / beperking leerlingen
Motivatie + zelfstandigheid
Leerstijl
Positie in de groep
2
,INDELING beginsituatie
1 / Indeling volgens middelen / tijd / mensen / ruimte
2 / Indeling volgens constante factoren / actuele gegevens van groep en van de
individuele kinderen
Constante factoren :
A) Lesgever
= Jouw kennen/kunnen als lesgever
Eigen kunnen (sterktes/zwaktes) / Pedagogische kwaliteiten / Organisatorische kwaliteiten /
Ervaring / onderwijsvisie / Leerstijl (zie verder) / …
B) Aard en samenstelling van de groep
Groepsgrootte / Leeftijd / Sociaal milieu / Belevingswereld / Buitenbeentjes / Leerstijl / …
C) Voorwaardenstructuur
= Structuur van wat je al dan niet gebruik kan maken
Concrete omgeving / Locatie / Accommodatie / Materiaal / EHBO
Actuele gegevens van de groep en van de individuele kinderen :
= Zaken die kunnen veranderen tijdens je lessenreeks
Motorische vaardigheden
Inspanningsmogelijkheden en draagkracht van de leerlingen
Plezier en motivatie
Medische gegevens
Kennis en inzicht van de leerinhouden
3
, Voorbeeld : toepassing kinderen met overgewicht
Aerobe activiteiten, grote spiergroepen, groot energieverbruik (loopspelen, dansen,
zwemmen)
Gewichtsdragende activiteiten vermijden bij zwaar overgewicht (bv. springen)
Krachtoefeningen om vetmassa om te zetten in spiermassa
Ademhalings- en houdingsoefeningen
Evenwichts- lenigheids- en coördinatieoefeningen
Nieuwe activiteiten Succesbeleving!!
2 / DOELSTELLINGEN EN WAARDE-ORIËNTERINGEN
= Gebeurt nadat de beginsituatie volledig in kaart gebracht is!
OPGELET : Plezier hebben is GEEN doel opzich !!!
Een doelstelling
̶ Een bewering, die vertelt wat van de lerende verwacht wordt, nadat hij
/zij met een goed resultaat de leerervaring heeft doorgemaakt.
̶ Een doelstelling is een beschrijving van een gedragspatroon (kwalitatief
/kwantitatief) dat de leerling moet kunnen tonen als hij /zij zegt de doelstelling te
hebben bereikt
Er bestaan verschillende VORMEN van doelen
Taakgerichte doelstelling
Prestatiegerichte doelstelling
Resultaatsdoelstelling
Opgelet :
De eerste 2 doelen zijn aan elkaar gelinkt! Ze hangen echt samen!
Je gaat een prestatie doel beter bereiken als je taakdoelen stelt!
4