100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Campbell biology, H13 t/m H21

Rating
3.0
(1)
Sold
17
Pages
23
Uploaded on
27-05-2014
Written in
2013/2014

Samenvatting van hoofdstuk 13 t/m 21 van Campbell biology, ook verkrijgbaar als onderdeel van een bundel met hoofdstukken 2 t/m 12.

Institution
Module









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
May 27, 2014
Number of pages
23
Written in
2013/2014
Type
Summary

Subjects

Content preview

H13 Meiosis and Sexual Life Cycles
Somatische cellen - alle cellen in de lichaam, behalve de gameten (en hun precursors).
Aseksuele voortplanting - nageslacht is exacte kopie van het organisme dat heeft gereproduceerd.
Organismen die aseksueel voortplanten maken dus klonen.
Homologe chromosomen - zelfde lengte, plaats van het centromeer en zelfde kleurpatroon.
Seks chromosomes - X en Y (bepalen geslacht).
Autosomes - de rest van de chromosomen.

Gameten zijn haploïde cellen (n = 23) en de somatische cellen zijn diploïd (2n = 46) en bevatten dus
twee sets chromosomen. Een zygote is wel weer diploïd.

Gameten worden gevormd door meiose, wat alleen voorkomt in de germ cells. Er zijn drie typen van
seksuele levenscycli.
Dieren: een zygote wordt door meiose opgedeeld in haploïde cellen (gameten), twee gameten
fuseren met elkaar en vormen weer een diploïde zygote.
Planten: de multicellulaire diploïde fase heet sporophyte (meiose hierin vormt spores, haploïde
cellen). Deze spores fuseren niet met een andere haploïde cel, zoals gameten, maar delen door
mitose, waarbij een multicellulaire haploïde fase ontstaat: gametophyte. Uit deze cellen ontstaan
door mitose weer gameten.
Meeste fungi en sommige algen: gameten fuseren en vormen een diploïde zygote, die door meiose
weer twee haploïde cellen vormt en door mitose weer eencellige afstammelingen of een
multicellulair haploïd organisme vormt.

Meiose I - scheiden van homologe chromosomen
Profase I
Chromosomen condenseren en homologen maken paren;
Synapsis (homologen worden verbonden door synaptonemal complex;
Crossing over (genetische herschikking tussen niet-zusterchromatiden);
Centrosomen bewegen, spindel wordt gevormd en de nucleaire envelope gefragmenteerd;
Microtubuli maken zich vast aan de kinetochoren -> naar metafase plaat.

Chiasmata - X-shaped gebieden bij homologe paren, op de plek waar cross over heeft
plaatsgevonden.

Metafase I
Chromosoomparen zijn gearrangeerd in de metafase plaat;
De chromatiden van de homologen zitten vast aan kinetochore microtubuli uit de beide polen.

Anafase I
Verbreken van de cohesines langs de chromatid armen, waarna homologen scheiden;
Sister chromatid cohesion blijft bestaan aan het centromeer (gaan samen naar pool).

Telofase I en cytokinese
Elke helft van de cel heeft nu een haploïde set chromosomen;
Er worden twee dochtercellen gevormd (cytokinese);
Chromosomen condenseren en een nucleaire envelope vormt.

Er vindt geen chromosoomduplicatie plaats tussen meiose I en II.

, Meiose II - scheiden van sister chromatids
Profase II
Er vormt een spindel;
De zusterchromatiden bewegen richting de metafase plaat II.

Metafase II
Chromosomen zijn in de metafase plaat zoals tijdens de mitose;
Door crossing over zijn de sisterchromatiden niet genetisch hetzelfde;
Kinetochores zijn verbonden door microtubuli aan de polen van de cel.

Anafase II
Cohesines worden verbroken;
Zusterchromatiden worden uit elkaar getrokken naar de polen toe.

Telofase II en cytokinese
Celkernen vormen, chromosomen condenseren;
Cytokinese;
Vier haploïde, genetisch verschillende dochtercellen.

Oorzaken van genetische variatie in het nageslacht
Onafhankelijke rangschikking
Er is 50% kans (tijdens metafase I) dat de chromosomen van de moeder in één dochtercel komen en
die van de vader in de andere dochtercel, waaruit beide weer twee dochtercellen ontstaan die alleen
informatie van de moeder óf vader bevatten. Het kan ook zijn dat de eerste twee dochtercellen
zowel chromosomen van de moeder als vader bevatten. Het aantal verschillende combinaties die
mogelijk zijn, is te berekenen met 2n, waar n het haploïde nummer van het organisme is.
Crossing over
Door crossing over ontstaan er recombinante chromosomen. Er worden dus chromosomen gevormd
die zowel genen va de moeder als van de vader dragen. Gemiddeld gebeuren er één tot drie cross
overs per chromosoompaar.
Willekeurige bevruchting
Bij de bevruchting zijn er 2n x 2n mogelijke combinaties, in het geval van mensen meer dan 70 biljoen
mogelijkheden.

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
8 year ago

3.0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
MirnaKlaassen Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
168
Member since
11 year
Number of followers
127
Documents
9
Last sold
9 months ago

3.4

27 reviews

5
4
4
8
3
10
2
4
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions