100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Volledige samenvatting Moleculaire genetica II

Rating
-
Sold
2
Pages
80
Uploaded on
11-08-2025
Written in
2024/2025

Dit is een volledige samenvatting van het onderdeel 'Moleculaire genetica II'. Met deze samenvatting haalde ik in 1ste zit een 18/20.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
August 11, 2025
Number of pages
80
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Moleculaire genetica II
H1 Genen in stambomen en populaties

Inleiding

Genetica als wetenschap is ontstaan met de experimenten van Gregor Mendel in de jaren 1860
 Kweek & kruisingsexperimenten met erwten
 Telde het aantal planten in elke generatie en de uiterlijke kenmerken ervan
o Leidde hieruit wiskundige regels af die zijn observaties konden verklaren

! Erfelijkheidspatronen bij de mens (en in alle diploïde organismen die een geslachtelijke voortplanting hebben) volgen
dezelfde wetten van Mendel

Mendel selecteerde kenmerken die bepaald werden door 1 gen (onbewust) → als hij kenmerken had gekozen die
t.h.v. meerdere loci zaten dan zouden de wetmatigheden niet kloppen

Termen

▪ Locus (loci) – allel
o 2 allelen t.h.v. een locus → kunnen t.h.v. de locus homo- of heterozygoot zijn
o Locus = plaats v/e gen op het genoom

▪ Genotype – fenotype
▪ Heterozygoot versus homozygoot
▪ Dominant versus recessief

Monogene versus multifactoriële overerving

Voor de meest eenvoudige genetische kenmerken wordt de aan- of afwezigheid ervan bepaald door het genotype
t.h.v. één locus/gen

! Veel v/d genetica complexer dan deze genetica

Mendeliaans kenmerk: één bepaald genotype t.h.v. één bepaalde locus is op zichzelf noodzakelijk en voldoende om
het kenmerk tot expressie te brengen (in de context v/e normale genetische achtergrond & omgeving)
 Kan men herkennen aan hun karakteristieke overervingspatronen in stambomen
 Meer dan 24.000 Mendeliaanse kenmerken bekend bij de mens
o Informatie over deze kenmerken, pathologisch of niet, vindt men in de OMIM database

De meeste menselijke genetische of deels-genetische kenmerken zijn NIET Mendeliaans, maar worden bepaald door
genen t.h.v. meerdere loci = multifactoriële kenmerken

1.1 Mendeliaanse overerving

5 Mendeliaanse overervingspatronen

1. Autosomaal dominant
2. Autosomaal recessief
3. X-linked dominant
4. X-linked recessief
5. Y-linked

! De overervingspatronen zijn het gevolg v/d manier waarop de chromosomen segregeren gedurende meiose

Een Mendeliaans kenmerk is dominant als het tot uiting komt in heterozygote dragers, anders is het kenmerk
recessief
1

,Dragers van één recessief allel zijn NIET ziek

Dominante kenmerken komen meestal voor in heterozygote dragers: uiterst zeldzaam komen homozygoten voor,
wanneer een kind geboren wordt van twee ouders met een dominante ziekte
 Deze homozygote dragers vertonen vaker (maar niet altijd) een veel agressievere vorm v/d ziekte

Mannen zijn hemizygoot voor loci op het X- of het Y-chromosoom omdat ze slechts één kopie v/h gen hebben
 Voor deze kenmerken spreekt men niet v/e dominant of recessief maar van een X of Y-gebonden kenmerk

Afspraken stamboom

▪ Generaties met Romeinse cijfers
▪ Binnen een generatie genummerd met Arabische cijfers
▪ Kinderen vaak van oud naar jong
▪ Ruit wanneer we het geslacht niet kennen OF niet willen specificiëren OF
iets als groep weergeven
▪ Consanguiniteit = bloedverwantschap

Algemene tips

▪ Stamboom met veel patiënten → wss dominant
▪ Stamboom met weinig patiënten → wss recessief
▪ Als je geen verschil ziet tussen beide geslachten is het wss autosomaal
▪ Leeftijd waarop iemand sterft kan ook informatief zijn!
▪ Aanvangsleeftijd bij Mendeliaanse overerving is vaak gelijkend

Autosomaal dominante overerving

Kenmerken autosomaal dominante overerving:

▪ Kinderen v/e zieke ouder hebben ½ kans om ziek te zijn WANT ouders zijn heterozygoot
o Kans heeft geen geheugen: elk kind heeft opnieuw 50% kans op de ziekte

▪ Een patiënt heeft meestal een zieke ouder
▪ Treft beide geslachten
▪ Wordt overgedragen door beide geslachten
▪ Er is ‘male-to-male’ transmission

Voorbeelden

▪ Ziekte van Alzheimer
▪ Ziekte van Huntington
▪ Ziekte van Parkinson
▪ …

! EXAMEN: niet weten welke ziektes hoe worden overgeërfd

Autosomaal recessieve overerving

Kenmerken autosomaal recessieve overerving:

▪ Treft beide geslachten
▪ Patiënten hebben meestal gezonde ouders
▪ Verhoogd voorkomen van consanguiniteit
▪ Kinderen hebben ¼ kans om ziek te zijn (25%)

Voorbeelden

▪ Ziekte van Parkinson Lus in stamboom = inbreeding loop
2

, ▪ Ziekte van Charcot-Marie-Tooth
▪ …

Inbred versus outbred populatie

Consanguiniteit in inbred populaties

Als 2 partners dragers zijn v/e zeldzame ziekte is dit vaak geen random mating → vaak bloedverwanten
 Komt voor bij geïsoleerde populaties, bv. omwille van geografische of religieuze redenen

Outbred populatie
= ‘normale’ populatie

Wanneer we te maken hebben met een genetische variatie die frequent voorkomt in de populatie, kunnen we ook in
een outbred populatie een recessieve aandoening observeren

Vb.: mucoviscidose → 1/25 is drager → kans dat 2 ouders een kind krijgen met muco is niet ondenkbaar

In een outbred populatie is de kans klein dat twee niet verwante ouders dezelfde recessieve mutatie dragen → twee
verschillende mutaties in hetzelfde gen zijn veel waarschijnlijker gezien de allelische heterogeniteit van veel
ziekten/genen
 Kinderen kunnen dan compound heterozygoot en ziek zijn = kind erft van elke ouder een andere variant van
hetzelfde gen

Conclusie: recessieve overerving ofwel bloedverwanten OFWEL overerving door frequent voorkomen


X-linked dominante overerving

Kenmerken X-linked dominante overerving:

▪ Treft beide geslachten
▪ Wordt overgedragen door beide geslachten
▪ Er is géén male-to-male transmission → belangrijkste verschil tussen autosomale en X-linked dominante
overerving!
o Vader geeft altijd zijn Y-chromosoom door aan de zoon

▪ Kinderen v/e zieke moeder hebben ½ kans (50%) om ziek te zijn
▪ Bij kinderen v/e zieke vader zijn alle dochters en géén zonen ziek
o WANT: vader geeft Y-chromosoom door aan de zonen en X-chromosoom aan de dochters

▪ Een patiënt heeft meestal een zieke ouder
▪ Vrouwen zijn vaak milder en meer variabel aangetast dan
mannen
o X-inactivatie zorgt dat vrouwen mozaïsche zijn
voor de ziekte
o Mannen ondergaan géén X-inactivatie

Voorbeelden

▪ Fragile X-syndroom
▪ …

! EXAMEN: wat is het herhalingsrisico voor persoon 4.9?

X-linked recessieve overerving

Kenmerken X-linked recessieve overerving:

3

, ▪ Treft vooral mannen
▪ Er is géén male-to-male transmission
▪ Een patiënt heeft meestal gezonde ouders
▪ Vrouwen kunnen ziek zijn als gevolg van ‘non-random X-inactivation’
o Per toeval 30%-70% verhouding i.p.v. 50%-50%

Voorbeelden

▪ Duchenne spierdystrofy
▪ …

! EXAMEN: wat is het herhalingsrisico voor persoon 4.6? → voor een vrouw 0 & man ½

X-inactivatie of X-lyonisatie

Herhaling ‘Moleculaire Genetica 1’

X-inactivatie of X-lyonisatie = een mechanisme dat ervoor zorgt dat mannen en vrouwen genetisch gebalanceerd zijn
voor X-gekoppelde genen

Omdat vrouwen XX en mannen XY op dezelfde manier normaal moeten kunnen ontwikkelen, ondanks dat
ze een verschillend aantal geslachtschromosomen hebben, wordt in zoogdieren de aanwezigheid van twee
X-chromosomen bij vrouwen gecompenseerd door het random inactiveren van één v/d twee X-
chromosomen in alle somatische cellen

Bij mannen blijft het enige X-chromosoom dan actief

X-lyonisatie vindt plaats zeer vroeg in de embryonale ontwikkeling: in het embryo zijn beide X-chromosomen actief
tot dag 10-20, waarop at random 1 X-chromosoom (maternale of paternale X) condenseert en een nucleaire inclusie
of Barr lichaampje vormt

 Eens een X-chromosoom geïnactiveerd is in een cel, zal deze cel dezelfde actieve X-chromosoom aan al haar
dochtercellen doorgeven (= klonaal)
 In de germline is er een re-activatie v/h X-chromosoom
o In de meiose zijn beide X-chromosomen actief in de oögenese

In interfase cellen is de geïnactiveerde X zichtbaar onder de microscoop als een Barr lichaampje

! Ongeacht het karyotype (vb. 45,X; of 47,XXY), behoud elke somatische cel slechts één actieve X

Gevolgen X-inactivatie

▪ Vrouwen die heterozygoot zijn voor een X-dominante aandoening hebben meestal een milder en meer
variabel fenotype dan mannen

▪ Vrouwelijke dragers v/e X-recessieve aandoening kunnen ook milde symptomen vertonen v/d ziekte

Mozaïsisme dooor X-inactivatie

Een mutatie op het X-chromosom veroorzaakt bij vrouwen lyonisatie mosaïsime: elke cel brengt of het normale of
het mutant allel tot expressie

Gezien de inactievatie at random gebeurd zal gemiddeld 50% v/d cellen de wild-type X en 50% de mutante X tot
expressie brengen
 X-gebonden dominante aandoening: vrouwen hebben een intermediair fenotype (gemiddeld 50% v/d cellen
brengt mutatie tot expressie t.o.v. 100% bij de mannen)



4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
hannahgastmans1 Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
31
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
13
Last sold
1 week ago

3.7

6 reviews

5
1
4
2
3
3
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions