STRAFRECHT
DEEL I. ALGEMENE ORIËNTATIE
HOOFDSTUK 1. Wat is strafrecht ?
Afdeling 1. Het verschijnsel « strafrecht »
Oorspronkelijke zin v strafrecht : werktuig om btnsporige en contraproduc<eve wraak onder controle te
brengen.
è « oog om oog, tand om tand » begrenst straffen en laat ze toe
Vergelding + preven<eve werking è straffen
Strafrecht = instrument v gedragsbeheersing. Het is geëvolueerd tot een gigna<sch ins<tuut v my ordening
en v sociale controle (instrumentele dimensie). Rechtsnormen leggen deze bevoegdheid echter meteen
ook aan banden (rechtsbeschermingsdimensie).
Afdeling 2. Het begrip “strafrecht”
- Het begrip is meerduidig (naargelang gekozen invalshoek)
- Strafrecht id ruime zin: geheel v rechtsregels die
o Bepalen onder elke vwden de OH vr gedragingen sancries kan opleggen en uitvoeren
o Omschrijven waaruit deze gedragingen en sanc<es bestaan
o Voorschrijven op welke manier de bevoegde instan<es hun recht om sanc<es op te leggen
en uit te voeren moeten uitoefenen.
o Het strafrecht id ruime zin omvat zowel materieel als formeel strafrecht
- Materieel strafrecht = geheel vd rechtsregels die beplen onder welke vwden handelingen als
misdrijven kunnen worden beschouwd, die bepalen met welke sancEes daarop gereageerd kan
worden en die de Ejdelijke toepassingssfeer vd normen vastleggen
o Wat straffen? + Hoe straffen? + Wanneer, wie, waar straffen?
o Belangrijkste bron: Strafwetboek
- Formeel strafrecht = geheel vd rechtsregels mbt vaststelling v misdrijven, opsporing, vervolging en
berechEng v personen die ervan verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd en de
rechtsregels mbt organisaEe enzo vd instellingen en organen die daarmee belast zijn.
o Peniten<air recht
o Belangrijkste bron: Wetboek v Strafvorderingen + andere
- Samenhang:
o Materieel en formeel strafrecht zijn nauw met elkaar verbonden
o Ze hebben allebei een wezenlijk beschermende func<e: vermijden v ongerechtvaardigd
Ohingrijpen.
o Ze vormen beiden ook een toela<ng, een legi<mering v Ohingrijpen.
HOOFDSTUK 2. CodificaEe
Afdeling 1. Het Belgisch Strafwetboek
J.J HAUS en J.S.G. NYPELS = belangrijkste architecten vh Sw.
Sw. Ziet de mens als homo economicus, die ra<oneel kan afwegen en vrij zijn gedrag kiest.
- Herziening 2016-1017: Potpourri II, III, IV en V
o In afwach<ng v hervormingen keurde wetgever de Potpourri-weaen goed.
o Potpourri II: minder procedures, snellere en goedkopere procedures
§ Alle misdaden kunnen voor correc<onele RB komen
§ Wijziging strafschalen voor wanbedrijven die resultaat zijn vd correc<onalisering
§ = veralgemeende correc<onaliseerbaarheid
o Potpourri III: hervorming internering v geesteszieken.
o Potpourri IV: wijziging rechtsposi<e v gede<neerden en toezicht op gevangenissen
o Potpourri V: werkte incoheren<es wdet
1
,Afdeling 2. Het Belgisch Wetboek van Strafvordering
- Strafrecht è automa<sch inbreuken op individuele rechten vd rechtsonderhorigen.
o Bescherming: regeling v bewijslevering en waarborgen v beklaagde in fasen onderzoek
- Accusatoire procedure: nadruk op waarborgen vh individu
o My neemt geen ini<a<ef, maar beschuldiging gebeurt dr slachtoffer ve misdrijf, waarmee
de aangeklaagde op gelijke voet staat.
o Rechter heeb rol v scheidsrechter
o Kenmerken v openbaarheid, tegenspraak en mondelinge karakter staan voorop
- Inquisitoire procedure
o My gaat via vertegenwoordiger vh gezag de vervolging en berech<ging behar<gen
o Vervolgde in ondergeschikte posi<e
o Rechter werkt ac<ef mee
o Procedure is schribelijk, geheim en niet-tegensprekelijk
- Gemengd systeem (= onze strafprocedure)
- Ontstaan
o Wetboek v strafvordering v 1808 = nog al<jd basis voor onze huidige regeling v
strafprocedure.
o Het werd wel ondertussen al paar keer gewijzigd en aangevuld.
o Wet 12 maart 1998 “tot verbetering vd strafrechtspleging ih stadium vh
opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek”.
§ 7 krachtlijnen
• Gedeeltelijke codifica<e v opsporingsonderzoek
• Omschrijving vd rol vd onderzoeksrechter
• Geheime karakter vh opsporingsonderzoek, gerechtelijk onderzoek
• Toezicht op regelma<gheid vd onderzoeksgerechten
• Versterkte gezag v procureur en v onderzoeksrechter over poli<e
• Verduidelijking v verplich<ngen en verantwoordelijkheden ih onderzoek
o Herziening 2011: OM meer slagkracht bij btngerechtelijke akandeling + regeling bijstand
advocaat.
HOOFDSTUK 3. Situering vh strafrecht tussen andere rechtsdisciplines
Afdeling 1. Autonomie vh strafrecht
- Hulprecht, maar ook autonomie è rela<eve autonomie
- In andere wetgeving staan ook straffen geformuleerd
§1. De funcEonele autonomie vh strafrecht
- Strafrecht is meer dan handhaving v normen in het burgerlijk, administra<ef, fiscaal of
handelsrecht.
o Strafrecht zelf heeb ook straffen die niet geregeld worden dr andere rechtstakken
§2. De conceptuele autonomie vh strafrecht
- Bepaalde begrippen hebben in het strafrecht een eigen betekenis (bv roerend/onroerend).
o Verantwoording: func<e vh strafrecht
§ Bescherming v fundamentele my waarden
§ Als strafrechter zou gebonden zijn door theorieën en begrippen uit andere
rechtsgebieden zou de efficiën<e v strafrecht dalen.
o Uitzonderingen: in uitzonderlijke gevallen moet de strafrechter bij interpreta<e v strafwet
kijken naar het burgerlijk recht (bv art 16 V.T.Sv.)
§3. Autonomie vh strafprocesrecht tav het gerechtelijk recht
2
, - Art 2. Ger.W. : regels Gerechtelijk Wetboek werken aanvullend voor geval strafprocesrecht niets
zegt.
Afdeling 2. Publiekrechtelijk karakter
- Strafrecht = publiek recht è burger — OH
o Zelfs al heeb misdrijf een par<culier belang geschaad, dan nog zal niet de benadeelde de
vervolgende par<j zijn, maar het OM dat optreedt names de gemeenschap.
§ Hij zal zich wel burgerlijke par<j kunnen stellen met oog op vergoeding vd geleden
schade, maar de verhouding tot dader blijb v privaatrechtelijke aard (?)
o Recht v openbare orde, dus afwijking onmogelijk
§ Elke OK die toepassing strafwet beperkt is nie<g (art 1131 en 1133 BW)
§ Niemand kan zich contractueel onarekken aan zijn strafrechtelijke AH of zich
rechtsgeldig verbinden om een misdrijf te plegen.
• Contract Huurmoordenaar = nie<g
§ Ook toestemming v slachtoffer ontneemt het wederrechtelijke karakter vd gedrag
niet.
HOOFDSTUK 4. Indelingen van het strafrecht
Afdeling 1. Algemeen en bijzonder strafrecht
- Algemeen: algemene regels v straraarheid
o Boek I Sw: ara 1 – 99 Sw.
o Complementaire strafweaen (= strafweaen die, zonder in het Wetboek te zijn ingevoegd,
worden geacht er logisch en integraal deel v uit te maken)
§ Bv Wet op Voorlopige Hechtenis; Wet op Huiszoekingen,…
- Bijzonder: hart vh strafrecht; regels inzake specifieke misdrijven
o Boek II Sw: ara 101 – 566 Sw.
o Bijzondere strafweaen
§ Men kan hierbnn enkele domeinen arakenen met rela<eve autonomie.
o Heeb evolu<e meegemaakt; zowel kwan<ta<ef als kwalita<ef.
o Vaak °bijzondere, afwijkende procedureregels
- Toepasselijkheid vd beginselen vh algemeen strafrecht op het bijzonder strafrecht
o Algemeen is v toepassing op Boek II behoudens andersluidende bepaling in Boek II
(bijz>alg; —> zo worden bepaalde misdrijven strenger bestrab dan in alg strafrecht).
o Algemeen is v toepassing op de bijzondere strafweaen maar drie uitzonderingen
§ Andersluidende bepaling
§ Hoofdstuk 7 Boek I niet v toepassing
§ Art 85 Sw alleen v toepassing als bijzondere wet dit uitdrukkelijk zegt
o Soms zeggen bijzondere weaen dat dit toch werkt
Afdeling 2. Buitenlands en internaSonaal strafrecht
- Buitenlands
o Bv als strafwet de vervolging in BE ve ih buitenland gepleegd misdrijf akankelijk stelt vd
straraarheid vh feit krachtens de wet vh land waar het wer gepleegd of gebruik v ih
buitenland verzameld bewijs toelaat op vwde dat het conform de plaatselijke wet is
vergaard.
o Art 3 Sw: vervolging en berech<ng vindt plaats ogv bepalingen in BE strafweaen.
§ Uitzondering: rechter moet buitenlandse rechtsregels betrekken in besluitvorming.
• Bv dubbele straraarstelling in beide landen voorwaarde voor bestraffing in BE
van ih buitenland gepleegde misdrijven soms.
- Interna<onaal
3
, o Strafrechtelijk interna<onaal recht vs interna<onaalrechtelijke strafrecht
o Drie types interna<onaal strafrecht
§ Materiëel interna<onaal strafrecht
• Straraarstelling v misdrijven op interna<onaal vlak (internaEonale
incriminaEe) (gedragingen)
• Oorspronkelijk als doel beteugeling v schendingen vd regels v IPR (genocide,
terrorisme,…)
§ Rechtsmachtsrecht
• Recht inzake bevoegdheid vd staten om het bereik en ruimtelijke geldingssfeer
v hun strafweaen te bepalen
• Beheerst door territorialiteitsbeginsel (art 3 Sw.)
o In aantal gevallen is BE strafrecht v toepassing btn het grondgebied
• Art 4 Sw. : extraterritoriale uitbreiding vd strafrechtelijke rechtsmacht als
uitzondering op de regel.
• Bv als Belg vlucht uit Italië terug nr België è BE recht
o <-> Eng. Levert Brit dan uit naar Italië
§ Interna<onale rechtshulp (proceduraal)
• Normen die mogelijk maken dat een staat zijn eigen strafaanspraken ook btn
zijn grondgebied kan realiseren zonder bevoegdheidsconflicten met een
andere staat maar, integendeel, met diens toestemming en medewerking.
• Primaire rechtshulp
o Ene staat draagt akandeling ve strafzaak geheel/gedeeltelijk over ae
andere staat waardoor forum vd akandeling vd strafzaak verschuib
§ Bv overname v strafvervolgingen
• Secundaire rechtshulp
o Ene staat biedt hulp bij afwikkeling ve strafrechtelijke procedure ie
andere staat.
§ Bv Leuvens onderzoeksrechter heeb indica<es dat geld op
Zwitserse rekening staat.
§ Bv Uitlevering
• Instrumenten: bilaterale en mul<laterale verdragen
DEEL II. DE STRAFWET
HOOFDSTUK 1. Het legaliteitsbeginsel
- = meest fundamentele beginsel in strafrecht
- Je kan niet spreken over een misdrijf of straf als die niet in de wet staat.
o Nullum crimen, nulla poena sine lege (geen misdrijf zonder wet en geen straf zonder wet)
- Grondweaelijk beginsel (art 12 en 14 Gw) en staat in de strafwet (art 2, lid 1 Sw) en ook
interna<onaal recht heeb het als mensenrecht uitgeroepen (art 7.1 EVRM).
- Dit is een vorm v rechtsbescherming: wortels liggen id reac<e op Ohwillekeur id strafrechtspleging
vh Ancien Regime.
o Oorsprong nauw verbonden met ontstaan en func<oneren vd democra<sche rechtsstaat
- Het fungeert ook als strafrechtspoli<ek ontradingsbeginsel in het materieel strafrecht.
o Moneat lex, priusquam punitur: de wet waarschuwt, vooraleer te straffen
- Voor wetgever vloeit hieruit de verplich<ng om de strafweaen duidelijk te maken en zekerheid te
scheppen over grenzen tss straraar en niet-straraar. (Lex certa-beginsel of precisiegebod)
- Voor strafrechter: verbod om iemand te veroordelen vr een gedraging die de wet niet als misdrijf
heeb omschreven.
- Het heeb gevolgen op drie zaken: bronnen, interpreta<e en werking id <jd
HOOFDSTUK 2. Het legaliteitsbeginsel en de bronnen vh strafrecht
4
DEEL I. ALGEMENE ORIËNTATIE
HOOFDSTUK 1. Wat is strafrecht ?
Afdeling 1. Het verschijnsel « strafrecht »
Oorspronkelijke zin v strafrecht : werktuig om btnsporige en contraproduc<eve wraak onder controle te
brengen.
è « oog om oog, tand om tand » begrenst straffen en laat ze toe
Vergelding + preven<eve werking è straffen
Strafrecht = instrument v gedragsbeheersing. Het is geëvolueerd tot een gigna<sch ins<tuut v my ordening
en v sociale controle (instrumentele dimensie). Rechtsnormen leggen deze bevoegdheid echter meteen
ook aan banden (rechtsbeschermingsdimensie).
Afdeling 2. Het begrip “strafrecht”
- Het begrip is meerduidig (naargelang gekozen invalshoek)
- Strafrecht id ruime zin: geheel v rechtsregels die
o Bepalen onder elke vwden de OH vr gedragingen sancries kan opleggen en uitvoeren
o Omschrijven waaruit deze gedragingen en sanc<es bestaan
o Voorschrijven op welke manier de bevoegde instan<es hun recht om sanc<es op te leggen
en uit te voeren moeten uitoefenen.
o Het strafrecht id ruime zin omvat zowel materieel als formeel strafrecht
- Materieel strafrecht = geheel vd rechtsregels die beplen onder welke vwden handelingen als
misdrijven kunnen worden beschouwd, die bepalen met welke sancEes daarop gereageerd kan
worden en die de Ejdelijke toepassingssfeer vd normen vastleggen
o Wat straffen? + Hoe straffen? + Wanneer, wie, waar straffen?
o Belangrijkste bron: Strafwetboek
- Formeel strafrecht = geheel vd rechtsregels mbt vaststelling v misdrijven, opsporing, vervolging en
berechEng v personen die ervan verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd en de
rechtsregels mbt organisaEe enzo vd instellingen en organen die daarmee belast zijn.
o Peniten<air recht
o Belangrijkste bron: Wetboek v Strafvorderingen + andere
- Samenhang:
o Materieel en formeel strafrecht zijn nauw met elkaar verbonden
o Ze hebben allebei een wezenlijk beschermende func<e: vermijden v ongerechtvaardigd
Ohingrijpen.
o Ze vormen beiden ook een toela<ng, een legi<mering v Ohingrijpen.
HOOFDSTUK 2. CodificaEe
Afdeling 1. Het Belgisch Strafwetboek
J.J HAUS en J.S.G. NYPELS = belangrijkste architecten vh Sw.
Sw. Ziet de mens als homo economicus, die ra<oneel kan afwegen en vrij zijn gedrag kiest.
- Herziening 2016-1017: Potpourri II, III, IV en V
o In afwach<ng v hervormingen keurde wetgever de Potpourri-weaen goed.
o Potpourri II: minder procedures, snellere en goedkopere procedures
§ Alle misdaden kunnen voor correc<onele RB komen
§ Wijziging strafschalen voor wanbedrijven die resultaat zijn vd correc<onalisering
§ = veralgemeende correc<onaliseerbaarheid
o Potpourri III: hervorming internering v geesteszieken.
o Potpourri IV: wijziging rechtsposi<e v gede<neerden en toezicht op gevangenissen
o Potpourri V: werkte incoheren<es wdet
1
,Afdeling 2. Het Belgisch Wetboek van Strafvordering
- Strafrecht è automa<sch inbreuken op individuele rechten vd rechtsonderhorigen.
o Bescherming: regeling v bewijslevering en waarborgen v beklaagde in fasen onderzoek
- Accusatoire procedure: nadruk op waarborgen vh individu
o My neemt geen ini<a<ef, maar beschuldiging gebeurt dr slachtoffer ve misdrijf, waarmee
de aangeklaagde op gelijke voet staat.
o Rechter heeb rol v scheidsrechter
o Kenmerken v openbaarheid, tegenspraak en mondelinge karakter staan voorop
- Inquisitoire procedure
o My gaat via vertegenwoordiger vh gezag de vervolging en berech<ging behar<gen
o Vervolgde in ondergeschikte posi<e
o Rechter werkt ac<ef mee
o Procedure is schribelijk, geheim en niet-tegensprekelijk
- Gemengd systeem (= onze strafprocedure)
- Ontstaan
o Wetboek v strafvordering v 1808 = nog al<jd basis voor onze huidige regeling v
strafprocedure.
o Het werd wel ondertussen al paar keer gewijzigd en aangevuld.
o Wet 12 maart 1998 “tot verbetering vd strafrechtspleging ih stadium vh
opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek”.
§ 7 krachtlijnen
• Gedeeltelijke codifica<e v opsporingsonderzoek
• Omschrijving vd rol vd onderzoeksrechter
• Geheime karakter vh opsporingsonderzoek, gerechtelijk onderzoek
• Toezicht op regelma<gheid vd onderzoeksgerechten
• Versterkte gezag v procureur en v onderzoeksrechter over poli<e
• Verduidelijking v verplich<ngen en verantwoordelijkheden ih onderzoek
o Herziening 2011: OM meer slagkracht bij btngerechtelijke akandeling + regeling bijstand
advocaat.
HOOFDSTUK 3. Situering vh strafrecht tussen andere rechtsdisciplines
Afdeling 1. Autonomie vh strafrecht
- Hulprecht, maar ook autonomie è rela<eve autonomie
- In andere wetgeving staan ook straffen geformuleerd
§1. De funcEonele autonomie vh strafrecht
- Strafrecht is meer dan handhaving v normen in het burgerlijk, administra<ef, fiscaal of
handelsrecht.
o Strafrecht zelf heeb ook straffen die niet geregeld worden dr andere rechtstakken
§2. De conceptuele autonomie vh strafrecht
- Bepaalde begrippen hebben in het strafrecht een eigen betekenis (bv roerend/onroerend).
o Verantwoording: func<e vh strafrecht
§ Bescherming v fundamentele my waarden
§ Als strafrechter zou gebonden zijn door theorieën en begrippen uit andere
rechtsgebieden zou de efficiën<e v strafrecht dalen.
o Uitzonderingen: in uitzonderlijke gevallen moet de strafrechter bij interpreta<e v strafwet
kijken naar het burgerlijk recht (bv art 16 V.T.Sv.)
§3. Autonomie vh strafprocesrecht tav het gerechtelijk recht
2
, - Art 2. Ger.W. : regels Gerechtelijk Wetboek werken aanvullend voor geval strafprocesrecht niets
zegt.
Afdeling 2. Publiekrechtelijk karakter
- Strafrecht = publiek recht è burger — OH
o Zelfs al heeb misdrijf een par<culier belang geschaad, dan nog zal niet de benadeelde de
vervolgende par<j zijn, maar het OM dat optreedt names de gemeenschap.
§ Hij zal zich wel burgerlijke par<j kunnen stellen met oog op vergoeding vd geleden
schade, maar de verhouding tot dader blijb v privaatrechtelijke aard (?)
o Recht v openbare orde, dus afwijking onmogelijk
§ Elke OK die toepassing strafwet beperkt is nie<g (art 1131 en 1133 BW)
§ Niemand kan zich contractueel onarekken aan zijn strafrechtelijke AH of zich
rechtsgeldig verbinden om een misdrijf te plegen.
• Contract Huurmoordenaar = nie<g
§ Ook toestemming v slachtoffer ontneemt het wederrechtelijke karakter vd gedrag
niet.
HOOFDSTUK 4. Indelingen van het strafrecht
Afdeling 1. Algemeen en bijzonder strafrecht
- Algemeen: algemene regels v straraarheid
o Boek I Sw: ara 1 – 99 Sw.
o Complementaire strafweaen (= strafweaen die, zonder in het Wetboek te zijn ingevoegd,
worden geacht er logisch en integraal deel v uit te maken)
§ Bv Wet op Voorlopige Hechtenis; Wet op Huiszoekingen,…
- Bijzonder: hart vh strafrecht; regels inzake specifieke misdrijven
o Boek II Sw: ara 101 – 566 Sw.
o Bijzondere strafweaen
§ Men kan hierbnn enkele domeinen arakenen met rela<eve autonomie.
o Heeb evolu<e meegemaakt; zowel kwan<ta<ef als kwalita<ef.
o Vaak °bijzondere, afwijkende procedureregels
- Toepasselijkheid vd beginselen vh algemeen strafrecht op het bijzonder strafrecht
o Algemeen is v toepassing op Boek II behoudens andersluidende bepaling in Boek II
(bijz>alg; —> zo worden bepaalde misdrijven strenger bestrab dan in alg strafrecht).
o Algemeen is v toepassing op de bijzondere strafweaen maar drie uitzonderingen
§ Andersluidende bepaling
§ Hoofdstuk 7 Boek I niet v toepassing
§ Art 85 Sw alleen v toepassing als bijzondere wet dit uitdrukkelijk zegt
o Soms zeggen bijzondere weaen dat dit toch werkt
Afdeling 2. Buitenlands en internaSonaal strafrecht
- Buitenlands
o Bv als strafwet de vervolging in BE ve ih buitenland gepleegd misdrijf akankelijk stelt vd
straraarheid vh feit krachtens de wet vh land waar het wer gepleegd of gebruik v ih
buitenland verzameld bewijs toelaat op vwde dat het conform de plaatselijke wet is
vergaard.
o Art 3 Sw: vervolging en berech<ng vindt plaats ogv bepalingen in BE strafweaen.
§ Uitzondering: rechter moet buitenlandse rechtsregels betrekken in besluitvorming.
• Bv dubbele straraarstelling in beide landen voorwaarde voor bestraffing in BE
van ih buitenland gepleegde misdrijven soms.
- Interna<onaal
3
, o Strafrechtelijk interna<onaal recht vs interna<onaalrechtelijke strafrecht
o Drie types interna<onaal strafrecht
§ Materiëel interna<onaal strafrecht
• Straraarstelling v misdrijven op interna<onaal vlak (internaEonale
incriminaEe) (gedragingen)
• Oorspronkelijk als doel beteugeling v schendingen vd regels v IPR (genocide,
terrorisme,…)
§ Rechtsmachtsrecht
• Recht inzake bevoegdheid vd staten om het bereik en ruimtelijke geldingssfeer
v hun strafweaen te bepalen
• Beheerst door territorialiteitsbeginsel (art 3 Sw.)
o In aantal gevallen is BE strafrecht v toepassing btn het grondgebied
• Art 4 Sw. : extraterritoriale uitbreiding vd strafrechtelijke rechtsmacht als
uitzondering op de regel.
• Bv als Belg vlucht uit Italië terug nr België è BE recht
o <-> Eng. Levert Brit dan uit naar Italië
§ Interna<onale rechtshulp (proceduraal)
• Normen die mogelijk maken dat een staat zijn eigen strafaanspraken ook btn
zijn grondgebied kan realiseren zonder bevoegdheidsconflicten met een
andere staat maar, integendeel, met diens toestemming en medewerking.
• Primaire rechtshulp
o Ene staat draagt akandeling ve strafzaak geheel/gedeeltelijk over ae
andere staat waardoor forum vd akandeling vd strafzaak verschuib
§ Bv overname v strafvervolgingen
• Secundaire rechtshulp
o Ene staat biedt hulp bij afwikkeling ve strafrechtelijke procedure ie
andere staat.
§ Bv Leuvens onderzoeksrechter heeb indica<es dat geld op
Zwitserse rekening staat.
§ Bv Uitlevering
• Instrumenten: bilaterale en mul<laterale verdragen
DEEL II. DE STRAFWET
HOOFDSTUK 1. Het legaliteitsbeginsel
- = meest fundamentele beginsel in strafrecht
- Je kan niet spreken over een misdrijf of straf als die niet in de wet staat.
o Nullum crimen, nulla poena sine lege (geen misdrijf zonder wet en geen straf zonder wet)
- Grondweaelijk beginsel (art 12 en 14 Gw) en staat in de strafwet (art 2, lid 1 Sw) en ook
interna<onaal recht heeb het als mensenrecht uitgeroepen (art 7.1 EVRM).
- Dit is een vorm v rechtsbescherming: wortels liggen id reac<e op Ohwillekeur id strafrechtspleging
vh Ancien Regime.
o Oorsprong nauw verbonden met ontstaan en func<oneren vd democra<sche rechtsstaat
- Het fungeert ook als strafrechtspoli<ek ontradingsbeginsel in het materieel strafrecht.
o Moneat lex, priusquam punitur: de wet waarschuwt, vooraleer te straffen
- Voor wetgever vloeit hieruit de verplich<ng om de strafweaen duidelijk te maken en zekerheid te
scheppen over grenzen tss straraar en niet-straraar. (Lex certa-beginsel of precisiegebod)
- Voor strafrechter: verbod om iemand te veroordelen vr een gedraging die de wet niet als misdrijf
heeb omschreven.
- Het heeb gevolgen op drie zaken: bronnen, interpreta<e en werking id <jd
HOOFDSTUK 2. Het legaliteitsbeginsel en de bronnen vh strafrecht
4