2024/2025
TRAININGIN GESPREKSVO
ERINGVANUIT
SYSTEMISCH PERSPECTIEF
Lynn Braeckman
,DE ALGEMENE SYSTEEMTHEORIE EN HET STRUCTUREEL PERSPECTIEF
Psychoanalyse – zorgen en problemen zijn aan de mens
zelf gelegen (intra psychisch)
Systeemtheorie: het intrapsychische deels correct,
maar het individu/de mens kan nooit worden
losgekoppeld van zijn omgeving/de wereld/de
maatschappelijk (= intermenselijk – de relaties en
maatschappij zijn van invloed op het individu)
DE ALGEMENE SYSTEEMTHEORIE VAN L. VON BERTALANFFY
= grondlegger van AST
Zoekt de overeenkomsten tussen de verschillende vakgebieden –
systeemtheorie (overstijgend denkkader die niet gebonden is aan 1 vakgebied)-
combinatie inzichten uit de wiskunde, natuurkunde, filosofie, communicatie en
psychologie.
<> Systeemtherapie!
Verschil tussen individugerichte en systeemgerichte zienswijze:
Een intrapsychische benaderingswijze versus een interpersoonlijke
benaderingswijze
Een individu kan afgesloten worden van zijn omgeving en wordt
voortdurend beïnvloed en zal op zijn beurt ook beïnvloeden
= geen inhoudelijke theorie, maar een metatheorie
Een theorie-overstijgend denkkader, zonder inhoudelijk domein
Beschouwt onze maatschappij, als een complex geheel van verschillende
systemen die met elkaar verbonden zijn (= paradigma)
Een systeem:
= een samenhangend geheel van elementen die samen als een geheel
functioneren (verschillende elementen staan in verbinding met elkaar)
Hiërarchisch geordend: grotere elementen bestaan uit kleinere, er
staat altijd iets boven een ander element
o Klein element deel is van een groter element
2
, o Element een mindere positie heeft dan een element in hogere
positie
o Element een andere ordening of rankschikking krijgt
o Subsystemen en suprasystemen
Samenhangend: afhankelijkheid van de verschillende elementen; de
verschillende elementen staan niet los van elkaar, ze beïnvloeden elkaar
o -> gezin: iedereen beïnvloedt elkaar en er is altijd een effect op de
anderen (één wijziging zorgt voor wijzigingen bij anderen)
o Op zich ben je ook een systeem
o Het eerste systeem waar je vandaan komt is je gezin
o Dan heb je het systeem van buren, school, sport, gemeente,
straat,... (contacten – systemen waar je lid van bent)
o Er wordt iedere keer opnieuw actief gezocht naar een evenwicht –
homeostase
Uitgangspunten:
Totaliteit: systeem wordt een eenheid door de aanwezigheid van
kleinere subsystemen
o Het geheel is meer dan de som van de delen
Beïnvloeding
o Er is wederzijds voortdurend communicatie/interactie dus
wisselwerking met de omgeving
Homeostase
o Ieder systeem probeert om een nieuw evenwicht te zoeken
o Altijd actieve en aanwezige proces
Circulaire causaliteit
o Het één veroorzaakt het andere en het andere veroorzaakt waar het
één
o Er is een permanente reactie van het één op het ander, we denken
niet in termen van oorzaken
o We denken in termen van invloed/aandeel (of meebepalen –
samenhang – beïnvloeden)
Equifinaliteit
o Aan één probleem kunnen verschillende factoren ten grondslag
liggen; dat er niet één oorzaak is om problemen te proberen
begrijpen, te kaderen
Binnen de systeemtherapie heb je nog allemaal verschillende stromingen.
HET STRUCTUREEL PERSPECTIEF VAN S. MINUCHIN
Gestorven in 2017
Werkte met gezinnen waar niemand mee wou werken – in achterbuurten
van steden, veel armoede, veel leed
Hij zoekt een manier om toegelaten te worden om met die mensen te
mogen werken. Hij heeft de structurele gezinstherapie uitgevonden.
3
, “Hoe kan ik mij invoegen in een gezin dat een andere werkelijkheid heeft
dan mijn gezin?”
o Het GEZIN als systeem
3 thema’s centraal:
Oog voor de sociale context en het effect van armoede op de
problematiek van jongeren en hun gezin
Voorkomen van terugval als jongeren na hun behandeling weer thuis
wonen
Aansluiten bij de leefwereld van delinquente jongeren
Structurele systeembenadering
Doel: structuur of de interactie van het gezin veranderen zodat deze zelf
het probleem kan oplossen en het symptoom kan verdwijnen.
Belangrijkste begrippen
Gezinsstructuur: georganiseerde en voorspelbare manier waarop
gezinsleden met elkaar omgaan – Hoe gaan mensen dagelijks met elkaar
om
o Bepaald door de wijze waarop interacties in een gezin
georganiseerd zijn
o Bestaat uit: voorspelbare patronen van interacties
Interacties: handelingen en reacties (alles handelingen tussen
gezinsleden)
Patronen: herhaalbare interacties
Voorspelbaarheid: verwachte reacties
o Als interacties zich herhalen en veel voorkomen, worden dit
patronen. Patronen die veel voorkomen bevatten voorspelbaarheid,
die op hun beurt terug de interacties bepalen.
Regels: ongeschreven afspraken
o Naarmate dat het gedrag zich herhaalt binnen een systeem,
ontstaan er gewoontes. Vanuit deze gewoonten ontstaan er regels.
o Uiteindelijk groeien vanuit de regels systeemidealen,
gemeenschappelijk gedragen grondwaarden die gedeeld worden in
een maatschappij of samenleving.
o Duiden aan wat tussen mensen kan en wat niet kan. De
regelstructuur draagt bij tot de zelfregulatie en behoud van
evenwicht. Omgekeerd beïnvloedt het systeem ook de
buitenwereld.
o Impliciete regels: ongeschreven, niet-uitgesproken regels (bv. mag
niet geweten worden als er scheiding was door geloof, zeggen dat
een kindje niet mag wenen – wenen is niet toegelaten in deze
context)
Waarde geladen
Min of meer vage veronderstelde afspraken
Moeilijker op te sporen en te veranderen
4
TRAININGIN GESPREKSVO
ERINGVANUIT
SYSTEMISCH PERSPECTIEF
Lynn Braeckman
,DE ALGEMENE SYSTEEMTHEORIE EN HET STRUCTUREEL PERSPECTIEF
Psychoanalyse – zorgen en problemen zijn aan de mens
zelf gelegen (intra psychisch)
Systeemtheorie: het intrapsychische deels correct,
maar het individu/de mens kan nooit worden
losgekoppeld van zijn omgeving/de wereld/de
maatschappelijk (= intermenselijk – de relaties en
maatschappij zijn van invloed op het individu)
DE ALGEMENE SYSTEEMTHEORIE VAN L. VON BERTALANFFY
= grondlegger van AST
Zoekt de overeenkomsten tussen de verschillende vakgebieden –
systeemtheorie (overstijgend denkkader die niet gebonden is aan 1 vakgebied)-
combinatie inzichten uit de wiskunde, natuurkunde, filosofie, communicatie en
psychologie.
<> Systeemtherapie!
Verschil tussen individugerichte en systeemgerichte zienswijze:
Een intrapsychische benaderingswijze versus een interpersoonlijke
benaderingswijze
Een individu kan afgesloten worden van zijn omgeving en wordt
voortdurend beïnvloed en zal op zijn beurt ook beïnvloeden
= geen inhoudelijke theorie, maar een metatheorie
Een theorie-overstijgend denkkader, zonder inhoudelijk domein
Beschouwt onze maatschappij, als een complex geheel van verschillende
systemen die met elkaar verbonden zijn (= paradigma)
Een systeem:
= een samenhangend geheel van elementen die samen als een geheel
functioneren (verschillende elementen staan in verbinding met elkaar)
Hiërarchisch geordend: grotere elementen bestaan uit kleinere, er
staat altijd iets boven een ander element
o Klein element deel is van een groter element
2
, o Element een mindere positie heeft dan een element in hogere
positie
o Element een andere ordening of rankschikking krijgt
o Subsystemen en suprasystemen
Samenhangend: afhankelijkheid van de verschillende elementen; de
verschillende elementen staan niet los van elkaar, ze beïnvloeden elkaar
o -> gezin: iedereen beïnvloedt elkaar en er is altijd een effect op de
anderen (één wijziging zorgt voor wijzigingen bij anderen)
o Op zich ben je ook een systeem
o Het eerste systeem waar je vandaan komt is je gezin
o Dan heb je het systeem van buren, school, sport, gemeente,
straat,... (contacten – systemen waar je lid van bent)
o Er wordt iedere keer opnieuw actief gezocht naar een evenwicht –
homeostase
Uitgangspunten:
Totaliteit: systeem wordt een eenheid door de aanwezigheid van
kleinere subsystemen
o Het geheel is meer dan de som van de delen
Beïnvloeding
o Er is wederzijds voortdurend communicatie/interactie dus
wisselwerking met de omgeving
Homeostase
o Ieder systeem probeert om een nieuw evenwicht te zoeken
o Altijd actieve en aanwezige proces
Circulaire causaliteit
o Het één veroorzaakt het andere en het andere veroorzaakt waar het
één
o Er is een permanente reactie van het één op het ander, we denken
niet in termen van oorzaken
o We denken in termen van invloed/aandeel (of meebepalen –
samenhang – beïnvloeden)
Equifinaliteit
o Aan één probleem kunnen verschillende factoren ten grondslag
liggen; dat er niet één oorzaak is om problemen te proberen
begrijpen, te kaderen
Binnen de systeemtherapie heb je nog allemaal verschillende stromingen.
HET STRUCTUREEL PERSPECTIEF VAN S. MINUCHIN
Gestorven in 2017
Werkte met gezinnen waar niemand mee wou werken – in achterbuurten
van steden, veel armoede, veel leed
Hij zoekt een manier om toegelaten te worden om met die mensen te
mogen werken. Hij heeft de structurele gezinstherapie uitgevonden.
3
, “Hoe kan ik mij invoegen in een gezin dat een andere werkelijkheid heeft
dan mijn gezin?”
o Het GEZIN als systeem
3 thema’s centraal:
Oog voor de sociale context en het effect van armoede op de
problematiek van jongeren en hun gezin
Voorkomen van terugval als jongeren na hun behandeling weer thuis
wonen
Aansluiten bij de leefwereld van delinquente jongeren
Structurele systeembenadering
Doel: structuur of de interactie van het gezin veranderen zodat deze zelf
het probleem kan oplossen en het symptoom kan verdwijnen.
Belangrijkste begrippen
Gezinsstructuur: georganiseerde en voorspelbare manier waarop
gezinsleden met elkaar omgaan – Hoe gaan mensen dagelijks met elkaar
om
o Bepaald door de wijze waarop interacties in een gezin
georganiseerd zijn
o Bestaat uit: voorspelbare patronen van interacties
Interacties: handelingen en reacties (alles handelingen tussen
gezinsleden)
Patronen: herhaalbare interacties
Voorspelbaarheid: verwachte reacties
o Als interacties zich herhalen en veel voorkomen, worden dit
patronen. Patronen die veel voorkomen bevatten voorspelbaarheid,
die op hun beurt terug de interacties bepalen.
Regels: ongeschreven afspraken
o Naarmate dat het gedrag zich herhaalt binnen een systeem,
ontstaan er gewoontes. Vanuit deze gewoonten ontstaan er regels.
o Uiteindelijk groeien vanuit de regels systeemidealen,
gemeenschappelijk gedragen grondwaarden die gedeeld worden in
een maatschappij of samenleving.
o Duiden aan wat tussen mensen kan en wat niet kan. De
regelstructuur draagt bij tot de zelfregulatie en behoud van
evenwicht. Omgekeerd beïnvloedt het systeem ook de
buitenwereld.
o Impliciete regels: ongeschreven, niet-uitgesproken regels (bv. mag
niet geweten worden als er scheiding was door geloof, zeggen dat
een kindje niet mag wenen – wenen is niet toegelaten in deze
context)
Waarde geladen
Min of meer vage veronderstelde afspraken
Moeilijker op te sporen en te veranderen
4