Toetsmatrijs van alle artikelen. Die ook in de samenvatting staan.
1:Kan bewegingsgedrag van jonge kinderen in “Bewegingsonderwijs in het speellokaal” blz. 24
t/m 33.
schatten naar niveaus van deelname en analyseren/
duiden naar leerlijnen en bewegingsproblematiek. “Kindvriendelijk observeren bij
bewegingsonderwijs.”
” Het organiseren/ aanbieden van
bewegingsactiviteiten bij kleuters.”
2:Heeft kennis van rapportage, Leerlingvolgsysteem en ”Zorg voor de zwakke beweger”.
mogelijkheden voor speciale bewegingsbehoefte van
bewegingszwakke kinderen.
“Overzicht leerlingvolgsystemen.”
"Motorische mijlpalen"
3:Heeft kennis van verwijzingsmogelijkheden en externe “Interview met MRT-er Prins
instanties. ( MRT, kinderfysiotherapie.) Bernardschool.”
‘Meedoen met Gym.’
“Wat doet de kinderfysiotherapeut?”
“Dyspraxia at a glance.”
“MRT”, LO 3 , 2017
4: Doet onderzoek naar doorgaande leerlijnen “Bewegingsonderwijs in het speellokaal ,blz.
peuterspeelzaal t/m VO. 42 t/m 47 en 14 t/m 19.”
5: Kan tijd, tempo en richting variabelen onderscheiden bij “Van een gekozen relationeel
het waarnemen van bewegende kinderen. bewegingsconcept naar het bijpassend
ordeningscriterium “Tijd, tempo en
richting”.
“Kijk op bewegen.”
,
,
1:Kan bewegingsgedrag van jonge kinderen in “Bewegingsonderwijs in het speellokaal” blz. 24
t/m 33.
schatten naar niveaus van deelname en analyseren/
duiden naar leerlijnen en bewegingsproblematiek. “Kindvriendelijk observeren bij
bewegingsonderwijs.”
” Het organiseren/ aanbieden van
bewegingsactiviteiten bij kleuters.”
2:Heeft kennis van rapportage, Leerlingvolgsysteem en ”Zorg voor de zwakke beweger”.
mogelijkheden voor speciale bewegingsbehoefte van
bewegingszwakke kinderen.
“Overzicht leerlingvolgsystemen.”
"Motorische mijlpalen"
3:Heeft kennis van verwijzingsmogelijkheden en externe “Interview met MRT-er Prins
instanties. ( MRT, kinderfysiotherapie.) Bernardschool.”
‘Meedoen met Gym.’
“Wat doet de kinderfysiotherapeut?”
“Dyspraxia at a glance.”
“MRT”, LO 3 , 2017
4: Doet onderzoek naar doorgaande leerlijnen “Bewegingsonderwijs in het speellokaal ,blz.
peuterspeelzaal t/m VO. 42 t/m 47 en 14 t/m 19.”
5: Kan tijd, tempo en richting variabelen onderscheiden bij “Van een gekozen relationeel
het waarnemen van bewegende kinderen. bewegingsconcept naar het bijpassend
ordeningscriterium “Tijd, tempo en
richting”.
“Kijk op bewegen.”
,
,