STUDENTENHUUR
Inhoud
Constitutieve bestanddelen 2
Toepassingsgebied 2
Dwingend karakter 54 whd 4
DUUR & beëindiging 4
Vrij maar bepaalde duurbepaling (art. 55 whd) 4
Beëindiging van rechtswege (63 whd) 4
Beëindiging door tenietgaan van gehuurde goed of door toeval of overmacht 4
Beëindiging door overlijden 5
Beëindiging door de wil van de partijen 5
Verbod op stilzwijgende wederinhuring 5
Verbintenissen van de huurder 6
Betaling huurprijs 6
Contractvrijheid voor vergoedingsregeling energie, water, telecommunicatie en belasting op
tweede verblijven 6
Geen decretale verplichting voor (ver)huurder om brandverzekering te sluiten 7
Indexatie huurprijs (ART. 61 WHD) 7
Huurwaarborg (62 whd) 7
Kleine en dringende herstellingen voor de huurder en gebruik als een goede huisvader 7
Verbintenissen van de verhuurder 8
Onderhuur en overdracht van huur 59 WHD 8
1/8
, Studentenhuur
Constitutieve bestanddelen
Toepassingsgebied (ART. 53 WHD)
bewoner is student en bestemt het gehuurde goed niet tot zijn hoofdverblijf
o volstaat dat de student bewoner is
ouders ondertekenen soms nog de huurovereenkomst
o huur van een goed
RG / OG (5 & 53 WHD)
De regeling is niet beperkt tot studentenkamers, maar strekt zich uit tot elk (on)roerend goed
dat bestemd is tot bewoning van de student die er zijn hoofdverblijfplaats niet heeft. (ook
studio’s , app, huis, …)
o tot huisvestiging (niet hoofdverblijfplaats)
WHD roept 2 parallelle, dwingende huurregimes in het leven:
is de bewoner van het gehuurde goed een student die er zijn hoofdverblijfplaats
heeft en de VH instemt, dan is het woninghuurregime van toepassing
student is iedere persoon die ingeschreven is bij een instelling die voltijds onderwijs aanbiedt (ook
secundair onderwijs)
o Sommige studenten vatten hun studies aan op -18j en dus handelingsonbekwaam 1124 en
388 BW). Algemeen wordt aanvaard dat, in het kader van de maatschappelijke en
economische evolutie, een stilzwijgende lastgeving bestaat gebaseerd op gewoonte door de
ouders aan het kind.
de omvang van deze lastgeving is beperkt tot handelingen van het dagelijkse leven; de
sluiting van huurOK valt daar niet onder. Ouders kunnen wel nog steeds bekrachtigen.
o Benadeling (1305 BW)
Deze overeenkomsten door een minderjarige en verhuurder, die de dagdagelijkse BHn van de
LG te buiten gaan, kunnen vernietigd worden ogv benadeling (relatieve).
1. Intrinsieke benadeling
= wanverhouding tussen de wederkerige prestaties
2. Extrinsieke benadeling
= wanverhouding tussen de situatie van de minderjarige en de door hem aangegane
engagementen
2/8