1. FENOMENOLOGIE
1.1. STEMSTOORNIS, STEMPROBLEEM
- Wanneer de stemkwaliteit, toonhoogte, en/of
luidheid afwijken van wat beschouwd wordt
als een normale stem
- Elke keer wanneer de stem niet werkt, niet
presteert of klinkt zoals normaal, waardoor
de communicatie wordt verstoord, of
wanneer je vreemde sensaties in je keel
ervaart, zoals moeite of pijn, tijdens of direct
na het spreken
1.2. SYMPTOMEN
Symptomen kunnen geïsoleerd voorkomen, maar doorgaans zien we een combinatie van
meerdere symptomen.
Je kan nooit een diagnose kan stellen o.b.v. één of een beperkt aantal symptomen. Wel
nuttig om na te denken over de samenhang tussen de symptomen
1.2.1. AUDITIEF WAARNEEMBARE SYMPTOMEN
= Veranderingen in de stem die waargenomen/hoorbaar door de luisteraar. Bijv.:
heesheid, monotonie, hoorbaar inademen,…
Stemklank en - Ruwheid of schorheid (Roughness): schuurpapierstem
-kwaliteit - Wilde lucht, ruizigheid (Breathiness): SP sluiten niet volledig
- Gespannen stemkwaliteit (Strained)
- Krachtloosheid, zwakte (Asthenia): zwakke stem, weinig
draagkracht
- Stembreuken: plots wegvallen van de stem, kraakjes,
hamering in stem
- Instabiliteit: variabele stemkwaliteit,
- Vocal fry: pulsiestem, stem trilt op lage raspige manier,
krakerig
- Afonie geen klank, fluisteren
Toonhoogte - Abnormale toonhoogte: hogere/lagere stem dan verwacht
(hoog – laag) - Abnormale luidheid: luidere/zachtere stem dan verwacht
- Beperkt toonhoogtebereik: afstand tussen laagste/hoogste
en luidheid toon < dan gemiddeld
(luid – stil) - Beperkt dynamische intensiteitsbereik: verschil tussen
maximale/minimale luidheid < dan gemiddeld
- Tremor trilling in stem
Resonantie, - Hypernasaliteit (bijv.: Philippe Geubels): /m/ en /n/
articulatie, hypernasaal uitgesproken, sterke nasale resonantie
- Hyponasaliteit (bijv.: verkoudheid): /m/ en /n/ hyponasaal
prosodie uitgesproken, onvoldoende nasale resonantie
- Kelige resonantie klankkast te veel in de keel, te weinig
resonantie vooraan in mond- en keelholte
1
, - Cul de sac-resonantie: geluid zit vast in de holte, ontstaat
door massa die in demonholte vult potato-in-the-mouth-
resonance
- Monotone spraak weinig toonhoogte variatie
Adem - Hoorbaar inademen
- Inadequate adempauzes
- Spreken op expiratoir reservelucht: blijven doorspreken op
de laatste lucht die nog in de longen aanwezig is na
spontane uitademing
Andere - Keelschrapen (globusgevoel), hoesten/kuchen, vocale tics
(onwillekeurige, plotselinge bewegingen of geluiden),…
1.2.2. SENSORISCH WAARNEEMBARE SYMPTOMEN
= Voelbare veranderingen in de keel. Bijv.: keelpijn, krop in de keel, kriebel, branderig
gevoel in de keel, (spier)spanning, gevoel van slijmen in de keel, globusgevoel 1,…
- Storende ‘keelsensaties’
o Pijn, irritatie, droog, branderig
o Globusgevoel, spanning
o Prikkelgevoeligheid
o Overtollig slijm in de keel
- Verminderde vocale belastbaarheid
o Spreken/zingen = kost inspanning en/of is
vermoeiend
o Spreken kan niet lang volgehouden worden
o Snel buiten adem zijn tijdens het spreken
Sensorische symptomen in kaart brengen aan de hand van een
vragenlijst:
1.2.3. VISUELE WAARNEEMBARE SYMPTOMEN
= Zichtbare afwijkingen tijdens larynxgoscopie, stemgedragingen. Bijv.:
stemplooinoduli, stemplooistand,… weinig kaakval, hoog ademen,…
- Aspecten van stemgedrag (logopedist)
o Ademtype
Costo-abdominale ademhaling: luid/veel spreken,
zingen
Thoracale ademhaling: “gewone” spreeksituaties
Claviculaire ademhaling: onvoldoende ademsteun
voor fonatie
o Spreek-/zanghouding
o Zichtbare spanning
Sternocleidomastoideus sterk aangespannen bij
fonatie duidelijk zichtbaar in hals
o Articulatie
- Aspecten van SP en SP-uitsluiting (NKO-arts)
1
Globusgevoel: een frequent voorkomend symptomen bij stemcliënten. Het kan
worden vergeleken met het gevoel dat er iets in de keel zit, ook wel de
spreekwoordelijke ‘krop in de keel’
2
, o Stemplooinoduli of -knobbeltjes: verdikkingen op de rand van de
stemplooi, bilateraal en meestal symmetrisch, op een typische plaats
o Laryngitis: ontsteking van de larynx zijn SP rood, verdikt of oedemateus
(zwelling)
o Stemplooipopiep: komt unilateraal voor, locatite kan variëren, kan
stemplooisluiting hinderen (afhankelijk van de locatie)
- Aspecten van stemplooitrilling (NKO-arts)
o Verminderde of afwezige beweeglijkheid van de SP
o Een verstoring van de regelmatigheid van de golfbeweging
o Een verstoring van de symmetrie van de golfbeweging
1.3. PREVALANTIE
- Terminologie:
o Prevalentie – bestaande gevallen op 1 moment
o Levensprevalentie – aantal gevallen in relatie tot de levensduur
o Incidentie – aantal nieuwe gevallen in een bepaalde periode
- Totale populatie: prevalentie 6%, levensprevalentie 30%
o Volwassen vrouwen > volwassen mannen
o Kinderen: 1.4% - 6% (jongens > meisjes)
o Ouderen meer stemproblemen gerapporteerd (29%): 40-60j meeste
stemproblemen
o Leerkrachten 11%, levensprevalentie 50 – 80% meer dan 60% wordt
tijdens hun loofbaan geconfronteerd met blijvende stemproblemen
o Andere beroepsgroepen ‘at risk’: leerkrachten, zangers, fitnessinstructeurs
ligt prevalentie hoger dan bij de totale populatie
1.4. ETIOLOGIE: OORZAKEN VAN STEMPROBLEMEN
1.4.1. MEDISCHE FACTOREN
- Bovenste luchtweginfecties
o Verkoudheid: wordt veroorzaakt door een virus ontsteking van
slijmvliezen
SP bedekt met een slijmlaag SP kwetsbaarder
Veelvuldig hoesten hard contact van beide SP schade aan SP
o Respiratoire problemen (astma, chronisch longlijden) de krachtbron
van de stem wordt aangetast
Astma: chronische inflammatoire aandoening van de luchtwegen
o Behandeling: inhalatie corticosteroïden (= ontstekingsremmend)
MAAR diverse inhalatoren (bv. puffer) SP-verandering
teweegbrengen, met dysfonie tot gevolg
- Allergie
o Ontsteking slijmvlies SP kwetsbaarder
o Verandering secreties (slijmvorming) hoesten, kuchen, schrapen
- Medicatie
o Medicatie uitdrogend of slijmverdikkend
- Chirurgie
o Inbrengen van beademingsbuis mogelijk schade aan SP
stemproblemen
3
, o N. recurrens kan makkelijk beschadigd geraken met parese of paralyse
tot gevolg
- Trauma
o Ongeval waarbij de larynx of het slijmvlies beschadigd raakt, zoals
verbranding door het inademen van gassen, fracturen na slag of ongeval,
…
- Laryngopharyngeale reflux (LPR)
o Typische klachten: ochtendheesheid, verlengde opwarmtijd, globusgevoel
- Degeneratieve neurologische aandoeningen
o ALS , ziekte van Parkinson, MS
4