Van Gend en Loos arrest
R: Een verdrag heeft directe werking indien:
- Deze geschikt is (roept rechten en plichten in het leven).
- Deze duidelijk en onvoorwaardelijk is opgesteld (Recht / plicht is goed te begrijpen en er is
geen andere regelgeving nodig om deze in het leven te roepen).
Costa / ENEL arrest
R: Bij botsing nationaal recht en Europees recht gaat Europees recht voor.
Prejudiciële procedure art 267 VwEU
De nationale rechter schorst de zaak en vraagt om advies aan het Europees Hof. Het advies (arrest)
van het Hof is bindend voor iedereen in Europa. De nationale rechter doet in de nationale zaak
uitspraak conform uitspraak van het Hof.
Week 2:
Faccini Dori arrest
R: Richtlijnen in beginsel geen directe of rechtstreekse werking, tenzij aan de volgende voorwaarden
voldaan (dan kan een richtlijn verticale directe werking hebben o.g.v. Becker-arrest):
- Implementatietermijn is verstreken.
- Richtlijn is niet / niet tijdig / niet correct omgezet in nationale wetgeving.
- Bepaling is geschikt voor directe werking (bevat recht voor burger / plicht voor overheid).
- De bepaling is duidelijk (qua bewoording) en onvoorwaardelijk (kan direct in werking treden,
nadere regelgeving of tijd of anders is niet nodig).
Is er sprake van verticale werking?
Francovich arrest
R: Indien de lidstaat EU recht schendt en de burger lijdt daar schade door, kan hij de staat tot
vergoeding daarvan aanspreken indien:
- Er sprake is van een voldoende gekwalificeerde schending door de lidstaat.
- De geschonden regel ertoe strekt rechten aan particulieren te verschaffen.
- Er sprake is van een causaal verband tussen de schending door de staat en de schade bij de
burger.
Delena Wells arrest
R: Richtlijnen alleen verticale werking. Indien er een horizontaal geschil is, kan iemand alleen de
staat aansprakelijk stellen. Een verticaal beroep kan een horizontaal effect hebben.
Week 3:
Aanpak casusvragen
Indien je antwoord dient te geven op de vraag of de handelsbelemmering door een lidstaat is
toegestaan, dien je de volgende vragen af te gaan:
, 1e vraag: Is er sprake van een grensoverschrijdend aspect? Zo ja:
2e vraag: Op welke wijze is er sprake van een handelsbelemmering? Tarifair (financieel) of non-
tarifair (niet financieel)?
3e vraag: Indien non-tarifair: dan maatregel met onderscheid (MMO) of maatregel zonder
onderscheid (MZO)?
4e vraag: Kan de lidstaat ter rechtvaardiging een beroep doen op artikel 36 VwEU?
5e vraag: Indien niet, dan beroep op Rule of Reason (ROR)? (alleen mij MZO!). Indien niet:
C: Door lidstaat ingevoerde handelsbelemmering is verboden.
Artikel 34 VwEU
Hoofdregel: Verbod op kwantitatieve invoerbeperkingen (uitvoer -> art 35) en maatregelen van
gelijke werking.
2 uitzonderingen: Een staat kan alleen de vrije verkeer van goederen beperken indien die zich kan
beroepen op artikel 36 VwEU of anders de Rule of Reason
Artikel 36 VwEU (uitzondering 1)
R: Gerechtvaardigd verbod of beperking indien gerechtvaardigd uit hoofde van:
- Openbare zedelijkheid
- Openbare orde / veiligheid
- Gezondheid leven van personen, dieren en planten
- Nationaal artistiek / historisch / archeologisch
- Bescherming van industriële en commerciële eigendom
T: geen van de beperkingen zijn van toepassing.
Conclusie: Verbod is niet gerechtvaardigd op grond van artikel 36 VwEU.
Rule of Reason -> Cassis de Dijon arrest (uitzondering 2)
R: rechtvaardiging verbod of beperking, voorwaarden:
- Unieregeling (harmonisatie) ontbreekt (r.o. 8).
- Nationale regelgeving is gerechtvaardigd door dringende behoefte van Unierecht (r.o. 8).
- Nationale regelgeving moet zonder onderscheid van toepassing zijn (non-discriminatie).
- Nationale regelgeving moet evenredig zijn aan doel
1. Minst belemmerende middel (r.o. 13).
2. Middel moet geschikt zijn om doel te bereiken (r.o. 8).
Week 4:
Europees rechtelijk begrip werknemer (vrijheid van werknemer) art 45 VwEU:
- Ondergeschiktheidsrelatie
- Daadwerkelijke en reële arbeid, die niet louter marginaal of bijkomstig van aard is