Tijdvak 1 & 2
Kennen Titels van de kenmerkende aspecten (dan wel een goede
omschrijving ervan)
De hoofdzaken van de voor een toets opgegeven
kenmerkende aspecten
De begrippen bij de voor een toets opgegeven tijdvakken.
Indien opgegeven voor een toets: een thema (in aparte
reader dan wel in vorm van aantekeningen)
Aantekeningen (bij hoofdzaken tijdvak, klassikaal
uitgewerkte voorbeelden bij kenmerkende aspecten, en
indien van toepassing aantekeningen bij thema)
Kunnen Alle tijdvakken voor elke toets op volgorde kunnen
plaatsen
Kenmerkende aspecten kunnen plaatsen in het juiste
tijdvak
Kenmerkende aspecten op volgorde kunnen plaatsen
Begrippen kunnen koppelen aan het juiste kenmerkende
aspect
Kenmerkende aspecten elk apart kunnen uitleggen &
illustreren aan de hand van voorbeelden (in de vraag
gegeven of door jou zelf gekozen).
Vaardigheden (domein A).
- oorzaak – gevolg
- verschil feit – mening
- soorten bronnen: geschreven – ongeschreven bron,
primaire - secundaire bron, reconstructie e.d.
- Interpretatie: visie schrijver en met welke argumenten
onderbouwt de schrijver zijn/haar visie?)
, Overzicht tijdvakken, kenmerkende aspecten, kernbegrippen
Tijd van jagers en boeren