Deze N=1 studie gaat over de 24-jarige Jos
die sinds zijn kindertijd bekend is met
gedragsproblemen bij ADHD en daarbij
stemmingsklachten en een verslaving
heeft ontwikkeld. Begin dit jaar is hij via
de poli aangemeld bij het FACT team
vanwege problemen op meerdere
levensgebieden. Door een incident is hij in
het Penitentiair Psychiatrisch Centrum
terecht gekomen waar het vermoeden
van een autismespectrumstoornis is
bevestigd. Hieronder leest u hoe het
behandeltraject van Jos afgelopen half
jaar is verlopen met de verpleegkundige in
opleiding tot specialist (onder supervisie)
in de rol van regiebehandelaar.
Leren omgaan met
kwetsbaarheid
Praktijkopdracht
behandelverantwoordelijkheid
,INHOUD
1. Casusbeschrijving ................................................................................................................................ 2
1.1 Persoonsbeschrijving ..................................................................................................................... 2
1.2 Psychiatrische voorgeschiedenis ................................................................................................... 2
1.3 Reden voor behandeling ............................................................................................................... 3
2. Theoretische inbedding ....................................................................................................................... 4
2.1 Autisme.......................................................................................................................................... 4
2.2 ADHD ............................................................................................................................................. 4
2.3 Depressie ....................................................................................................................................... 4
2.3 Verslaving ...................................................................................................................................... 4
3. Vaststellen beschrijvende diagnostiek ................................................................................................ 4
3.1 Psychiatrisch onderzoek ................................................................................................................ 4
3.2 Psychiatrische diagnostiek ............................................................................................................ 5
3.3 Verpleegkundig onderzoek ........................................................................................................... 6
3.3.1 Gezondheidspatronen van Gordon ........................................................................................ 6
3.4 Somatische gegevens .................................................................................................................... 7
3.5 Verpleegkundige diagnostiek ........................................................................................................ 7
3.6 Beschrijvende diagnose ............................................................................................................... 10
3.7 Beoogde resultaten ..................................................................................................................... 11
3.7.1 Beoogde wensen van Jos...................................................................................................... 11
4. Plannen hoogcomplexe zorg ............................................................................................................. 11
4.1 Behandeldoelen........................................................................................................................... 11
4.2 Multidisciplinair team.................................................................................................................. 13
Psychiater ...................................................................................................................................... 13
Casemanager ................................................................................................................................. 13
Verslavingszorg en MEE................................................................................................................. 13
Vios ................................................................................................................................................ 13
4.3 Uitvoering en coördinatie............................................................................................................ 13
5. Evaluatie ............................................................................................................................................ 14
6. Tot slot ............................................................................................................................................... 14
7. Literatuurlijst ..................................................................................................................................... 15
1
, 1. CASUSBESCHRIJVING
1.1 PERSOONSBESCHRIJVING
Jos is de jongste uit een gezin van twee kinderen, hij heeft een twee jaar oudere zus. Zes jaar geleden
is zijn vader overleden als gevolg van een scooterongeluk.
Als kind had hij weinig vriendjes. Op de basisschool waren ze ontevreden over hem. Hij had een
aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD) en had moeite zich te concentreren. Met zijn
moeder heeft hij altijd een goede band gehad, in tegenstelling tot de band met zijn vader. Jos heeft
weinig rouw ervaren na zijn overlijden, maar merkte wel dat de structuur verdween door de
weggevallen regels van vader.
Vanwege gedragsproblemen ging Jos naar het speciaal basisonderwijs. Rond zijn zesde jaar is ADHD
vastgesteld. Na de basisschool ging hij naar het vmbo-TL. De lesstof ging hem gemakkelijk af. In de
eerste jaren had hij problemen met autoriteit, spijbelen en vechtpartijen. Om die reden is hij in de
tweede naar een speciale instelling voor gedragsproblemen gegaan zodat hij niet van school
gestuurd zou worden. Zijn gedrag verbeterde; hij voelde zich rustiger en minder impulsief.
Na het behalen van zijn diploma heeft hij de koksopleiding mbo niveau 2 gedaan. Aansluitend daarop
heeft hij vier jaar gewerkt in een hotel. Hij stopte omdat de sfeer er slecht werd en startte een
koksopleiding op niveau 3 maar rondde deze niet af. Hij werkte veel met als gevolg een burn-out.
Nadat hij thuis kwam te zitten heeft hij nooit meer een vaste baan gehad. Hij blowde en dronk veel
alcohol.
In het verleden is Jos aangehouden wegens openbare dronkenschap. Hij stal geregeld fietsen,
scooters, telefoons en handelde op kleine schaal in XTC. Het leverde hem een kick op en het was een
makkelijke manier van geld verdienen.
1.2 PSYCHIATRISCHE VOORGESCHIEDENIS
2002 Kinderneurologie: geen aanwijzingen voor neurologische afwijkingen en geen aanwijzingen
voor een syndroomdiagnose
2003 Medicamenteuze therapie voor diagnose ADHD overwegend hyperactieve, impulsieve type
2007 – 2009 Heraanmelding bij Kinderen en Jeugd wegens aanpassen medicatie.
2009 Aanmelding bij een specialistisch centrum voor agressieregulatietraining.
2
die sinds zijn kindertijd bekend is met
gedragsproblemen bij ADHD en daarbij
stemmingsklachten en een verslaving
heeft ontwikkeld. Begin dit jaar is hij via
de poli aangemeld bij het FACT team
vanwege problemen op meerdere
levensgebieden. Door een incident is hij in
het Penitentiair Psychiatrisch Centrum
terecht gekomen waar het vermoeden
van een autismespectrumstoornis is
bevestigd. Hieronder leest u hoe het
behandeltraject van Jos afgelopen half
jaar is verlopen met de verpleegkundige in
opleiding tot specialist (onder supervisie)
in de rol van regiebehandelaar.
Leren omgaan met
kwetsbaarheid
Praktijkopdracht
behandelverantwoordelijkheid
,INHOUD
1. Casusbeschrijving ................................................................................................................................ 2
1.1 Persoonsbeschrijving ..................................................................................................................... 2
1.2 Psychiatrische voorgeschiedenis ................................................................................................... 2
1.3 Reden voor behandeling ............................................................................................................... 3
2. Theoretische inbedding ....................................................................................................................... 4
2.1 Autisme.......................................................................................................................................... 4
2.2 ADHD ............................................................................................................................................. 4
2.3 Depressie ....................................................................................................................................... 4
2.3 Verslaving ...................................................................................................................................... 4
3. Vaststellen beschrijvende diagnostiek ................................................................................................ 4
3.1 Psychiatrisch onderzoek ................................................................................................................ 4
3.2 Psychiatrische diagnostiek ............................................................................................................ 5
3.3 Verpleegkundig onderzoek ........................................................................................................... 6
3.3.1 Gezondheidspatronen van Gordon ........................................................................................ 6
3.4 Somatische gegevens .................................................................................................................... 7
3.5 Verpleegkundige diagnostiek ........................................................................................................ 7
3.6 Beschrijvende diagnose ............................................................................................................... 10
3.7 Beoogde resultaten ..................................................................................................................... 11
3.7.1 Beoogde wensen van Jos...................................................................................................... 11
4. Plannen hoogcomplexe zorg ............................................................................................................. 11
4.1 Behandeldoelen........................................................................................................................... 11
4.2 Multidisciplinair team.................................................................................................................. 13
Psychiater ...................................................................................................................................... 13
Casemanager ................................................................................................................................. 13
Verslavingszorg en MEE................................................................................................................. 13
Vios ................................................................................................................................................ 13
4.3 Uitvoering en coördinatie............................................................................................................ 13
5. Evaluatie ............................................................................................................................................ 14
6. Tot slot ............................................................................................................................................... 14
7. Literatuurlijst ..................................................................................................................................... 15
1
, 1. CASUSBESCHRIJVING
1.1 PERSOONSBESCHRIJVING
Jos is de jongste uit een gezin van twee kinderen, hij heeft een twee jaar oudere zus. Zes jaar geleden
is zijn vader overleden als gevolg van een scooterongeluk.
Als kind had hij weinig vriendjes. Op de basisschool waren ze ontevreden over hem. Hij had een
aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD) en had moeite zich te concentreren. Met zijn
moeder heeft hij altijd een goede band gehad, in tegenstelling tot de band met zijn vader. Jos heeft
weinig rouw ervaren na zijn overlijden, maar merkte wel dat de structuur verdween door de
weggevallen regels van vader.
Vanwege gedragsproblemen ging Jos naar het speciaal basisonderwijs. Rond zijn zesde jaar is ADHD
vastgesteld. Na de basisschool ging hij naar het vmbo-TL. De lesstof ging hem gemakkelijk af. In de
eerste jaren had hij problemen met autoriteit, spijbelen en vechtpartijen. Om die reden is hij in de
tweede naar een speciale instelling voor gedragsproblemen gegaan zodat hij niet van school
gestuurd zou worden. Zijn gedrag verbeterde; hij voelde zich rustiger en minder impulsief.
Na het behalen van zijn diploma heeft hij de koksopleiding mbo niveau 2 gedaan. Aansluitend daarop
heeft hij vier jaar gewerkt in een hotel. Hij stopte omdat de sfeer er slecht werd en startte een
koksopleiding op niveau 3 maar rondde deze niet af. Hij werkte veel met als gevolg een burn-out.
Nadat hij thuis kwam te zitten heeft hij nooit meer een vaste baan gehad. Hij blowde en dronk veel
alcohol.
In het verleden is Jos aangehouden wegens openbare dronkenschap. Hij stal geregeld fietsen,
scooters, telefoons en handelde op kleine schaal in XTC. Het leverde hem een kick op en het was een
makkelijke manier van geld verdienen.
1.2 PSYCHIATRISCHE VOORGESCHIEDENIS
2002 Kinderneurologie: geen aanwijzingen voor neurologische afwijkingen en geen aanwijzingen
voor een syndroomdiagnose
2003 Medicamenteuze therapie voor diagnose ADHD overwegend hyperactieve, impulsieve type
2007 – 2009 Heraanmelding bij Kinderen en Jeugd wegens aanpassen medicatie.
2009 Aanmelding bij een specialistisch centrum voor agressieregulatietraining.
2