Methodologie deel 1: vraagstelling met inbegrip van
bronnen
Onderzoeksvoorstel (zie ook hb +pdf als
leerstof!)
Situering van de les
1. Onderzoeksvoorstel= document dat je schrijft in het begin van een
onderzoek
2. Onderzoeksdesign
o Validiteit en betrouwbaarheid
o Onderzoeksdesigns voor causale samenhang
Overzicht
- De onderzoekscyclus
- Keuzes bij het uitwerken van een onderzoeksopzet, er zijn fundamentele
keuzes tussen manieren om onderzoek te doen
- Onderzoeksvoorstel:
⚫ Literatuurstudie: wat weet je al over het onderwerp
⚫ Probleemstelling: onderzoeksvraag
⚫ Conceptueel kader: concepten die je gaat gebruiken
⚫ Onderzoeksopzet
⚫ Planning
- Onderzoek in de praktijk
- Structuur van een eindrapport
De onderzoekscyclus
Rechterovaal: methode 1
1
,Onderste ovaal: methode 2
Linkse ovaal: methode 3
Voorbeeld: voorstander doodstraf of niet
1)theorie: Je hebt bijdrage geleverd aan een theorie waarbij iemand
anders daar dan later ook onderzoek over kan doen en tot verdere
bevindingen kan komen. Theorie is breder dan hypothesen, zijn ideën en
uit die theorieën kan je hypotheses afleiden.
2)hypothese: Mensen die slachtoffer geweest zijn van een erg
misdrijf gaan sneller voorstander zijn van de doodstraf dan mensen die
daar geen slachtoffer van zijn geweest. Concrete uitspraken over wat je
denkt te vinden.
afhankelijke variabele= houding ten aanzien van de doodstraf:
variabele die varieert ten aanzien van iets anders (onafhankelijke
variabele)
onafhankelijke variabele= slachtofferschap van een ernstig misdrijf
3)operationalisering (=meetbaar maken), bv wat wordt bedoelt met
doodstraf en wat moet bedoelt met houding t.o.v. doodstraf
4)design/ontwerp(=intellectueel plan van hoe je het gaat
onderzoeken, onderzoeksopzet): bv je bent van plan om te meten via
enquête die je online verspreidt en zo onderzoeksvraag te kunnen
beantwoorden
5)dataverzameling(=je stuurt het papier en krijgt een ingevuld
papier terug)letterlijk verzamelen van die data
6)analyse(=kijken of er bv verband is tussen slachtofferschap en de
doodstraf), je hebt dan een bestand gekregen die de antwoorden
weergeven en dan kan je daar statistiek op doen, allerlei analyses doen
om te kijken of er een verband is
7)bevindingen bv nee er is geen verband
Zo heb je bijdrage geleverd aan een theorie (deductief= je gaat
van algemeen naar concreet, data)
Je kan ook onderaan de cyclus beginnen:
Geen hypothese op voorhand ontwikkelen maar gewoon data
verzamelen en zien wat daaruit komt bv interviews doen en heel open
interviews doen dus geen hypothese,… bv wat denkt u over de doodstraf
en je ziet wel hoe het interview loopt en waar het eindigt. Je verzamelt
kwalitatieve data, geen cijfers maar tekstjes.
2
,Dit kan je ook analyseren met de bedoeling om uiteindelijk ook tot
bevindingen te komen maar die bevindingen gaan meer gebaseerd zijn op
kwalitatieve informatie ,..; het gaat hier dus om een beweging van
beneden naar boven (=inductief onderzoek, je vertrekt van het concrete
en gaat naar algemene)
Overzicht
- Fasen in de onderzoekscyclus
- Keuzes bij het uitwerken van een onderzoeksopzet
- Onderzoeksvoorstel
⚫ Literatuurstudie
⚫ Probleemstelling
⚫ Conceptueel kader
⚫ Onderzoeksopzet
⚫ Planning
- Onderzoek in de praktijk
- Structuur van een eindrapport
Keuzes bij een onderzoeksopzet
- Deductief vs. inductief
- Eenmalig vs. Iteratief (=herhaaldelijk)
- Beschrijvend vs. verklarend
- Waardenvrij vs. normatief
- Kwantitatief vs. kwalitatief
- Theoriegericht vs. Praktijkgericht
Je kan niet geen keuze maken op die continua. Je moet vermijden om
impliciete keuzes te maken want wetenschap gaat over bewust zijn van de
keuze die je maakt zodat je kritisch kijkt en kan bekritiseren,…
Dit zijn fundamentele keuzes met elk hun eigen voordelen en nadelen.
Keuze 1: Deductief vs. inductief
-Deductief
⚫ Van algemeen naar specifiek
⚫ wetenschappelijk onderzoek: Vanuit een theorie vertrekken en die
“testen” (of verder ontwikkelen) in de empirische realiteit. Je hebt iets
algemeen en deductie is je maakt dat concreet en meetbaar en
uiteindelijk ga je naar het specifieke bv echte mensen die u enquête
3
, invullen.
⚫metafoor (zeker zinvol bij kwalitatief onderzoek) Door de bril van een
conceptueel kader kijken naar de empirische realiteit, je kijkt naar de
werkelijkheid maar je zet een bril op, je hebt altijd een aantal categorieën
in u hoofd en wetenschap laat u bewust nadenken erover en beslissen
welke bril je gaat opzetten. Bv bril van houding ten aanzien van de
doodstraf.
- Inductief
⚫ Van specifiek naar algemeen en uiteindelijk wil je dus wat je specifiek
hebt in een algemeen “verhaal” steken. Je gaat als wetenschapper een
verhaal vertalen in een meer abstracte taal om dan te kijken of datzelfde
fenomeen zich ook bij andere voorgedaan heeft.
⚫ Vanuit de empirische realiteit vertrekken en een theorie ontwikkelen
o Theorie ontwikkelen i.p.v. theorie testen
- Continuüm met tal van mogelijke tussenposities,
bv.
Hoofdzakelijk inductief onderzoek, maar met enige theoretische
voorkennis ,het is dus niet zuiver inductief
Hoofdzakelijk deductief onderzoek, maar met inductieve fase als de
hypothese gefalsifieerd zou zijn, dit is dus niet zuiver deductief onderzoek.
In de praktijk zit het er vaak ergens tussen is het niet zuiver het ene of
zuiver het andere.
Keuze 2: Eenmalig vs. iteratief
- Eenmalig doorlopen van onderzoekscyclus
⚫ Onderzoekscyclus wordt doorlopen als stringent schema
Klassieke kwantitatieve onderzoekhypothesetesten van
hypotheseconclusie
- Iteratief doorlopen van onderzoekscyclus
⚫ Onderzoekscyclus wordt herhaaldelijk doorlopen
⚫ Dialoog tussen theorie en empirie
Stel je vertrekt van hypothese en doet kwalitatief onderzoek en je mag
heel doelgericht respondenten zoeken voor bv interviews en je gaat naar
die mensen en vraagt bv wat vind je van de doodstraf (hypothese) en na
een paar interviews stel je vast dat er een paar zijn die zeggen dat ze voor
zijn maar ook een paar die tegen zijn. Dit is falsificatie van hypothese
omdat je dacht dat mensen positief t.o.v. van doodstraf zouden staan
4
bronnen
Onderzoeksvoorstel (zie ook hb +pdf als
leerstof!)
Situering van de les
1. Onderzoeksvoorstel= document dat je schrijft in het begin van een
onderzoek
2. Onderzoeksdesign
o Validiteit en betrouwbaarheid
o Onderzoeksdesigns voor causale samenhang
Overzicht
- De onderzoekscyclus
- Keuzes bij het uitwerken van een onderzoeksopzet, er zijn fundamentele
keuzes tussen manieren om onderzoek te doen
- Onderzoeksvoorstel:
⚫ Literatuurstudie: wat weet je al over het onderwerp
⚫ Probleemstelling: onderzoeksvraag
⚫ Conceptueel kader: concepten die je gaat gebruiken
⚫ Onderzoeksopzet
⚫ Planning
- Onderzoek in de praktijk
- Structuur van een eindrapport
De onderzoekscyclus
Rechterovaal: methode 1
1
,Onderste ovaal: methode 2
Linkse ovaal: methode 3
Voorbeeld: voorstander doodstraf of niet
1)theorie: Je hebt bijdrage geleverd aan een theorie waarbij iemand
anders daar dan later ook onderzoek over kan doen en tot verdere
bevindingen kan komen. Theorie is breder dan hypothesen, zijn ideën en
uit die theorieën kan je hypotheses afleiden.
2)hypothese: Mensen die slachtoffer geweest zijn van een erg
misdrijf gaan sneller voorstander zijn van de doodstraf dan mensen die
daar geen slachtoffer van zijn geweest. Concrete uitspraken over wat je
denkt te vinden.
afhankelijke variabele= houding ten aanzien van de doodstraf:
variabele die varieert ten aanzien van iets anders (onafhankelijke
variabele)
onafhankelijke variabele= slachtofferschap van een ernstig misdrijf
3)operationalisering (=meetbaar maken), bv wat wordt bedoelt met
doodstraf en wat moet bedoelt met houding t.o.v. doodstraf
4)design/ontwerp(=intellectueel plan van hoe je het gaat
onderzoeken, onderzoeksopzet): bv je bent van plan om te meten via
enquête die je online verspreidt en zo onderzoeksvraag te kunnen
beantwoorden
5)dataverzameling(=je stuurt het papier en krijgt een ingevuld
papier terug)letterlijk verzamelen van die data
6)analyse(=kijken of er bv verband is tussen slachtofferschap en de
doodstraf), je hebt dan een bestand gekregen die de antwoorden
weergeven en dan kan je daar statistiek op doen, allerlei analyses doen
om te kijken of er een verband is
7)bevindingen bv nee er is geen verband
Zo heb je bijdrage geleverd aan een theorie (deductief= je gaat
van algemeen naar concreet, data)
Je kan ook onderaan de cyclus beginnen:
Geen hypothese op voorhand ontwikkelen maar gewoon data
verzamelen en zien wat daaruit komt bv interviews doen en heel open
interviews doen dus geen hypothese,… bv wat denkt u over de doodstraf
en je ziet wel hoe het interview loopt en waar het eindigt. Je verzamelt
kwalitatieve data, geen cijfers maar tekstjes.
2
,Dit kan je ook analyseren met de bedoeling om uiteindelijk ook tot
bevindingen te komen maar die bevindingen gaan meer gebaseerd zijn op
kwalitatieve informatie ,..; het gaat hier dus om een beweging van
beneden naar boven (=inductief onderzoek, je vertrekt van het concrete
en gaat naar algemene)
Overzicht
- Fasen in de onderzoekscyclus
- Keuzes bij het uitwerken van een onderzoeksopzet
- Onderzoeksvoorstel
⚫ Literatuurstudie
⚫ Probleemstelling
⚫ Conceptueel kader
⚫ Onderzoeksopzet
⚫ Planning
- Onderzoek in de praktijk
- Structuur van een eindrapport
Keuzes bij een onderzoeksopzet
- Deductief vs. inductief
- Eenmalig vs. Iteratief (=herhaaldelijk)
- Beschrijvend vs. verklarend
- Waardenvrij vs. normatief
- Kwantitatief vs. kwalitatief
- Theoriegericht vs. Praktijkgericht
Je kan niet geen keuze maken op die continua. Je moet vermijden om
impliciete keuzes te maken want wetenschap gaat over bewust zijn van de
keuze die je maakt zodat je kritisch kijkt en kan bekritiseren,…
Dit zijn fundamentele keuzes met elk hun eigen voordelen en nadelen.
Keuze 1: Deductief vs. inductief
-Deductief
⚫ Van algemeen naar specifiek
⚫ wetenschappelijk onderzoek: Vanuit een theorie vertrekken en die
“testen” (of verder ontwikkelen) in de empirische realiteit. Je hebt iets
algemeen en deductie is je maakt dat concreet en meetbaar en
uiteindelijk ga je naar het specifieke bv echte mensen die u enquête
3
, invullen.
⚫metafoor (zeker zinvol bij kwalitatief onderzoek) Door de bril van een
conceptueel kader kijken naar de empirische realiteit, je kijkt naar de
werkelijkheid maar je zet een bril op, je hebt altijd een aantal categorieën
in u hoofd en wetenschap laat u bewust nadenken erover en beslissen
welke bril je gaat opzetten. Bv bril van houding ten aanzien van de
doodstraf.
- Inductief
⚫ Van specifiek naar algemeen en uiteindelijk wil je dus wat je specifiek
hebt in een algemeen “verhaal” steken. Je gaat als wetenschapper een
verhaal vertalen in een meer abstracte taal om dan te kijken of datzelfde
fenomeen zich ook bij andere voorgedaan heeft.
⚫ Vanuit de empirische realiteit vertrekken en een theorie ontwikkelen
o Theorie ontwikkelen i.p.v. theorie testen
- Continuüm met tal van mogelijke tussenposities,
bv.
Hoofdzakelijk inductief onderzoek, maar met enige theoretische
voorkennis ,het is dus niet zuiver inductief
Hoofdzakelijk deductief onderzoek, maar met inductieve fase als de
hypothese gefalsifieerd zou zijn, dit is dus niet zuiver deductief onderzoek.
In de praktijk zit het er vaak ergens tussen is het niet zuiver het ene of
zuiver het andere.
Keuze 2: Eenmalig vs. iteratief
- Eenmalig doorlopen van onderzoekscyclus
⚫ Onderzoekscyclus wordt doorlopen als stringent schema
Klassieke kwantitatieve onderzoekhypothesetesten van
hypotheseconclusie
- Iteratief doorlopen van onderzoekscyclus
⚫ Onderzoekscyclus wordt herhaaldelijk doorlopen
⚫ Dialoog tussen theorie en empirie
Stel je vertrekt van hypothese en doet kwalitatief onderzoek en je mag
heel doelgericht respondenten zoeken voor bv interviews en je gaat naar
die mensen en vraagt bv wat vind je van de doodstraf (hypothese) en na
een paar interviews stel je vast dat er een paar zijn die zeggen dat ze voor
zijn maar ook een paar die tegen zijn. Dit is falsificatie van hypothese
omdat je dacht dat mensen positief t.o.v. van doodstraf zouden staan
4