KT 1 PF
Homeostase -> toestand van jouw interne milieu optimaal houden; cellen functioneren nu
optimaal
Gezondheid
- Het systeem is erg adaptief
- Het systeem is leren en voorspellend dus erg beïnvloedbaar
- Biopsychosociale benadering; gaat niet alleen over de klacht, maar de klacht in
combinatie met de patiënt.
Systeemtheoretische benadering
- Moleculen -> organellen -> cellen -> weefsels -> orgaansystemen -> organisme
Cel-organellen
Functie kennen van:
- celkern -> DNA -> zenuwstelsel van de cel, regeling milieu cel
- ER -> produceren van eiwitten -> regeling eiwitten -> belangrijk voor bouwstoffen
- golgi-complex -> eiwitten bewerken en verspreiden
- lysosomen ->
- mitochondriën -> energie produceren en leveren
Weefsel:
- Bedekkend weefsel -> epitheel, endotheel -> buitenkant
- Bindweefsel -> bot, kraakbeen -> verbind alles
- Zenuwweefsel
- Spierweefsel
- Epitheelweefsel
Fysiologie:
- Wetenschap die de eigenschappen en functies van het leven bestudeert
Fysiotherapie:
- Richt zich op wegnemen van de belemmeringen van het normaal biologisch herstel
Adaptatie:
- Zelfherstellend
Mensen krijgen problemen met de gezondheid omdat het adaptief vermogen is aangetast
of mensen kunnen er geen gebruik van maken.
Als je traint, gebeurt dat altijd op celniveau. Je adaptatie wordt daardoor verbetert. Je moet
je gedrag aanpassen aan hoe je lichaam je adaptatie regelt.
Belemmeringen adaptatie
- Dispositie -> van weefsels (verkeerde positie, kan niet zelf herstellen)
, - Obstructie -> van circulatie (slechte circulatie betekent geen adaptatie)
- Lokale overbelasting -> te vroeg, dan blijft de klacht terugkomen
Algemene belemmeringen:
- systemische ziekten / aandoeningen -> vb COPD
- intoxicaties -> geen goede toevoer van stoffen door te weinig eten
- gemoedstoestanden
-> Angst
-> Depressie
-> Agressie
-> Pijnbeleving
- Risicogedrag
- Leerbelemmeringen
Algemene voorwaarde voor herstel -> stress weghalen
Vragen om te beantwoorden voor je patiënt:
- zijn er cellen beschadigd of zelfs verloren gegaan (necrose)?
- is er het vermogen weefselschade of eventuele celschade te herstellen?
- is er het vermogen om eventueel celverlies teniet te doen?
(vervolgvraag: kan het lichaam gebruik maken van het adaptief vermogen?)
Mitotische cellen:
- epitheelweefsel
- regeneratie en restauratie
- altijd delen
- bedekkend weefsel
- aaneengesloten cellen
Postmitotische cellen:
- restauratie
- niet meer in staat te delen
- zenuwweefsel -> lange maar microscopisch kleine cellen -> bij beschadiging niet
terugkomend
- spierweefsel -> te ingewikkeld, komt niet meer terug bij beschadiging
- reparatie door bindweefsel
Recurrent mitotische cellen of reversibel postmitotische cellen
- regeneratie
- restauratie
- reparatie
- Bindweefsel of steunweefsel
- delen als er beschadiging
Regeneratie van cellen:
- hernieuwd ontstaan
- bindweefsel
- epitheel of huidweefsel
Homeostase -> toestand van jouw interne milieu optimaal houden; cellen functioneren nu
optimaal
Gezondheid
- Het systeem is erg adaptief
- Het systeem is leren en voorspellend dus erg beïnvloedbaar
- Biopsychosociale benadering; gaat niet alleen over de klacht, maar de klacht in
combinatie met de patiënt.
Systeemtheoretische benadering
- Moleculen -> organellen -> cellen -> weefsels -> orgaansystemen -> organisme
Cel-organellen
Functie kennen van:
- celkern -> DNA -> zenuwstelsel van de cel, regeling milieu cel
- ER -> produceren van eiwitten -> regeling eiwitten -> belangrijk voor bouwstoffen
- golgi-complex -> eiwitten bewerken en verspreiden
- lysosomen ->
- mitochondriën -> energie produceren en leveren
Weefsel:
- Bedekkend weefsel -> epitheel, endotheel -> buitenkant
- Bindweefsel -> bot, kraakbeen -> verbind alles
- Zenuwweefsel
- Spierweefsel
- Epitheelweefsel
Fysiologie:
- Wetenschap die de eigenschappen en functies van het leven bestudeert
Fysiotherapie:
- Richt zich op wegnemen van de belemmeringen van het normaal biologisch herstel
Adaptatie:
- Zelfherstellend
Mensen krijgen problemen met de gezondheid omdat het adaptief vermogen is aangetast
of mensen kunnen er geen gebruik van maken.
Als je traint, gebeurt dat altijd op celniveau. Je adaptatie wordt daardoor verbetert. Je moet
je gedrag aanpassen aan hoe je lichaam je adaptatie regelt.
Belemmeringen adaptatie
- Dispositie -> van weefsels (verkeerde positie, kan niet zelf herstellen)
, - Obstructie -> van circulatie (slechte circulatie betekent geen adaptatie)
- Lokale overbelasting -> te vroeg, dan blijft de klacht terugkomen
Algemene belemmeringen:
- systemische ziekten / aandoeningen -> vb COPD
- intoxicaties -> geen goede toevoer van stoffen door te weinig eten
- gemoedstoestanden
-> Angst
-> Depressie
-> Agressie
-> Pijnbeleving
- Risicogedrag
- Leerbelemmeringen
Algemene voorwaarde voor herstel -> stress weghalen
Vragen om te beantwoorden voor je patiënt:
- zijn er cellen beschadigd of zelfs verloren gegaan (necrose)?
- is er het vermogen weefselschade of eventuele celschade te herstellen?
- is er het vermogen om eventueel celverlies teniet te doen?
(vervolgvraag: kan het lichaam gebruik maken van het adaptief vermogen?)
Mitotische cellen:
- epitheelweefsel
- regeneratie en restauratie
- altijd delen
- bedekkend weefsel
- aaneengesloten cellen
Postmitotische cellen:
- restauratie
- niet meer in staat te delen
- zenuwweefsel -> lange maar microscopisch kleine cellen -> bij beschadiging niet
terugkomend
- spierweefsel -> te ingewikkeld, komt niet meer terug bij beschadiging
- reparatie door bindweefsel
Recurrent mitotische cellen of reversibel postmitotische cellen
- regeneratie
- restauratie
- reparatie
- Bindweefsel of steunweefsel
- delen als er beschadiging
Regeneratie van cellen:
- hernieuwd ontstaan
- bindweefsel
- epitheel of huidweefsel