Toets 7: Ademhalingsstelsel
1. Een holte die gedeeld wordt door het respiratoire en digestieve stelsel is
1.1. De farynx
2. Welke structuur bevindt zich achter het palatum durum (het benige gehemelte) en vormt de basis
van de nasofarynx?
2.1. Het palatum molle ( het zachte gehemelte)
3. De glottis is
3.1. De overgang van de farynx naar de larynx
4. De elastische structuur die naar achteren vouwt over de glottis en daarmee voorkomt dat vloeibare
en vaste stoffen tijdens het slikken het ademhalingsstelsel binnenkomen, is
4.1. De epiglottis
5. De structuur die de larynx aan de achterzijde ondersteunt is
5.1. Het cartilago cricoidea
6. De uiteinden van elk kraakbeenstuk in de trachea zijn met elkaar verboden door elastische
ligamenten
6.1. De m. trachealis
7. Luchtwegen die een hele longkwab voorzien heten
7.1. secundaire bronchi
8. De tonsillae palatinae (gehemelte amandelen) bevinden zich in de laterale wanden van
8.1. De orofarynx
9. Benoem
9.1. A: Conchae nasales / neusschelpen
9.2. B: neus
9.3. C: larynx
9.4. D: trachea
9.5. E: bronchus
9.6. F: bronchioli
9.7. G: farynx
9.8. H: interne nares
9.9. I: neusholte
9.10. J: vene
9.11. K: arterie
9.12. L: alveolus
9.13. M: capillaire netwerk
1. Een holte die gedeeld wordt door het respiratoire en digestieve stelsel is
1.1. De farynx
2. Welke structuur bevindt zich achter het palatum durum (het benige gehemelte) en vormt de basis
van de nasofarynx?
2.1. Het palatum molle ( het zachte gehemelte)
3. De glottis is
3.1. De overgang van de farynx naar de larynx
4. De elastische structuur die naar achteren vouwt over de glottis en daarmee voorkomt dat vloeibare
en vaste stoffen tijdens het slikken het ademhalingsstelsel binnenkomen, is
4.1. De epiglottis
5. De structuur die de larynx aan de achterzijde ondersteunt is
5.1. Het cartilago cricoidea
6. De uiteinden van elk kraakbeenstuk in de trachea zijn met elkaar verboden door elastische
ligamenten
6.1. De m. trachealis
7. Luchtwegen die een hele longkwab voorzien heten
7.1. secundaire bronchi
8. De tonsillae palatinae (gehemelte amandelen) bevinden zich in de laterale wanden van
8.1. De orofarynx
9. Benoem
9.1. A: Conchae nasales / neusschelpen
9.2. B: neus
9.3. C: larynx
9.4. D: trachea
9.5. E: bronchus
9.6. F: bronchioli
9.7. G: farynx
9.8. H: interne nares
9.9. I: neusholte
9.10. J: vene
9.11. K: arterie
9.12. L: alveolus
9.13. M: capillaire netwerk