Samenvatting privaatrecht
1. De mens
Het bestaan van de mens als rechtssubject neemt een aanvang bij de geboorten.
Rechtssubject:
- Rechtspersonen (NV, BV…)
- Natuurlijke personen (wijzelf)
Beide rechtssubjecten zijn drager van rechten en plichten tegenover andere
rechtssubjecten of rechtsobjecten. Relatie tussen twee rechtssubjecten kan met – of
zonder verbintenis:
- Verbintenis: Rechtssubject A en B gaan verbintenis aan waarbij A iets koopt
en B geeft iets in return.
o A heeft recht op goed en plicht tot betalen
o B heeft recht op geld en plicht om goed te overhandigen
- Geen verbintenis: rechtssubject A rijdt met de auto tegen de auto van B. A
heeft schuld aan B zonder dat er sprake is van een verbintenis.
1.1. Bestaan van de fysieke persoon
Elke fysieke persoon die ‘bestaat’ heeft rechtspersoonlijkheid en is m.a.w. drager
van rechten en plichten. Het bestaan begint met de geboorte, eindigt met de dood
problemen omtrent bestaan: afwezigheid/ vermist
1.1.1. Begin
Het bestaan van de mens als rechtssubject neemt een aanvang bij de geboorte
kan worden vastgesteld. Rechtspersoonlijkheid wordt slechts toegekend indien:
- Het kind levend geboren word
o Nuance: ouders van een doodgeboren kind hebben mogelijkheid om
kind een naam te geven
- Het kind levensvatbaar is (een kind in de buik is nog niet levensvatbaar)
o Nuance: soms wordt in het voordeel van het kind een recht toegekend
voor het levensvatbaar is (bv.: m.b.t. erven, schenkingen en
erkenning).
Kind maakt slechts aanspraak op de rechten indien het verwerkt
was voor de rechten openvielen en als het levend en
levensvatbaar geboren werd
Embryobescherming: embryo is een object en geen subject. Toch voorziet de
embryowet van 11 mei 2003 van een wettelijk kader voor onderzoek op menselijke
embryo’s. DOEL: bescherming van de embryo:
, - Onder bepaalde omstandigheden is het toegelaten
- Klonen en commerciële doeleinden is verboden
Abortus: abortus wet van 15 oktober 2018 (vrijwillige zwangerschapsafbreking).
Abortus kan vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden:
- spontaniteit (spontane abortus of miskraam)
- doel (therapeutische redenen, eugenetische redenen, sociale redenen,…)
- de persoon die de abortus uitvoert: (medisch – of niet medisch geschoold)
- naargelang de vrouw erin heeft toegestemd of niet
Vroeger was abortus strafbaar nu niet meer onder de volgende cumulatieve
omstandigheden:
- op verzoek en met toestemming van vrouw
- door een geneesheer in medisch verantwoorde omstandigheden
o de wet sluit plicht tot medewerking uit geneesheer kan weigeren het
te doen
- gedurende de eerste 84 dagen van zwangerschap
artikels: 348, 349 en 352 strafwetboek (vanbuiten leren) De zwangere vrouw mag
een arts verzoeken om de zwangerschap af te breken onder volgende voorwaarden:
- de zwangerschapsafbreking moet plaats vinden binnen de 12 weken na
bevruchting, en je moet geen andere reden opgeven
- moet gebeuren onder medisch verantwoorde omstandigheden door een arts
o arts moet voorlichtende rol spelen om moeder te helpen
- Bespreken van de medische risico’s van de ingreep
- De arts moet er zich van vergewissen dat er een vaste wil is en dat het geen
bevlieging is
- De vrouw moet schriftelijk te kennen geven dat ze vastbesloten is om de
ingreep te ondergaan
- Na de 12e week kan de zwangerschap alleen vrijwillig worden onderbroken
indien het voortzetten van de zwangerschap een gevaar is voor de vrouw, of
als het kind geboren wordt met een uiterst zware kwaal die ongeneselijk zal
zijn.
o LET OP: Verkrachting is dus geen reden om na 12 e week over te gaan
tot abortus!!
Indien cumulatief wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden is abortus niet
strafbaar in alle ander gevallen wel!!
Aangifte verplichting n.a.v. geboorte: verplicht 15 dagen na de bevalling door
vader of moeder. In de akte staat vermeld (Art. 44 oud BW):
- Dag, uur, plaats van geboorte
- Geslacht
- Voornamen van kind
- Voornamen, naam, beroep, woonplaats van moeder en vader
, 1.1.2. Einde
Dood: de lichamelijke dood einde fysiek persoon en rechtspersoonlijkheid. Enkele
problemen:
1) Vaststelling van het overlijden (vnl. met het oog op orgaantransplantatie)
a. Geen wettelijke criterium wanneer een lichaam overgaat van leven tot
dood
b. Moeilijk om overlijden vast te stellen
c. Vaak ook proces die zich in de tijd kan uitstrekken
d. Eenvoudigste vaststelling = ‘lijk’
e. Tegenwoordig is iemand dood bij volledige afwezigheid van
hersenwerking = hersendood
f. Coma = klinische dood = kunstmatig in leven houden
2) Conflict tussen recht om rustig te sterven en respect voor menselijk leven
a. Therapeutische hardnekkigheid = alle ingrepen waardoor het
stervensproces kunstmatig wordt verlengd
b. Ingrijpen in het stervensproces:
i. Onaantastbaarheid: men mag niet tussenkomen in het
stervensproces
ii. Geen zelfbeschikking: lichaam is niet van jou geen inspraak
wat betreft levenskwaliteit
c. Euthanasie: wettelijk kader = euthanasie wet van 28 mei 2002:
i. Begrip: het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een
andere dan de betrokkene, op diens verzoek
ii. In principe strafbaar: doding en doodslag
iii. Toegelaten:
1. Terminale patiënten
2. Patiënten die zich bevinden in uitzichtloze situatie van
aanhoudend en ondraaglijk lijden, zowel fysiek als
psychisch, en ongeneselijk zijn
iv. Toelatingsvoorwaarden:
1. Uitvoering door arts anders strafbaar
2. Vrijwillig, overwogen en herhaald verzoek, in schriftelijke
vorm verzoek kan worden vervangen door
wilsverklaring. Kan enkel toegepast worden (coma):
a. Ten gevolge van lijden aan ernstige en
ongeneselijke aandoening
b. Wanneer je niet meer in bewustzijn bent
c. Onomkeerbare toestand
3. Patiënt moet zich bevinden in terminale- of uitzichtloze
toestand die ongeneselijk is
a. Minderjarige moet zich bevinden in medisch
uitzichtloze toestand van aanhoudend en
ondraaglijk fysiek lijden dat niet kan opgelost
worden en dat binnen afzienbare termijn het
overlijden tot het gevolg heeft
, 4. Naleving van alle voorwaarden en procedures
v. Euthanasie is geen mensenrecht!!
vi. Geen verplichting tot meewerken
d. Medisch handelen zonder oogmerk te doden: verschillende
typegevallen
i. Het toedienen van pijnbestrijdingsmiddelen (= een recht)
ii. Zinloze of onverantwoorde medische ingrepen
1. Worden niet uitgevoerd
2. Ethisch draagvlak wat is verantwoord en wat niet?
iii. Kunstmatig in leven houden
1. Dood ingetreden (voor transplantatie)
2. Dood niet ingetreden (coma) stoppen met coma
bestaan geen regels voor = afweging
iv. Levensreddende medische behandeling weigeren in geval van
minderjarigen kunnen ouders niet beslissen om een handeling te
weigeren in de naam van het kind jeugdrechter moet
beslissing eerst toetsen
3) Juridisch statuut van het lijk
a. Weinig regelgeving
b. Res sacra:
i. Niet verhandelbaar
ii. Respecteren van beschikkingen overledene m.b.t. zijn lijk en
begrafenis
c. Autopsie = lijkschouwing = onderzoek om vaststellingen te doen m.b.t.
overlijden
d. Lijk opening kan gevraagd worden in volgende gevallen
i. Door nabestaande onmiddellijk na overlijden (bv.: wiegendood)
ii. In het kader van strafrechtelijk onderzoek
iii. Civielrechtelijk als bewijs
e. Afstand van het lijk: lichaam schenken aan wetenschap
wilsbeschikking
f. Orgaan transplantatie:
i. Positief stelsel
1. Opt-out: er wordt vanuit gegaan dat wij willen doneren
tenzij je expliciet zegt van niet
ii. Anonimiteit van donor (wat bij zaadcellen)
1. Anonimiteit van spermadonor is niet absoluut
2. Kind heeft recht om te weten wie zijn vader is
iii. Mag niet bij overlijden wegens ongekende oorzaak
iv. Wegneming van organen bij levenden kan alleen maar
1. Meerderjarigen
2. Toestemming gegeven
3. Geen ernstige gevolgen voor donor
4. Minderjarig (alleen als het betrekking heeft op organen die
kunnen regenereren en wanneer ze bestemd is voor
transplantatie bij broer of zus)
4) Formaliteit bij het overlijden
1. De mens
Het bestaan van de mens als rechtssubject neemt een aanvang bij de geboorten.
Rechtssubject:
- Rechtspersonen (NV, BV…)
- Natuurlijke personen (wijzelf)
Beide rechtssubjecten zijn drager van rechten en plichten tegenover andere
rechtssubjecten of rechtsobjecten. Relatie tussen twee rechtssubjecten kan met – of
zonder verbintenis:
- Verbintenis: Rechtssubject A en B gaan verbintenis aan waarbij A iets koopt
en B geeft iets in return.
o A heeft recht op goed en plicht tot betalen
o B heeft recht op geld en plicht om goed te overhandigen
- Geen verbintenis: rechtssubject A rijdt met de auto tegen de auto van B. A
heeft schuld aan B zonder dat er sprake is van een verbintenis.
1.1. Bestaan van de fysieke persoon
Elke fysieke persoon die ‘bestaat’ heeft rechtspersoonlijkheid en is m.a.w. drager
van rechten en plichten. Het bestaan begint met de geboorte, eindigt met de dood
problemen omtrent bestaan: afwezigheid/ vermist
1.1.1. Begin
Het bestaan van de mens als rechtssubject neemt een aanvang bij de geboorte
kan worden vastgesteld. Rechtspersoonlijkheid wordt slechts toegekend indien:
- Het kind levend geboren word
o Nuance: ouders van een doodgeboren kind hebben mogelijkheid om
kind een naam te geven
- Het kind levensvatbaar is (een kind in de buik is nog niet levensvatbaar)
o Nuance: soms wordt in het voordeel van het kind een recht toegekend
voor het levensvatbaar is (bv.: m.b.t. erven, schenkingen en
erkenning).
Kind maakt slechts aanspraak op de rechten indien het verwerkt
was voor de rechten openvielen en als het levend en
levensvatbaar geboren werd
Embryobescherming: embryo is een object en geen subject. Toch voorziet de
embryowet van 11 mei 2003 van een wettelijk kader voor onderzoek op menselijke
embryo’s. DOEL: bescherming van de embryo:
, - Onder bepaalde omstandigheden is het toegelaten
- Klonen en commerciële doeleinden is verboden
Abortus: abortus wet van 15 oktober 2018 (vrijwillige zwangerschapsafbreking).
Abortus kan vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden:
- spontaniteit (spontane abortus of miskraam)
- doel (therapeutische redenen, eugenetische redenen, sociale redenen,…)
- de persoon die de abortus uitvoert: (medisch – of niet medisch geschoold)
- naargelang de vrouw erin heeft toegestemd of niet
Vroeger was abortus strafbaar nu niet meer onder de volgende cumulatieve
omstandigheden:
- op verzoek en met toestemming van vrouw
- door een geneesheer in medisch verantwoorde omstandigheden
o de wet sluit plicht tot medewerking uit geneesheer kan weigeren het
te doen
- gedurende de eerste 84 dagen van zwangerschap
artikels: 348, 349 en 352 strafwetboek (vanbuiten leren) De zwangere vrouw mag
een arts verzoeken om de zwangerschap af te breken onder volgende voorwaarden:
- de zwangerschapsafbreking moet plaats vinden binnen de 12 weken na
bevruchting, en je moet geen andere reden opgeven
- moet gebeuren onder medisch verantwoorde omstandigheden door een arts
o arts moet voorlichtende rol spelen om moeder te helpen
- Bespreken van de medische risico’s van de ingreep
- De arts moet er zich van vergewissen dat er een vaste wil is en dat het geen
bevlieging is
- De vrouw moet schriftelijk te kennen geven dat ze vastbesloten is om de
ingreep te ondergaan
- Na de 12e week kan de zwangerschap alleen vrijwillig worden onderbroken
indien het voortzetten van de zwangerschap een gevaar is voor de vrouw, of
als het kind geboren wordt met een uiterst zware kwaal die ongeneselijk zal
zijn.
o LET OP: Verkrachting is dus geen reden om na 12 e week over te gaan
tot abortus!!
Indien cumulatief wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden is abortus niet
strafbaar in alle ander gevallen wel!!
Aangifte verplichting n.a.v. geboorte: verplicht 15 dagen na de bevalling door
vader of moeder. In de akte staat vermeld (Art. 44 oud BW):
- Dag, uur, plaats van geboorte
- Geslacht
- Voornamen van kind
- Voornamen, naam, beroep, woonplaats van moeder en vader
, 1.1.2. Einde
Dood: de lichamelijke dood einde fysiek persoon en rechtspersoonlijkheid. Enkele
problemen:
1) Vaststelling van het overlijden (vnl. met het oog op orgaantransplantatie)
a. Geen wettelijke criterium wanneer een lichaam overgaat van leven tot
dood
b. Moeilijk om overlijden vast te stellen
c. Vaak ook proces die zich in de tijd kan uitstrekken
d. Eenvoudigste vaststelling = ‘lijk’
e. Tegenwoordig is iemand dood bij volledige afwezigheid van
hersenwerking = hersendood
f. Coma = klinische dood = kunstmatig in leven houden
2) Conflict tussen recht om rustig te sterven en respect voor menselijk leven
a. Therapeutische hardnekkigheid = alle ingrepen waardoor het
stervensproces kunstmatig wordt verlengd
b. Ingrijpen in het stervensproces:
i. Onaantastbaarheid: men mag niet tussenkomen in het
stervensproces
ii. Geen zelfbeschikking: lichaam is niet van jou geen inspraak
wat betreft levenskwaliteit
c. Euthanasie: wettelijk kader = euthanasie wet van 28 mei 2002:
i. Begrip: het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een
andere dan de betrokkene, op diens verzoek
ii. In principe strafbaar: doding en doodslag
iii. Toegelaten:
1. Terminale patiënten
2. Patiënten die zich bevinden in uitzichtloze situatie van
aanhoudend en ondraaglijk lijden, zowel fysiek als
psychisch, en ongeneselijk zijn
iv. Toelatingsvoorwaarden:
1. Uitvoering door arts anders strafbaar
2. Vrijwillig, overwogen en herhaald verzoek, in schriftelijke
vorm verzoek kan worden vervangen door
wilsverklaring. Kan enkel toegepast worden (coma):
a. Ten gevolge van lijden aan ernstige en
ongeneselijke aandoening
b. Wanneer je niet meer in bewustzijn bent
c. Onomkeerbare toestand
3. Patiënt moet zich bevinden in terminale- of uitzichtloze
toestand die ongeneselijk is
a. Minderjarige moet zich bevinden in medisch
uitzichtloze toestand van aanhoudend en
ondraaglijk fysiek lijden dat niet kan opgelost
worden en dat binnen afzienbare termijn het
overlijden tot het gevolg heeft
, 4. Naleving van alle voorwaarden en procedures
v. Euthanasie is geen mensenrecht!!
vi. Geen verplichting tot meewerken
d. Medisch handelen zonder oogmerk te doden: verschillende
typegevallen
i. Het toedienen van pijnbestrijdingsmiddelen (= een recht)
ii. Zinloze of onverantwoorde medische ingrepen
1. Worden niet uitgevoerd
2. Ethisch draagvlak wat is verantwoord en wat niet?
iii. Kunstmatig in leven houden
1. Dood ingetreden (voor transplantatie)
2. Dood niet ingetreden (coma) stoppen met coma
bestaan geen regels voor = afweging
iv. Levensreddende medische behandeling weigeren in geval van
minderjarigen kunnen ouders niet beslissen om een handeling te
weigeren in de naam van het kind jeugdrechter moet
beslissing eerst toetsen
3) Juridisch statuut van het lijk
a. Weinig regelgeving
b. Res sacra:
i. Niet verhandelbaar
ii. Respecteren van beschikkingen overledene m.b.t. zijn lijk en
begrafenis
c. Autopsie = lijkschouwing = onderzoek om vaststellingen te doen m.b.t.
overlijden
d. Lijk opening kan gevraagd worden in volgende gevallen
i. Door nabestaande onmiddellijk na overlijden (bv.: wiegendood)
ii. In het kader van strafrechtelijk onderzoek
iii. Civielrechtelijk als bewijs
e. Afstand van het lijk: lichaam schenken aan wetenschap
wilsbeschikking
f. Orgaan transplantatie:
i. Positief stelsel
1. Opt-out: er wordt vanuit gegaan dat wij willen doneren
tenzij je expliciet zegt van niet
ii. Anonimiteit van donor (wat bij zaadcellen)
1. Anonimiteit van spermadonor is niet absoluut
2. Kind heeft recht om te weten wie zijn vader is
iii. Mag niet bij overlijden wegens ongekende oorzaak
iv. Wegneming van organen bij levenden kan alleen maar
1. Meerderjarigen
2. Toestemming gegeven
3. Geen ernstige gevolgen voor donor
4. Minderjarig (alleen als het betrekking heeft op organen die
kunnen regenereren en wanneer ze bestemd is voor
transplantatie bij broer of zus)
4) Formaliteit bij het overlijden