HC10 – framework oncology
Uitslag patiënt bepalen:
Grade
Stage
Performance patiënt
Tumorkarakteristieken: oorsprong, grade, premaligne/maligne, genetica & ontwikkeling
Gradering
Gradering = intrinsieke activiteit tumor bepalen adhv histologie prognose & behandeling
G0 ongedetermineerd graad kan niet vastgesteld worden
G1 lage graad goed-gedifferentieerd
G2 intermediaire graad gemiddeld-gedifferentieerd
G3 hoge graad slecht-gedifferentieerd
G4 hoge graad ongedifferentieerd/anaplasie
hoe hoger de graad, hoe slechter de prognose
Stadia van kanker: waarom en wat?
Staging: prognose, behandeling, identificeren mogelijke klinische trials/studies (vergelijking tussen
instituten), communicatie (universele taal) & mate ziekteverspreiding determineren
Solide tumoren = lokale- (T), lymfe verspreiding (N) & distale metastasen (M) (hematogeen)
Hematologische maligniteit = uitstrekking, invloed normale functie beenmerg & specifieke
markers/differentiatie van cellen
Welke elementen worden gebruikt?
Locatie primaire tumor
Tumorgrootte / aantal tumoren (tumor load)
Lymfeknoop betrokkenheid
Celtype & tumorgraad
Aanwezigheid distale metastasen
TNM-stadium
T-status = uitgebreidheid; grootte & lokale orgaanbetrokkenheid (T0-T4)
Tis = tumor in situ = tumor binnen anatomische grenzen
N-status = regionale lymfeknoop betrokkenheid (N0-N3)
N0: geen lymfeknoop betrokkenheid
N1: sentinel node = lymfeklier die waarschijnlijk eerst aangedaan is
N2: verspreiding verdere lymfeklieren
N3: verspreiding klieren hele andere plek in lichaam
M-status = distale metastasen (M0: niet/M1: wel)
TNMx = regio niet beoordeeld
Voor TNM
c klinisch (voor behandeling) – imaging, endoscopie, biopsie, chirurgisch etc.
p histopathologisch (na operatie)
yp na pre-behandeling (bv na pretreatment chemotherapie, om tumor te verkleinen)
X niet geclassificeerd (geen informatie)
Borstkanker voorbeeld
N0: geen N1: axillaire lymfeknoop N2: clavicula lymfeknoop
T1: <2cm T2: 2-5 cm T3: >5 cm T4: verspreiden omliggende weefsel/ingroeien
Adenocarcinoma, grade 3, diameter 1.2 cm, free excision marks (na chirurgie), ER+, PR+ , HER2-,
sentinel node 0/2 in metastasis.
pT1N0Mx
Stadia
, 0 in situ kanker (niet invasief, pre-maligne)
1 gelokaliseerde kanker (invasief)
2 lokale spreiding & vaak inclusie dichtstbijzijnde lymfeknopen
3 meer extensieve lymfeknoop betrokkenheid
4 distale metastasen
Longkanker voorbeeld
T0: geen tumor T1: < 3cm N0: geen lymfeknopen
Tx: tumor in sputum maar niet zichtbaar T2: 3-5 cm N1: hilus (ipsi)
Tis: tumor in situ T3: 5-7 cm N2: mediastium (ipsi)
T4: > 7 cm N3: contralateraal
A 67-year-old man has a primary lung tumor in the left upper lobe, without signs of invasion in the
pleura. The diameter of the tumor is 6.5 cm. The PET scan shows an elevated uptake in the primary
process and in the mediastium region left. Cytological analysis of a PET positive lymph node in the
mediastinum shows a few tumor cells. PA: adenocarcinoma. On the PET scan no other abnormalities
are found. What is the clinical stage?
cT3N2M0
Andere stadia systemen
Ann-Arbor staging: lymphomas
I enkele lymfeknoopregio’s III beide kanten diafragma
II 1 kant diafragma IV: gedissemineerd
S miltziekte
E extralymfatische site
A geen systemische symptomen B: koorts, nachtzweten, gewichtsverlies
Duke’s classificatie: colonkanker
FIGO: gynaecologische tumoren (endometrium, cervix & vulva)
Melanomen prognose
Breslow schaal: dikte in mm
Clark’s level: omschrijving
Stadiëring en overleving
Stadia geeft overlevingskans, bv longkanker stadium 1 (50% na 5 jaar) & stadium III-B (4% na 5 jaar)
Hoe stel je een stadium vast en wanneer
Verwachting waarnaar ziekte verspreidt (kennis natuurlijke weg & beeldvorming)
kans op spreiding bepaalt uitgebreidheid onderzoek
Voorbeelden verspreiding
Sarcoma: vaak niet lymfatisch & longmetastasen
Pancreas: lever metastasen
Small cell longkanker: brein metastasen
Kanker, diagnose & stadiëring
Histologie weefseltype & graad
Immuunhistochemie gedetailleerde differentiatie
Beeldvorming staging
o X-ray (mammografie/thorax), ultrasound, endoscopie, MRI, CT & PET-scan
o Chirurgische rapporten & soms laboratoriumonderzoek
Basis behandelingsmodaliteiten in kanker
1. Chirurgie
2. Radiotherapie
3. Chemotherapie – metastasen (systemisch)
Terminologie
Typen behandelingen
, Curatief = gericht op genezing
Palliatief = stadium 4 (jaren); symptomen verlichting, verspreiding voorkomen, geen genezing
Terminaal = laatste maanden; best supportive care = lijden/pijn verlichten + comfortabel
Dying phase = laatste dagen
Adjuvant = na primaire behandeling (micrometastasen)
Neo-adjuvant = voor primaire behandeling (induction therapie) – bv tumor krimpen &
micrometastasen behandelen
Primaire behandeling = hoofdbehandeling (vaak operatie)
o Preoperatief (voor) / postoperatief (na) / peroperatief (tijdens)
Termen
Systemisch = aantal organen/weefsels of hele lichaam – ziekte of behandeling (oncoloog)
Concominant = 2 behandelingen tegelijk
Sequentieel = 2 behandelingen na elkaar
Electief = ‘gekozen’ lokale behandeling gebied klinisch negatief, maar hoog risico
betrokkenheid (bv profylactische chirurgie)
Voorbeeld
A patiënt with 2 tumors lymfeknopen in the axilla from left sided breast cancer:
Stage: 2 curatief
Levermetastasen van colonkanker
Stage: 4 palliatief (uitzonderlijk curatief)
Long, lever, breinmetastasen van longkanker
Stage: 4 palliatief
Uitslag patiënt bepalen:
Grade
Stage
Performance patiënt
Tumorkarakteristieken: oorsprong, grade, premaligne/maligne, genetica & ontwikkeling
Gradering
Gradering = intrinsieke activiteit tumor bepalen adhv histologie prognose & behandeling
G0 ongedetermineerd graad kan niet vastgesteld worden
G1 lage graad goed-gedifferentieerd
G2 intermediaire graad gemiddeld-gedifferentieerd
G3 hoge graad slecht-gedifferentieerd
G4 hoge graad ongedifferentieerd/anaplasie
hoe hoger de graad, hoe slechter de prognose
Stadia van kanker: waarom en wat?
Staging: prognose, behandeling, identificeren mogelijke klinische trials/studies (vergelijking tussen
instituten), communicatie (universele taal) & mate ziekteverspreiding determineren
Solide tumoren = lokale- (T), lymfe verspreiding (N) & distale metastasen (M) (hematogeen)
Hematologische maligniteit = uitstrekking, invloed normale functie beenmerg & specifieke
markers/differentiatie van cellen
Welke elementen worden gebruikt?
Locatie primaire tumor
Tumorgrootte / aantal tumoren (tumor load)
Lymfeknoop betrokkenheid
Celtype & tumorgraad
Aanwezigheid distale metastasen
TNM-stadium
T-status = uitgebreidheid; grootte & lokale orgaanbetrokkenheid (T0-T4)
Tis = tumor in situ = tumor binnen anatomische grenzen
N-status = regionale lymfeknoop betrokkenheid (N0-N3)
N0: geen lymfeknoop betrokkenheid
N1: sentinel node = lymfeklier die waarschijnlijk eerst aangedaan is
N2: verspreiding verdere lymfeklieren
N3: verspreiding klieren hele andere plek in lichaam
M-status = distale metastasen (M0: niet/M1: wel)
TNMx = regio niet beoordeeld
Voor TNM
c klinisch (voor behandeling) – imaging, endoscopie, biopsie, chirurgisch etc.
p histopathologisch (na operatie)
yp na pre-behandeling (bv na pretreatment chemotherapie, om tumor te verkleinen)
X niet geclassificeerd (geen informatie)
Borstkanker voorbeeld
N0: geen N1: axillaire lymfeknoop N2: clavicula lymfeknoop
T1: <2cm T2: 2-5 cm T3: >5 cm T4: verspreiden omliggende weefsel/ingroeien
Adenocarcinoma, grade 3, diameter 1.2 cm, free excision marks (na chirurgie), ER+, PR+ , HER2-,
sentinel node 0/2 in metastasis.
pT1N0Mx
Stadia
, 0 in situ kanker (niet invasief, pre-maligne)
1 gelokaliseerde kanker (invasief)
2 lokale spreiding & vaak inclusie dichtstbijzijnde lymfeknopen
3 meer extensieve lymfeknoop betrokkenheid
4 distale metastasen
Longkanker voorbeeld
T0: geen tumor T1: < 3cm N0: geen lymfeknopen
Tx: tumor in sputum maar niet zichtbaar T2: 3-5 cm N1: hilus (ipsi)
Tis: tumor in situ T3: 5-7 cm N2: mediastium (ipsi)
T4: > 7 cm N3: contralateraal
A 67-year-old man has a primary lung tumor in the left upper lobe, without signs of invasion in the
pleura. The diameter of the tumor is 6.5 cm. The PET scan shows an elevated uptake in the primary
process and in the mediastium region left. Cytological analysis of a PET positive lymph node in the
mediastinum shows a few tumor cells. PA: adenocarcinoma. On the PET scan no other abnormalities
are found. What is the clinical stage?
cT3N2M0
Andere stadia systemen
Ann-Arbor staging: lymphomas
I enkele lymfeknoopregio’s III beide kanten diafragma
II 1 kant diafragma IV: gedissemineerd
S miltziekte
E extralymfatische site
A geen systemische symptomen B: koorts, nachtzweten, gewichtsverlies
Duke’s classificatie: colonkanker
FIGO: gynaecologische tumoren (endometrium, cervix & vulva)
Melanomen prognose
Breslow schaal: dikte in mm
Clark’s level: omschrijving
Stadiëring en overleving
Stadia geeft overlevingskans, bv longkanker stadium 1 (50% na 5 jaar) & stadium III-B (4% na 5 jaar)
Hoe stel je een stadium vast en wanneer
Verwachting waarnaar ziekte verspreidt (kennis natuurlijke weg & beeldvorming)
kans op spreiding bepaalt uitgebreidheid onderzoek
Voorbeelden verspreiding
Sarcoma: vaak niet lymfatisch & longmetastasen
Pancreas: lever metastasen
Small cell longkanker: brein metastasen
Kanker, diagnose & stadiëring
Histologie weefseltype & graad
Immuunhistochemie gedetailleerde differentiatie
Beeldvorming staging
o X-ray (mammografie/thorax), ultrasound, endoscopie, MRI, CT & PET-scan
o Chirurgische rapporten & soms laboratoriumonderzoek
Basis behandelingsmodaliteiten in kanker
1. Chirurgie
2. Radiotherapie
3. Chemotherapie – metastasen (systemisch)
Terminologie
Typen behandelingen
, Curatief = gericht op genezing
Palliatief = stadium 4 (jaren); symptomen verlichting, verspreiding voorkomen, geen genezing
Terminaal = laatste maanden; best supportive care = lijden/pijn verlichten + comfortabel
Dying phase = laatste dagen
Adjuvant = na primaire behandeling (micrometastasen)
Neo-adjuvant = voor primaire behandeling (induction therapie) – bv tumor krimpen &
micrometastasen behandelen
Primaire behandeling = hoofdbehandeling (vaak operatie)
o Preoperatief (voor) / postoperatief (na) / peroperatief (tijdens)
Termen
Systemisch = aantal organen/weefsels of hele lichaam – ziekte of behandeling (oncoloog)
Concominant = 2 behandelingen tegelijk
Sequentieel = 2 behandelingen na elkaar
Electief = ‘gekozen’ lokale behandeling gebied klinisch negatief, maar hoog risico
betrokkenheid (bv profylactische chirurgie)
Voorbeeld
A patiënt with 2 tumors lymfeknopen in the axilla from left sided breast cancer:
Stage: 2 curatief
Levermetastasen van colonkanker
Stage: 4 palliatief (uitzonderlijk curatief)
Long, lever, breinmetastasen van longkanker
Stage: 4 palliatief