Zelfstudie H1
1. Wat is cognitieve psychologie?
Cognitieve Psychologie gegeven: “Cognitive Psychology is the branch of psychology
concerned with the scientific study of the mind”
Vraag 1) Welke andere takken van Psychologie ken je en hoe past cognitieve
psychologie daar tussen?
● biological (sensational en consciousness)
● developmental (learning)
● social & personality
● mental & physical health
Vraag 2) Hoe zou je “mind” vertalen naar het Nederlands? Hebben wij ook enkele
uitspraken en gezegden waaruit de betekenis van dit woord naar voren komt?
● verstand
● gezond verstand
● je verstand gebruiken
Iets verder op pagina 3 staat “The mind creates and controls mental functions”
Vraag 3) Welke mentale functies bedoelen ze hier?
● perception
● attention
● memory
● emotions
● language
● deciding
● thinking
● reasoning
Vraag 4) Deze cursus heet Cognitie en Perceptie; wat is daar vreemd aan?
● cognitie → hoe je dingen waarneemt
● perceptie → hoe je dingen interpreteert
2. Voorbeelden van vroege studies in Cognitieve
Psychologie
Quiz
1. Doel van het experiment van Donders was om te achterhalen hoe snel mensen →
een bepaalde keuze kunnen maken
2. Het kenmerkende element van Donders’ methode van onderzoek is → reactietijden
van verschillende condities van elkaar aftrekken
, 3. Een van de belangrijkste zaken die Wundt voor elkaar heeft gekregen voor het
vakgebied van de Psychologie is → het belang van het doen van experimenten
benadrukken
4. Volgens Ebbinghaus zijn we de helft van wat we zojuist geleerd hebben alweer
vergeten na → 1 uur
5. Kritische kanttekening bij het antwoord op bovenstaande vraag is echter dat
Ebbinghaus → non-woorden gebruikte die moeilijker zijn om te onthouden
6. Het eerste Psychologie tekstboek verscheen → rond 1890
3. Behaviorisme
Vraag 5) Wat is het verschil tussen klassieke en operante conditionering?
● klassieke conditionering → het gedrag dat geanalyseerd kan worden zonder
enkele referenties naar het verstand
● operante conditionering → focust op hoe gedrag sterker wordt door de presentatie
van positieve versterkers
○ bij operant heb je wel een referentie naar het verstand
Vraag 6) Kun je zelf een voorbeeld noemen van hoe klassieke en operante
conditionering jouw eigen gedrag beïnvloeden?
● klassieke conditionering → pavlov experiment
● operant conditionering → Een student leert harder te studeren (gedrag) omdat hij
weet dat goede cijfers (positieve versterkers) een beloning zijn.
Vraag 7) In het experiment van Tolman – wat zou de verwachting zijn van een
behaviorist over wat de muis zou doen in Figuur (c) en waarom? Wat doet de muis in
het echt en wat kunnen we daaruit afleiden?
● behaviorism → Puur objectieve, experimentele tak van de natuurwetenschappen.
Theoretisch doel is het voorspellen en beheersen van gedrag
● Een behaviorist zou verwachten dat de muis simpelweg door het doolhof navigeert
op basis van de stimulus-respons associaties die ze eerder heeft geleerd. De muis
loopt echter in een keer naar de goede plek
● De ratten waren in staat om een interne representatie van het doolhof te vormen,
leren is niet altijd afhankelijk van een onmiddellijke beloning
,4. Opkomst van Cognitieve Psychologie
Vraag 8) Steven Pinker noemt 3 namen die ook in je boek worden genoemd: Donald
Broadbent, George Miller, Ulrich Neisser (en ja, deze namen zijn dus belangrijk!) –
zoek in je boek op wat de belangrijkste bijdragen van deze onderzoekers waren voor
het ontstaan van het vakgebied Cognitieve Psychologie
● Donald Broadbent → Flow diagrams of the mind
○ Input (sound of both attended & unattended messages) → filter lets through
attended message and filters out unattended message → detector records
information through filter
○ Provided a way to analyse the operation of mind in terms of sequence of
processing stages
○ One of the standard ways of depicting the operation of the mind
● George Miller → paper waarin duidelijk werd dat een mensn maar zeven dingen
tegelijk kan onthouden (immediate memory)
● Ulrich Neisser → First cognitive psychology book
quiz
1. The cognitive revolution was very much influenced by the development of the
digital computer and by applied work
2. You could regard the human being as an information processing channel of limited
capacity
3. Cognitive Psychology comes down to a combination of initially using a computer or
model analogy but then testing it by looking carefully at the evidence and
evaluating it and then using that to change and modify your model
5. Structural-, process- en resource- models
Vraag 9) Leg uit waarom onderstaand filter model van aandacht een process model is
en niet een structural model. Van wie is dit model afkomstig? In hoeverre lijkt dit op
een computermodel?
, ● structural model → structuren in het brein die zijn betrokken bij specifieke functies
● process model → illustreren hoe een proces werkt
○ model is een process model omdat het illustreert hoe het filter model werkt
○ Deze dozen symboliseren een proces dat kan worden uitgevoerd door een
aantal verschillende samenwerkende structuren.
○
● model is afkomstig van Donald Broadbent
● Het model toont de functionele aspecten van aandacht, vergelijkbaar met hoe een
computermodel de stapsgewijze verwerking van informatie weergeeft
Vraag 10) In relatie tot informatie verwerking wat is onze grootste resource
bottleneck? Beschrijf twee consequenties van de bottleneck.
● beperkte capaciteit van het kortetermijngeheugen
● consequenties:
1. Beperkte Aandacht en Gemiste Informatie
2. Concurrentie om Hulpbronnen en Verminderde Prestatie
Een van de onderwerpen waar cognitief psychologen veel onderzoek naar hebben gedaan
is het geheugen. Wat moeten we doen om informatie zo goed mogelijk in ons geheugen op
te slaan, zodanig dat we het op een ander moment weer makkelijk en correct kunnen
herinneren? Door dit nauwkeurig te onderzoeken zijn enkele tips voor efficiënt studeren naar
boven gekomen.
6. Tips voor beter studeren vanuit de Cognitieve
Psychologie
Vraag 11) Welke tips voor efficient studeren vanuit de cognitieve psychologie kun jij
ontdekken op pagina 17 t/m 19?
● intermixing different topics within a particular domain (this is called interleaving) will
not deteriorate but actually improve performance!
● it has been known for a long time that the act of retrieving information from memory
might be beneficial for learning
● taking notes by hand led to superior performance in tests of both factual and
particularly conceptual understanding
Vraag 12) En welke tips in deze volgende clips? Welke lijkt je het nuttigst en/of het
makkelijkst om zelf toe te passen?
1. Wat is cognitieve psychologie?
Cognitieve Psychologie gegeven: “Cognitive Psychology is the branch of psychology
concerned with the scientific study of the mind”
Vraag 1) Welke andere takken van Psychologie ken je en hoe past cognitieve
psychologie daar tussen?
● biological (sensational en consciousness)
● developmental (learning)
● social & personality
● mental & physical health
Vraag 2) Hoe zou je “mind” vertalen naar het Nederlands? Hebben wij ook enkele
uitspraken en gezegden waaruit de betekenis van dit woord naar voren komt?
● verstand
● gezond verstand
● je verstand gebruiken
Iets verder op pagina 3 staat “The mind creates and controls mental functions”
Vraag 3) Welke mentale functies bedoelen ze hier?
● perception
● attention
● memory
● emotions
● language
● deciding
● thinking
● reasoning
Vraag 4) Deze cursus heet Cognitie en Perceptie; wat is daar vreemd aan?
● cognitie → hoe je dingen waarneemt
● perceptie → hoe je dingen interpreteert
2. Voorbeelden van vroege studies in Cognitieve
Psychologie
Quiz
1. Doel van het experiment van Donders was om te achterhalen hoe snel mensen →
een bepaalde keuze kunnen maken
2. Het kenmerkende element van Donders’ methode van onderzoek is → reactietijden
van verschillende condities van elkaar aftrekken
, 3. Een van de belangrijkste zaken die Wundt voor elkaar heeft gekregen voor het
vakgebied van de Psychologie is → het belang van het doen van experimenten
benadrukken
4. Volgens Ebbinghaus zijn we de helft van wat we zojuist geleerd hebben alweer
vergeten na → 1 uur
5. Kritische kanttekening bij het antwoord op bovenstaande vraag is echter dat
Ebbinghaus → non-woorden gebruikte die moeilijker zijn om te onthouden
6. Het eerste Psychologie tekstboek verscheen → rond 1890
3. Behaviorisme
Vraag 5) Wat is het verschil tussen klassieke en operante conditionering?
● klassieke conditionering → het gedrag dat geanalyseerd kan worden zonder
enkele referenties naar het verstand
● operante conditionering → focust op hoe gedrag sterker wordt door de presentatie
van positieve versterkers
○ bij operant heb je wel een referentie naar het verstand
Vraag 6) Kun je zelf een voorbeeld noemen van hoe klassieke en operante
conditionering jouw eigen gedrag beïnvloeden?
● klassieke conditionering → pavlov experiment
● operant conditionering → Een student leert harder te studeren (gedrag) omdat hij
weet dat goede cijfers (positieve versterkers) een beloning zijn.
Vraag 7) In het experiment van Tolman – wat zou de verwachting zijn van een
behaviorist over wat de muis zou doen in Figuur (c) en waarom? Wat doet de muis in
het echt en wat kunnen we daaruit afleiden?
● behaviorism → Puur objectieve, experimentele tak van de natuurwetenschappen.
Theoretisch doel is het voorspellen en beheersen van gedrag
● Een behaviorist zou verwachten dat de muis simpelweg door het doolhof navigeert
op basis van de stimulus-respons associaties die ze eerder heeft geleerd. De muis
loopt echter in een keer naar de goede plek
● De ratten waren in staat om een interne representatie van het doolhof te vormen,
leren is niet altijd afhankelijk van een onmiddellijke beloning
,4. Opkomst van Cognitieve Psychologie
Vraag 8) Steven Pinker noemt 3 namen die ook in je boek worden genoemd: Donald
Broadbent, George Miller, Ulrich Neisser (en ja, deze namen zijn dus belangrijk!) –
zoek in je boek op wat de belangrijkste bijdragen van deze onderzoekers waren voor
het ontstaan van het vakgebied Cognitieve Psychologie
● Donald Broadbent → Flow diagrams of the mind
○ Input (sound of both attended & unattended messages) → filter lets through
attended message and filters out unattended message → detector records
information through filter
○ Provided a way to analyse the operation of mind in terms of sequence of
processing stages
○ One of the standard ways of depicting the operation of the mind
● George Miller → paper waarin duidelijk werd dat een mensn maar zeven dingen
tegelijk kan onthouden (immediate memory)
● Ulrich Neisser → First cognitive psychology book
quiz
1. The cognitive revolution was very much influenced by the development of the
digital computer and by applied work
2. You could regard the human being as an information processing channel of limited
capacity
3. Cognitive Psychology comes down to a combination of initially using a computer or
model analogy but then testing it by looking carefully at the evidence and
evaluating it and then using that to change and modify your model
5. Structural-, process- en resource- models
Vraag 9) Leg uit waarom onderstaand filter model van aandacht een process model is
en niet een structural model. Van wie is dit model afkomstig? In hoeverre lijkt dit op
een computermodel?
, ● structural model → structuren in het brein die zijn betrokken bij specifieke functies
● process model → illustreren hoe een proces werkt
○ model is een process model omdat het illustreert hoe het filter model werkt
○ Deze dozen symboliseren een proces dat kan worden uitgevoerd door een
aantal verschillende samenwerkende structuren.
○
● model is afkomstig van Donald Broadbent
● Het model toont de functionele aspecten van aandacht, vergelijkbaar met hoe een
computermodel de stapsgewijze verwerking van informatie weergeeft
Vraag 10) In relatie tot informatie verwerking wat is onze grootste resource
bottleneck? Beschrijf twee consequenties van de bottleneck.
● beperkte capaciteit van het kortetermijngeheugen
● consequenties:
1. Beperkte Aandacht en Gemiste Informatie
2. Concurrentie om Hulpbronnen en Verminderde Prestatie
Een van de onderwerpen waar cognitief psychologen veel onderzoek naar hebben gedaan
is het geheugen. Wat moeten we doen om informatie zo goed mogelijk in ons geheugen op
te slaan, zodanig dat we het op een ander moment weer makkelijk en correct kunnen
herinneren? Door dit nauwkeurig te onderzoeken zijn enkele tips voor efficiënt studeren naar
boven gekomen.
6. Tips voor beter studeren vanuit de Cognitieve
Psychologie
Vraag 11) Welke tips voor efficient studeren vanuit de cognitieve psychologie kun jij
ontdekken op pagina 17 t/m 19?
● intermixing different topics within a particular domain (this is called interleaving) will
not deteriorate but actually improve performance!
● it has been known for a long time that the act of retrieving information from memory
might be beneficial for learning
● taking notes by hand led to superior performance in tests of both factual and
particularly conceptual understanding
Vraag 12) En welke tips in deze volgende clips? Welke lijkt je het nuttigst en/of het
makkelijkst om zelf toe te passen?