Hoorcollege 1:
Schriftelijke toets zonder gokkans, dus cesuur 55%
Fraude wordt strafbaar wanneer iemand bewust probeert om anderen te misleiden of bedriegen voor
persoonlijk gewin, vaak door gebruik te maken van valse informatie, documenten of handelingen. In
Nederland zijn er verschillende vormen van fraude die strafbaar zijn volgens het Wetboek van
Strafrecht, zoals:
1. Oplichting (artikel 326 Sr): Wanneer iemand anderen bedriegt door leugens, valse namen of
hoedanigheden, of door trucs die anderen verleiden om iets van waarde te geven.
2. Valsheid in geschrifte (artikel 225 Sr): Het vervalsen van documenten of het gebruik van valse
documenten met de bedoeling om iemand anders te misleiden.
3. Fraude met uitkeringen: Dit kan voorkomen wanneer iemand opzettelijk valse informatie geeft
aan de overheid om een uitkering te ontvangen waar hij of zij geen recht op heeft.
4. Belastingfraude: Dit betreft het opzettelijk onjuist invullen van belastingaangiftes om minder
belasting te betalen.
5. Identiteitsfraude: Wanneer iemand iemands persoonlijke gegevens gebruikt zonder
toestemming om bijvoorbeeld krediet te krijgen of contracten af te sluiten.
Om strafbaar te zijn, moet er sprake zijn van opzet (bewust handelen) en moet het bedrog gericht
zijn op het verkrijgen van voordeel of het veroorzaken van schade aan een ander. De strafmaat
varieert afhankelijk van de ernst van de fraude en kan variëren van geldboetes tot gevangenisstraffen.
Toch bestaat er geen vaste definitie van fraude, staat niet in een wetsartikel.
Meerdere soorten fraude:
6. Bank-aan-huis oplichting: Een oplichter doet zich voor als een bankmedewerker en komt bij je
thuis om je te “helpen” met een probleem. Ze vragen je om je pinpas en pincode, waarna ze je
rekening leegroven.
7. Marktplaatsfraude: Je koopt iets op Marktplaats, betaalt vooraf, maar ontvangt het product
nooit. De verkoper verdwijnt en is niet meer te bereiken.
8. Beleggingsfraude: Je wordt benaderd met een aanbod om te investeren in een
“veelbelovende” belegging. Na het investeren blijkt het bedrijf niet te bestaan en ben je je
geld kwijt.
9. Spoofing (bankhelpdeskfraude): Je ontvangt een telefoontje van iemand die zich voordoet als
medewerker van je bank. Ze zeggen dat er verdachte activiteiten op je rekening zijn en vragen
je om geld over te maken naar een “veilige” rekening, die eigenlijk van de oplichter is1.
10. Phishing: Je ontvangt een e-mail die lijkt van je bank te komen, met de vraag om op een link
te klikken en je inloggegevens in te voeren. De link leidt naar een nepwebsite die je gegevens
steelt1.
11. Oplichting via social media (hulpvraagoplichting): Je ontvangt een bericht van een vriend op
social media die zegt in nood te zijn en dringend geld nodig te hebben. Later blijkt dat het
account van je vriend gehackt is en de oplichter het geld heeft ontvangen1.
12. Datingfraude: Je ontmoet iemand via een datingsite die na een tijdje om geld begint te vragen
voor een “noodgeval”. Na het sturen van geld verdwijnt de persoon en blijkt het profiel nep te
zijn1.
13. Helpdeskfraude: Je wordt gebeld door iemand die zich voordoet als medewerker van een
technische helpdesk. Ze zeggen dat je computer geïnfecteerd is en vragen om toegang op
afstand. Ze installeren malware om je gegevens te stelen.
14. Malware: Je downloadt een programma dat je computer infecteert met schadelijke software.
Deze malware kan je gegevens stelen of je computer vergrendelen totdat je losgeld betaalt1.
, 15. Diefstal en skimming van betaalpas of creditcard: Je betaalpas wordt gestolen en de dief
gebruikt deze om geld op te nemen. Bij skimming wordt de magneetstrip van je pas
gekopieerd bij een geldautomaat of betaalautomaat, waarna de oplichter je gegevens gebruikt
om geld op te nemen.
Fraude indicatoren: even overnemen uit de slides
Een geldezel is iemand die niks te maken heeft met daadwerkelijk de fraude, maar die zijn of haar
rekening al dan niet onder dwang laat gebruiken door misdadigers. Ook dit is strafbaar.
Hoorcollege 2:
Witwassen: het verrichten van handelingen, waardoor een voor de wet verzwegen vermogensaanwas
ogenschijnlijk een legale oorsprong krijgt. Het doel van witwassen is het versluieren van de herkomst
van geld.
Het plaatje laat de vier stadia van het witwasproces zien, zoals uitgelegd door het "Anti Money
Laundering Centre." De vier stappen zijn:
Plaatsing:
• Dit is de eerste stap waarbij illegaal verkregen geld in het financiële systeem wordt gebracht.
Dit gebeurt vaak via banken, casino's, of andere financiële instellingen. Het doel is om contant
geld om te zetten in een vorm die minder zichtbaar is.
Versluiering (Layering):
• In deze fase wordt geprobeerd de herkomst van het geld te verhullen door een reeks
complexe financiële transacties. Dit kan het overboeken van geld tussen verschillende
rekeningen en landen omvatten, het kopen van waardevolle goederen, of het investeren in
bedrijven. Het doel is om de traceerbaarheid van het geld te bemoeilijken.
Rechtvaardiging (Justification):
• Hier wordt geprobeerd een schijnbaar legale herkomst voor het geld te creëren. Dit kan
gebeuren door valse documenten te produceren of door transacties zo te structureren dat ze
lijken op reguliere zakelijke inkomsten. Het doel is om de illegale herkomst van het geld te
camoufleren.
Besteding (Spending):