PAK-‐toets
1ste bachelor
1.
Anatomie
1
, 21-‐06-‐20
1.
Incisieplaats
bij
acute
luchtwegenobstructie
Je
maakt
een
incisie
doorheen
het
ligamentum
cricothyroideum,
hetgeen
zich
tussen
het
cricoïd-‐
en
het
thyroïdkraakbeen bevindt.
à Rambo 1
punt.
2.
Verschil
lokalisatie
orthosympatische en
parasympatische
kernen
in
ruggenmerg
Orthosympathische kernen:
T1-‐L3,
beiderzijds
naast
de
wervelkolom
ligt
een
keten
van
sympathische
ganglia,
de
zogenaamde
paravertebrale
ganglia.
-‐ Zenuwbanen
vanuit
T1-‐T5:
sympathische
innervatie
van
thoracale
en
cervicale
organen.
-‐ Zenuwbanen
van
T5-‐L3:
sympathische
innervatie
van
abdominale
organen,
pelvische organen
en
bijnieren.
2
, 21-‐06-‐20
Sympathische
kernen:
S2-‐S4
+
craniale
zenuwen
III,
VII,
IX
en
X.
-‐ Zenuwen
III,
VII
en
IX:
parasympathische
vezels
voor
structuren
in
hoofd
en
hals.
-‐ Zenuw
X:
parasympathische vezels
voor
thoracale
en
meeste
abdominale
organen.
-‐ Spinale
zenuwen
S2-‐S4:
parasympathische
vezels
voor
bekkenorganen.
3.
Drainagegebied
van
een
lymfeklier
in
hals,
oksel
en
lies
à Oksel:
alles
boven
de
navel
en
lateraal
van
de
midclaviculaire lijn.
à Lies:
alles
onder
de
navel.
àHals:
jugulodigastrische knoop
+
lymfeknopen
langs
jugularis
interna
(tong,
tonsil
(amandelen),
larynx,
pharynx)
diepe
vs oppervlakkige
nodi lymphathici
(occipitaal,
parotidei,
mastoidaal,
submentales,
submandibularis)
3
, 21-‐06-‐20
4.
Auscultatieplaats
op
thorax
voor
Tricuspidalisklep,
mitralisklep,
pulmonaalklep en
aortaklep
-‐ Aortaklep:
aan
rechter
rand
van
het
sternum,
tussen
rib
2
&
3
-‐ Pulmonaalklep :
aan
linker
rand
van
het
sternum,
tussen
rib
2
&
3
-‐ Mitralisklep:
op
linker
midclaviculaire lijn,
tussen
rib
5
&
6
-‐ Tricuspidaalklep:
aan
linker
rand
van
het
sternum,
tussen
rib
5
&
6
5.
Begrippen:
costodiafragmatische sinus
,
carina
• Carina:
tracheabifurcatie
ter
hoogte
van
T4-‐T5,
dus
ter
hoogte
van
de
angulus
sterni.
• Costodiafragmatische sinus:
potentiële
ruimte
aan
posterieure
uiteinden
van
de
pleuraholte.
De
longen
vullen
deze
ruimte
tijdens
inademing.
Begrensd
door
rib
8
-‐ rib
10
– T12.
à Bij
een
zittende
patiënt
gaat
pleuravocht
hier
ophopen.
4