1. Algemeen: cursus p10-14
, 2. Cingulum membri pelvini = bekkengordel
2.1 heiligbeen / os sacrum
algemeen
o ontstaat uit vergroeiing sacraalwervels tot 1 been = os sacrum
3 bij Car, 4 bij Su, 4 bij Ov, 5 bij Cap, Bo, Eq en Ho
o Driehoekige vorm, vierhoekig bij Car
Basis vooraan en apex achteraan
o Aan onderzijde (facies pelvina) dwarse groeven
= linea transversae
o Aan eerste wervel extremitas cran. + aan laatste extremitas caud
o Cranioventrale rand eerste wervellichaam
= promotorium
Uitsteeksels
o Spinaaluitsteeksels soms volledig vergroeid tot kam
o Dwarsuitsteeksels beiderzijds vergroeid tot pars lateralis
Craniaal deel pars lateralis
= sacraalvleugel (ala ossis sacri)
Draagt aan bovenvlakte gewrichtsvlakte voor os ilium
o Forr intervertebralia door versmelting dwarsuitsteeksels verdeeld in
forr. sacralia dorsalia en forr. sacralia ventralia
Speciesverschillen
Eq
o Spinaaluitsteeksels alleen onderaan vergroeid
o Uiteinden spinaaluitsteeksels
= tuberositas spinalis
o Pars lateralis draagt crista sacralis lateralis
o Facies auricularis caudodorsaal gericht
Ru
o Spinaaluitsteeksels over ganse lengte vergroeid
o Uiteinden spinaaluitsteeksels vormen crista sacralis mediana
o Gewrichtsuitsteeksels versmelten tot crista sacralis intermedia
Splitst de foramen sacralia dorsalis in 2 delen
2.2 bekkengordel / cingulum membri pelvini
opbouw
2 ossa coxae = 2 heupbeenderen -> opgebouwd uit verschillende beenderen
o os ilium = darmbeen
craniodorsaal
o os pubis = schaambeen
cranioventraal
o os ischium = zitbeen
caudoventraal
o os acetabuli
soms nog bij Car
in jeugd nog als aparte beenderen te zien
o hoe ouder het dier, hoe meer botvorming dus hoe meer versmolten
linker + rechter zit- en schaambeen vergroeien met elkaar in de mediaanlijn tot symphysis
pelvina
o synchrondrosis -> synostosis
,deelbeenderen os coxae
darmbeen = os ilium
o driehoeksvorm
punt (= darmbeenzuil / corpus ossis ilii) tot in acetabulum
basis (= darmbeenvleugel / ala ossis ilii) craniodorsal
o voorrand van de darmbeenvleugel verbindt als crista iliaca 2 uitsteeksels, nl
laterale heupknobbel / tuber coxae
mediale heupknobbel / tuber sacrale
o buitenvlakte = facies glutea
aanhechting van de bilspieren doen beenlijsten ontstaan
= linea glutea
o binnenvlakte = facies sacropelvina
lateraal glad = facies iliaca
draagt mediaal een ruwe tuberositas iliaca
hierop is een oorvormige vlakte = facies auricularis
o vanaf het einde vd tuber sacrale loopt een grote inzinking in dorsomediale rand van
darmbeenvleugel en darmbeenzuil
= incisura ischiadica major
op de darmbeenzuil, vlak voor het acetabulum, gaat insnoering over in
beenkam die verder loopt over gewrichtskom
= spina ischiadica
o darmbeenzuil draagt bij ventraal zicht mediaal een beenlijst
= linea arcuata
loopt uit op het tuberculum m. psoas minoris
o vlak voor het acetabulum liggen de area lateralis m. rectus femoris + de area medialis
m. rectus femoris
schaambeen = os pubis
o vormt de craniale portie van de bekkenbodem + bestaat uit 3 delen
corpus ossis pubis
ramus cranialis ossis pubis
voorrand bevat uitsteeksel = pecten ossis pubis
o bilateraal 2 kleinere uitsteeksels = eminentia iliopubica
ventrale vlakte draagt bij Eq een dwarse gleuf
= sulcus ligamenti accessorii femoris
o loopt uit in de incisura acetabuli waarin het lig. accessorium
rust
ramus caudalis ossis pubis
caudale tak vormt aan zijn mediale zijde mee de symphysis pubica
loopt caudaal zonder duidelijke grens over in ramus caudalis ossis
ischii
o takken van het schaambeen vormen de voorste en mediale grens van het foramen
obturatorium
zitbeen = os ischii
o grootste deel is de caudaal gerichte zitbeentafel (tabula ossis ischii)
-> vormt met zijn spiegelhelft de symphysis ischiadica, wat het caudaal deel van de
symphysis pelvina is
-> van hieruit vertrekken
ramus ossis ischii
corpus ossis ischii
caudolateraal op de tabula vinden we de zitbeenknobbel
= tuber ischiadicum
, o caudomediaal is een insnoering te vinden
vormt met zijn collega van de andere zijde de arcus ischiadicus
o ventraal is de crista symphysialis
acetabulum
o plaats van samenkomst van de 3 deelbeenderen van het os coxae
o gewrichtskraakbeen vormt de facies lunata
is halvemaanvormig rond een centrale, ruwe vlakte geschikt
= fossa acetabuli
o in fossa acetabuli insereren de banden die het achterbeen in de gewrichtskom moet
houden
o kraakbeenrand / labium acetabulare omzoomt de gewrichtskom
is caudomediaal onderbroken
-> vormt een incisura acetabuli
speciesverschillen
eq
o os coxae
zitbeen = ½ darmbeen
symfyse rechtlijnig en horizontaal
o os ilium
darmbeenvleugel
is breed en staat loodrecht op wervelkolom
de tuber coxae is breed en lager dan het tuber sacrale gelegen
de linea glutea is boogvormig en in midden van darmbeenvleugel te
vinden
darmbeenzuil
lang en driehoekige doorsnede
o os pubis
ramus cranialis is horizontaal
het pecten van
de hengst:
o rand heeft een verheven knobbel mediaal
o heeft een tuberculum pubicum dorsale en ventrale
de merrie:
o heeft een scherpe rand
o heeft enkel een tuberculum pubicum ventrale
eminentia iliopubica is duidelijk
o os ischium
de zitbeenplaat: zwak en horizontaal gericht
de ramus ossis ischii loopt horizontaal
het tuber ischiadicum: met laterale en caudodorsale punt
de arcus ischiadicus is breed en ondiep
, bo
o os coxae
het zitbeen is even lang als darmbeen
de symfyse is sterk gebogen met een dik vooreinde
o os ilium
darmbeenvleugel
minder breed en horizontaal
crista iliaca is caudomediaal gericht
tuber coxae is driehoekig en ligt hoger dan tuber sacrale
o tuber sacrale ligt meer caudaal
linea glutea is meer lateraal en sagittaal
darmbeenzuil
kort en ovale doorsnede
spina ischiadica is hoog, scherp en loopt door tot tuber ischiadicum
linea arcuata is onduidelijk
tuberculum m. psoas minoris is onduidelijk
o os pubis
ramus cranialis verloopt ventromediaal
het pecten
heeft een afgeronde rand en scherpe punt mediaan
bij stier is de doorsnede rond
de eminentia iliopubica is kamvormig en staat dichtbij acetabulum
ramus caudalis verloopt caudoventraal
foramen obturatorium is zeer groot
o os ischium
de zitbeenplaat is omvangrijk en schuin cranioventraal afhellend
tuber ischiadicum heeft een dorsale, ventromediale en ventrolaterale hoek
arcus ischiadicus is smal en ondiep
crista symphysiolis is bij koe cran en bij stier caud op zitbeen te vinden
Kru
o De os coxae: bijna rechtlijnig
o Het os ilium
Zijn facies glutea is dorsolateraal gericht
Crista iliaca is convex
o Os ischii
Zitbeenplaat presenteert zich horizontaal
Spina ischiadica is laag en langgerekt
Su
o Bekkenholte is lang en smal
o Facies glutea is lateraal gericht
o Spina ischiadica is scherp verheven en ver doorlopend op het ischium
Car
o Darmbeenvleugel
Facies glutea ligt lateraal
Er is een linea glutea ventralis, dorsalis en caudalis
o Tuber coxae is ingedeeld in een craniale en caudale punt
o Symfyse wordt laattijdig verbeend
, 2.3 Bekkenkanaal en bekkenafmetingen
= zwaar en gesloten beenderig kanaal, gevormd door bekkengordel en heiligbeen
4 functies
o Stuwkracht van het achterbeen op de wervelkolom overbrengen
o Last van de wervelkolom op de femur overdragen
o Aanhechting voor zware spiermassa’s voorzien
o Doorgang verlenen aan vrucht
Opbouw
o Bekkeningang = apertura pelvis cranialis
Gevormd door linea terminalis, lopend van het cran einde vd symfyse over het
pecten, de eminentio iliopubica, de linea arcuata, het iliosacraalgewricht en zo
langs de vleugel en de extremitas cran -> andere zijde
Cirkelvormig bij vrouwelijke dieren
Eivormig bij mannelijke dieren
o Afmetingen
Verticale doorsnede
Loodrechte lijn vh cran einde vd symfyse naar het dak vd bekkenholte
Diameter conjugata vera
= afstand tss het cranial einde vd symfyse (pecten) en het promotorium
Inclinatio pelvis
= hoek tss de conjugata en de verticale
Horizontale doorsnede = diameter transversa
Tussen aanhechtingsknobbels van de m. psoas minor
o Achter linea terminalis is de bekkenholte = cavum pelvis
Dorsaal begrensd door facies pelvina van het sacrum + ventrale vlakte van
staartwervels
Lateraal begrensd door darmbeenzuil
Ventraal begrensd door rami van het schaam en zitbeen
o Bekkenuitgang = apertura pelvis caudalis
Ventraal begrensd door arcus ischiadicus
Bij GHD zijdelings door de brede bekkenbanden
Dorsaal begrensd door de staartwervels
Speciesverschillen
Eq Bo Car Su
Bekken is wijd vooraan, Bekkenholte is even wijd Bekkenholte is dorsoventraal
smaller achteraan cran als caud afgeplat
Lichte inklinatie Zeer sterke inklinatie
Bekkeningang is cirkelvormig Bekkeningang is ovaal Bekkeningang is cirkelvormig Bekkeningang is ovaal
Merrie: Bekkenbodem is sterk in 2 Bekkenuitgang is wijder dan Hoge mediaal gerichte
- Darmbeenzuilen staan richtingen uitgehold bekkeningang spinae ischiadicae met de
parallel Schuine stand van parallel staande
- Tuberculum pubicum zitbeenplaten darmbeenzuilen
dorsale ontbreekt -> bekkenbodem heeft lat -> bekkenholte krijgt
- Arcus ischiadicus is een benige rand buisvormig uitsicht
wijd en ondiep
Hengst:
- Darmbeenzuilen
divergeren caudaal
- Wel een tuberculum
pubicum dorsale