100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Biologie voor jou - Planten - VWO 5

Rating
-
Sold
-
Pages
6
Uploaded on
30-06-2025
Written in
2024/2025

Een samenvatting van hoofdstuk 11 planten uit het boek Biologie voor jou leerjaar vwo 5.

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 11 planten
Uploaded on
June 30, 2025
Number of pages
6
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Biologie thema 11 Planten

1. Bouw, groei en ontwikkeling

De belangrijkste organen van vaatplanten zijn de wortel, de stengel en het blad. Ze bestaan uit
drie verschillende weefsels:
-​ Dekweefsel (epidermis): vormt de buitenzijde van een plant en
beschermt tegen waterverlies en infecties (binas 81A)
-​ Vaatweefsel: bestaat voornamelijk uit transportvaten,
houtvaten en bastvaten. In houtige stengels vormen
houtvaten jaarringen met bastvaten eromheen. In kruidachtige
stengels liggen ze samen in vaatbundels. In bladeren liggen de
vaten in de nerven. (binas 81E)
-​ Vulweefsel (grondweefsel): zit tussen het dekweefsel en het
vaatweefsel en speelt een rol bij fotosynthese, opslag en
stevigheid.

Planten groeien hun hele leven door als er genoeg water,
voedingszouten, zuurstof, koolstofdioxide, licht en warmte is. Tijdens
de groei specialiseren cellen zich en ontstaan of veranderen organen.
Celdeling bij planten gebeurt in deelweefsel (meristeem), vooral in de toppen (groeipunten die
zorgen voor lengtegroei) van wortels en stengels, in knoppen, jonge bladeren en het cambium
(weefsellaag). Het deelweefsel van planten bevat stamcellen en zijn verantwoordelijk voor de
groei. Na deling in het deelweefsel en plasmagroei ontstaan twee dochtercellen; één blijft in het
deelweefsel (stamcel) en deelt later opnieuw, de ander cel groeit door wateropname
(celstrekking), verandert van vorm (celdifferentiatie) en krijgt een functie (celspecialisatie).

Houtachtige en kruidachtige planten groeien in de lengte via toppen van wortels en stengels.
Diktegroei (houtachtige planten) leidt tot verdikking van wortel en stengel via het cambium
(ringvorming deelweefsel) waar cellen zich delen. Eén cel blijft in het cambium, de andere vormt
houtcellen (naar binnen) of bastcellen (naar buiten).
Houtvaten ontstaan uit boven elkaar gelegen houtcellen. De houtcellen zetten tegen de primaire
celwanden dikke secundaire celwanden af van cellulose en houtstof (lignine). Onder invloed van
enzymen verdwijnen daarna de dwarswanden tussen boven elkaar liggende houtcellen en ten
slotte verdwijnen ook de cellen zelf. (watertransport). Bij bastvaten komen er openingen in de
dwarswanden tussen de cellen (zeefplaat). De cellen verdwijnen niet, wel de celkernen en leven
kort. Via openingen in de dwarswanden vervoeren ze stoffen. Dode bastvaten worden
dichtgedrukt.

Jaarringen zijn zichtbaar doordat bomen in het voorjaar groeien en in de winter niet. Uit het
cambium ontstaan meer houtcellen dan bastcellen. Al het hout dat in één jaar is gevormd heet
een jaarring.
-​ Voorjaarshout: Wijde houtvaten met dunne wand, waardoor het veel water en opgeloste
stoffen kan vervoeren (lichtgekleurd)
-​ Zomerhout: steeds nauwere houtvaten en dikkere wanden (jaargrens)
De overgang tussen voorjaarshout en zomerhout heet de jaargrens (in herfst en winter geen
cambiumactiviteit). In de bast zijn geen jaarringen zichtbaar omdat bastvaten snel samengedrukt
worden.

Plastiden zijn celorganellen in planten en algen met verschillende functies: chloroplasten voor
fotosynthese, chromoplasten voor insectenlokking (door kleurstoffen) en leukoplasten voor het
opslaan van reservestoffen zoals zetmeel of eiwitten. Ze ontstaan uit proplastiden in het
deelweefsel. In het donker ontstaan etioplasten, die in het licht veranderen in chloroplasten.
Afhankelijk van de omstandigheden kunnen plastiden van type veranderen. Zo kunnen
chloroplasten overgaan in chromoplasten of leukoplasten en andersom.

, 2. Transport in planten

Transport bij eenvoudige planten vindt plaats door diffusie. Vaatplanten hebben voor transport
over grote afstanden een vatenstelsel van houtvaten en bastvaten:
-​ Houtvaten vervoeren zouten in water van wortels via stengels naar bladeren:
anorganische sapstroom. Dit wordt aangedreven door worteldruk, capillaire werking en
verdamping.
-​ Bastvaten vervoeren assimilatieproducten in water van bladeren naar de rest van de
plant: organische sapstroom.
Houtvaten liggen aan de binnenkant van vaatbundels en aan de bovenkant van nerven.
Bastvaten liggen aan de buitenkant van vaatbundels en aan de onderkant van nerven.

Waterpotentiaal bepaalt en verklaart de verplaatsing van water in planten en dieren. De
waterpotentiaal is afhankelijk van de osmotische potentiaal en de druk van de wand op de
celinhoud. ψw = ψs + ψp Water gaat van een hoge naar een lage waterpotentiaal. Het
waterpotentiaal van zuiver water is 0 MPa. Het oplossen van stoffen in water maakt ψs negatief
en verlaagt de waterpotentiaal. De toename van de drukt maakt ψp positief en verhoogt de
waterpotentiaal. Cellen hebben een negatief waterpotentiaal ten opzichte van zuiver water,
waardoor water naar binnen stroomt. Hierdoor daalt de osmotische waarde en stijgt de druk, tot
de waterpotentiaal binnen en buiten gelijk is.

Planten nemen water en zouten aan de worteluiteinden waar cellen van het dekweefsel zijn
uitgegroeid tot wortelharen, die het opnameoppervlak vergroten. Hout- en bastvaten liggen in de
centrale cilinder, omgeven door de endodermis. Die regelt de selectieve opname van zouten.
Water met zouten wordt via wortelharen opgenomen en diffundeert vooral via celwanden naar de
endodermis. De celwanden zijn permeabel voor water en voedingszouten. Bij endodermiscellen
zorgen de bandjes van Caspary, die in de zij-, boven- en onderkant van de celwand liggen, voor
een impermeabele barrière. De enige manier om deze barrière tussen schors en centrale cilinder
te passeren, is dwars door de endodermiscellen. Het celmembraan van endodermiscellen
transporteert actief zouten van de wortelschors naar de centrale cilinder, waardoor daar een
hogere osmotische waarde ontstaat. Water stroomt erheen via osmose, wat worteldruk
$7.83
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
SaravdBurgt
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
28
Member since
2 year
Number of followers
10
Documents
30
Last sold
3 weeks ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions