100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting blok 3, leerjaar 1 Has Green academy

Rating
-
Sold
-
Pages
56
Uploaded on
29-06-2025
Written in
2024/2025

Dit is de samenvatting van blok 3

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 29, 2025
Number of pages
56
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Taak 1
Levenscyclus Cnidaria
Omvat koralen, hydroïdpoliepen, kwallen, Portugese oorlogsschepen, zeeanemonen,
zeehokken, zwepen en zeefans.

Veel soorten planten zich aseksueel voort, wat in beide fasen kan voorkomen. Nieuwe
individuen komen voort uit stukjes weefsel van de ouder, of door een ouder die in twee
kleine individuen wordt verdeeld. Gebeurt veel binnen kolonies die uit genetisch
identieke poliepen bestaan. Voedingspoliepen zorgen voor voedsel, reproductieve
poliepen voor de voortplanting. De reproductieve vorm vormt een meduse (kwallen) en
is daarna in staat tot seksuele voortplanting.

Neteldieren ook in staat tot seksuele voortplanting, komt slechts in één fase van de
levenscyclus voor, meestal de meduse. Deze zorgen voor seksuele voortplanting,
waarbij meiose plaatsvindt in de gonaden. Haploïde cellen ontwikkelen zich tot ei- of
zaadcellen en bevruchting vindt in het water plaats. Diploïde zygoten delen zich tot
kleine bolvormige embryo’s, groeien dan uit tot larven. Larve zet zich vast op bodem en
groeit uit tot kolonievormende poliep.

Levenscyclus neteldier twee stadia: poliepfase en kwalfase. In poliepfase vast aan
ondergrond en mond en vangarmen staan naar boven. In kwalfase drijft het dier met
stroming in zee mee met vangarmen en mond naar beneden.

,Levenscyclus plasmodiale slijmzwam
Eencellige organismen, maar kunnen heel groot worden. Kunnen zich bewegen en laten
daarbij zichtbaar spoor achter. Voeden zich met micro-organismen en schimmelsporen
en -hyfen. Zijn in staat tot ontwikkeling van sporen die genetisch van elkaar verschillen.
Deze komen vrij tussen één en vier ongeëvenaarde haploïde cellen, die ofwel
amoeboïde ofwel flagellaten zijn. De haploïde cellen voeden en groeien, verdelen zich
individueel en creëren meer haploïde cellen. Kunnen een microcyst worden.

Twee haploïde cellen planten zich seksueel voort, waarbij kernen worden gecombineerd
tot één diploïde cel. Terwijl de cel zich voedt delen deze kernen zich steeds meer,
waardoor er één cel ontstaat met meerdere kernen. Wordt een meerkernig macrocel
genoemd, met wel honderden of duizenden individuele kernen. Dit wordt het
plasmodium genoemd. Tijdens deze fase van de levenscyclus is slijmzwam zichtbaar
als slijmerige groei. Wanneer plasmodium volwassen is verandert het in vruchtlichamen
die sporen af kunnen geven en de cyclus opnieuw beginnen. Vallen onder eukaryoten
door celkern.




Levenscyclus schimmel
Kunnen sporen produceren, in staat tot zowel seksuele als aseksuele voortplanting.
Sporen kunnen lange afstanden afleggen via wind en water en ontkiemen in een vochtig
milieu met genoeg voedsel tot een nieuw mycelium. Vallen onder eukaryoten door
celkern.

Seksuele voortplanting
Kernen van schimmelhyfen en sporen zijn haploïd, hebben kortstondige diploïde fase
die gevormd worden tijdens seksuele levenscyclus. Seksuele voortplanting begint
wanneer de hyfen van twee mycelia signaalmoleculen vrijgeven, genaamd feromonen.
Deze binden zich aan de receptoren van de ander. Wanneer hyfen elkaar ontmoeten
smelten ze samen. Wordt plasmogamie genoemd. Bij meeste schimmelsoorten

,smelten kernen niet meteen samen. Bevatten naast elkaar bestaande genetisch
verschillende kernen, wordt heterokaryoot genoemd.

Bij sommige soorten vormen de haploïde kernen twee paren tot een cel, één van elke
ouder. Zo’n mycelium wordt dikaryoot genoemd. Wanneer zij groeien delen de twee
kernen van elke cel zich achter elkaar zonder te versmelten. Mitotische delingen van
dikaryote cellen zorgen voor een dikaryoot mycelium en deze vormt zich tot een
paddenstoel. De kernen zijn dan nog steeds haploïd.

Volgende fase in levenscyclus is karyogamie, waarbij de haploïde kernen
samensmelten en ze diploïde cellen produceren. Deze ondergaan direct meiose, die de
haploïde conditie herstelt. Er worden dan sporen gevormd die genetisch van elkaar
verschillen.

Aseksuele voortplanting
Door het groeien van schimmeldraden die haploïde sporen produceren via mitose.
Zulke schimmels hebbe vaak borstelig of harig uiterlijk en groeien snel om zichzelf snel
te kunnen reproduceren. Andere schimmelsoorten produceren aseksueel door het
groeien van eencellige gisten. Zij produceren geen sporen, maar reproduceren door
ordinaire celdeling. Veel gisten en schimmeldraden hebben geen bekende seksuele
levenscyclus.




Levenscyclus sporenplant
Alle planten haplodiploïde levenscyclus. Er vindt mitose plaats in zowel de diploïde als
haploïde fase. Er is sprake van een generatiewisseling. Het haploïde meercellige
organisme, de gametofyt, maakt gameten door mitotische delingen. Het diploïde
meercellige organisme, de sporofyt, maakt sporen door meiotische delingen.

Gametofyten (mos)
Eerste cel is een spore. Ontstaan door mitotische delingen van de sporen. Gametofyten

, kunnen meerdere gametangia vormen. Vrouwelijke gametofyt produceert archegonia
voor de productie van eicellen, mannelijke gametofyt produceert antheridia voor
productie van spermacellen. Elk archegonium ontwikkelt één eicel, terwijl elk
antheridium meerdere spermacellen kan produceren. Water nodig om spermacellen
naar eicellen te brengen. Eicellen worden niet vrijgelaten maar blijven in archegonium
zitten. Na bevruchting blijven ze ook zitten, die vormen zich tot diploïde zygote die door
mitotische delingen uitgroeit tot embryo en jonge sporofyt. Dit is de haploïde generatie
van mos en reproductie vindt plaats door seksuele voortplanting. Bij mossen is de
gametofyt de dominante fase.

Sporofyten (mos)
Kunnen niet zelfstandig leven, afhankelijk van ouderlijke gametofyten gedurende hele
leven voor suikers, aminozuren, mineralen en water. Mossen hebben kleinste
sporofyten van alle planten, bestaande uit een voet, een borstel en een sporangium.
Voet absorbeert nutriënten van de gametofyt, borstel transporteert de nutriënten naar
sporangium, die vervolgens sporen produceert door middel van meiose.

Varens
Doorlopen zelfde stadia in levenscyclus als mos. Er is sprake van generatiewisseling
met een meercellige sporofyt en gametofyt. Verschil is dat de sporofyt onafhankelijk
leeft en het dominante stadium is. De sporofyt ontwikkelt transporteerweefsel,
waardoor deze veel groter kan worden.

Bij mossen is de gametofyt tweeslachtig, bij varens eenslachtig.
$18.74
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
maudwitte

Get to know the seller

Seller avatar
maudwitte HAS Den Bosch
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
5 months
Number of followers
0
Documents
5
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions