Elektrochemische methoden
1. Conductometrie
1.1 Inleiding
Geleidbaarheid = conductantie
Elektrische geleidbaarheid in een oplossing wordt bepaald door alle ionen in
oplossing
geen selectieve methode
Geleidbaarheid in een oplossing hangt af van:
o Concentratie ionen
o Lading ionen
o Mobiliteit (functie van de gehydrateerde diameter)
Bij geleidbaarheidsmeting houden we constant:
o Temperatuur
o Roersnelheid
o Oppervlak van de elektrodes
1.2 Geleidingsvermogen van elektrolytoplossingen
Wet van Ohm:
U U
I R
o R of I
Met:
U: de spanning in V
I: de stroomsterkte in A
R: de weerstand in Ω
Definitie geleidingsvermogen G:
1
G
o R
o Eenheid: Siemens (S)
o 1 S = 1Ω-1
Specifieke weerstand in een geleider:
R. A
o l
Met:
ρ: de specifieke weerstand in Ω.mm
l: de lengte van de geleider in m
A: de doorsnede van de geleider in m2
1.2.1 Meetprincipe
Stroom wordt in elektrolytische cel gedragen door:
o Vaste geleiders: elektronen
o Vloeistoffen: ionen
o Elektroden: redox
1
, Waarom geen gelijkspanning gebruiken?
o Er ontstaan dan nevenreacties (redox) aan de elektroden (vb.m O2 en H2) en dit
gebruikt ook een stroom.m
o De stroom hierdoor gebruikt, mag niet mee gemeten worden, we wensen
enkel een stroom afkomstig van geleiding van de vloeistof te meten
Gebruik van wisselspanning (AC):
o Door traagheid geen nevenreacties (redox) aan de elektroden.m
o Hoe hoger de frequentie van de wisselspanning hoe minder nevenreacties,
hoe beter de geleidbaarheidsmeting
1.2.2 Het specifiek geleidingsvermogen
1
Eenheid: S.mm-1
Specifiek geleidingsvermogen bepalen na instellen celconstante door meting van KCl
standaardoplossing = kalibratie elektrode
o
0,12205 0,00269 t 18 c KCl
o
1.2.3 Het molair geleidingsvermogen
= geleidingsvermogen als één mol elektrolyt tussen twee elektroden op
eenheidslengte (cm) van elkaar is gebracht
Eenheid: S.mm2.mmol-1
z. .F
Ion: m
o Met:
z: de lading van het ion
µ: de mobiliteit in m2.mV-1.ms-1
F: de Faradayconstante in C.mmol-1
Zout: m vm vm
o Met:
ν: het aantal ionen in de formule van het elektroliet
Oplossing:
m v1 z1 1 v2 z 2 2 ....vn z n n F
1000
m
m Berekenen uit : c
Equivalent geleidingsvermogen:
o Equivalent geleidingsvermogen () is als één equivalent elektrolyt tussen
twee elektroden op eenheidslengte (cm) van elkaar is gebracht
o Eenheid: S.mm2.mequi-1 of S.mcm2.mequi-1
1000
o Berekenen uit : N
o 1 equivalent = hoeveelheid stof die 1 lading bevat
2
1. Conductometrie
1.1 Inleiding
Geleidbaarheid = conductantie
Elektrische geleidbaarheid in een oplossing wordt bepaald door alle ionen in
oplossing
geen selectieve methode
Geleidbaarheid in een oplossing hangt af van:
o Concentratie ionen
o Lading ionen
o Mobiliteit (functie van de gehydrateerde diameter)
Bij geleidbaarheidsmeting houden we constant:
o Temperatuur
o Roersnelheid
o Oppervlak van de elektrodes
1.2 Geleidingsvermogen van elektrolytoplossingen
Wet van Ohm:
U U
I R
o R of I
Met:
U: de spanning in V
I: de stroomsterkte in A
R: de weerstand in Ω
Definitie geleidingsvermogen G:
1
G
o R
o Eenheid: Siemens (S)
o 1 S = 1Ω-1
Specifieke weerstand in een geleider:
R. A
o l
Met:
ρ: de specifieke weerstand in Ω.mm
l: de lengte van de geleider in m
A: de doorsnede van de geleider in m2
1.2.1 Meetprincipe
Stroom wordt in elektrolytische cel gedragen door:
o Vaste geleiders: elektronen
o Vloeistoffen: ionen
o Elektroden: redox
1
, Waarom geen gelijkspanning gebruiken?
o Er ontstaan dan nevenreacties (redox) aan de elektroden (vb.m O2 en H2) en dit
gebruikt ook een stroom.m
o De stroom hierdoor gebruikt, mag niet mee gemeten worden, we wensen
enkel een stroom afkomstig van geleiding van de vloeistof te meten
Gebruik van wisselspanning (AC):
o Door traagheid geen nevenreacties (redox) aan de elektroden.m
o Hoe hoger de frequentie van de wisselspanning hoe minder nevenreacties,
hoe beter de geleidbaarheidsmeting
1.2.2 Het specifiek geleidingsvermogen
1
Eenheid: S.mm-1
Specifiek geleidingsvermogen bepalen na instellen celconstante door meting van KCl
standaardoplossing = kalibratie elektrode
o
0,12205 0,00269 t 18 c KCl
o
1.2.3 Het molair geleidingsvermogen
= geleidingsvermogen als één mol elektrolyt tussen twee elektroden op
eenheidslengte (cm) van elkaar is gebracht
Eenheid: S.mm2.mmol-1
z. .F
Ion: m
o Met:
z: de lading van het ion
µ: de mobiliteit in m2.mV-1.ms-1
F: de Faradayconstante in C.mmol-1
Zout: m vm vm
o Met:
ν: het aantal ionen in de formule van het elektroliet
Oplossing:
m v1 z1 1 v2 z 2 2 ....vn z n n F
1000
m
m Berekenen uit : c
Equivalent geleidingsvermogen:
o Equivalent geleidingsvermogen () is als één equivalent elektrolyt tussen
twee elektroden op eenheidslengte (cm) van elkaar is gebracht
o Eenheid: S.mm2.mequi-1 of S.mcm2.mequi-1
1000
o Berekenen uit : N
o 1 equivalent = hoeveelheid stof die 1 lading bevat
2