§2.2
Veel Duitsers waren niet tevreden met het verdrag van Versailles.
In het verdrag van Versailles stond onder andere:
- Dat Duitsland stukken grond moest afstaan;
- Een grote herstelbetaling moest betalen;
- Slechts klein beroepsleger mochten hebben.
Duitsland kon hierdoor niet goed herstellen van de oorlog
Duitsland riep op tot stakingen en drukten veel geld bij om alles te betalen
Geld was niets meer waard
De NSDAP werd opgericht in 1919 waar Hitler uiteindelijk leider van werd.
Aanhangers heetten: Nationaalsocialisten of nazi’s. Ze hadden de volgende ideeën voor een
oplossing:
- Eén partij en één leider: alleen een goede leider kan de problemen oplossen;
- Nationalisme: dat Duitsland weer trots werd op eigen land;
- Militarisme: vonden het normaal om geweld te gebruiken om zichzelf te bewijzen etc.;
- Rassenleer: ze vonden hunzelf een ‘superieur Arisch ras’ dat niet vermengd mocht worden
door lagere mensensoorten. In dit geval de joden -> Antisemitisme
- Alle Duitssprekende mensen in één gebied
In 1929 brak een economische wereldcrisis uit. Hitler beloofde de mensen er een einde aan te
maken, de werkloosheid en de ‘schande van Versailles’. Ze gebruikten moderne
propagandatechnieken.
o Juli 1932 werd de NSDAP de grootste partij van Duitsland.
o 30 januari 1933 werd Hitler rijkskanselier
Op 27 februari 1933 werd het Rijksdaggebouw in brand gestoken. Hitler gaf de schuld aan de
communisten en beperkte allerlei grondrechten. Hij schreef ook nieuwe verkiezingen uit.
Hitler kwam met een voorstel voor een machtigingswet.
Maart 1933: Hitler had onbeperkte macht in Duitsland.
o Hij verbood andere politieke partijen en sloot tegenstanders op.
Gevangenis raakten vol -> nazi’s bouwden concentratiekampen
Duitsland werd een totalitaire staat: het leven van de inwoners werd volledig beheerd
door de staat en gecontroleerd