Gezondheidseconomie voor Beleid
Hoorcolleges
HC1: Introductiecollege en beleidsvragen in de gezondheidseconomie
3 publieke doelen van gezondheidsbeleid:
• Kwaliteit
o Gezondheid
o Beleving zorg
• Toegankelijkheid
o Regio, etniciteit, geslacht, geloof, taal, inkomen, vermogen, opleiding, etc.
• Betaalbaarheid
o “Collectieve lasten gaan ten koste” = financiële lasten van burgers voor collectieve
voorzieningen die de overheid aanbiedt.
Beleidsthema’s
- Doelmatigheid van zorg
o Relatieve efficiëntie
- Kwaliteit van zorg
- Economische evaluatie:
o Basisverzekering: welke interventies (medische behandelingen, geneesmiddelen)
moeten worden vergoed?
o Zorgverzekeringen ontwerpen: toegankelijkheid waarborgen Zorgverzekeringstheorie
→ Selectie van technieken die horen bij beleidsvragen
Basisprincipes
Praktijkvariatie = regionale variatie (“dezelfde” patiënt ontvangt andere zorg in regio A dan regio B).
Gepaste zorg = optimale zorg op basis van de beste inzichten, aangepast aan patiëntvoorkeuren.
Verzekeringtheorie = afsluiten van een verzekering door risico’s (gedrag)
- Niet iedereen wordt even ziek, en niet elke ziekte is kostbaar om te behandelen.
Literatuur:
“Toekomst voor de zorg”
2 basispakketten met uniforme zorg (= hetzelfde voor iedereen)
• Zorgverzekeringswet (Zvw): curatieve zorg
• Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ): langdurige zorg
o Nu vervangen door Wet langdurige zorg (Wlz)
Verzekering van zorg heeft een grote maatschappelijke waarde, maar…
,- Houdbaarheid van het stelsel (kosten stijgen)
- Behoefte aan keuzevrijheid en eigen regie
Averechte selectie = mensen met een hoog risico op schade verzekeren zich, terwijl mensen met
een laag risico afhaken, omdat ze de premie als te duur vinden.
Preventie! (Gezonde leefstijl)
Groei van zorguitgaven vs. gezondheidswinst
Behandelingen chronische aandoeningen beter → grote baten van zorg voor de economie.
- Individueel: welvaartswinst
- Nationaal inkomen (bbp): dalend ziekteverzuim, langer doorwerken
Maar ook stijgende kosten:
- Vergrijzing
- Economische groei
- Ontwikkelingen medische technologie (verruiming van het zorgaanbod)
De baten (gezondheidswinst) kunnen worden berekend: quality adjusted life years (QALY’s):
o 1 QALY = 1 jaar in perfecte gezondheid
o Prijs per QALY / Kosten-effectiviteitsratio: hoeveel geld om 1 QALY te winnen.
o Hoe lager de maximale prijs per QALY (door de samenleving geaccepteerd), hoe
strenger het beoordelen van kosten en baten van een behandeling/geneesmiddel.
Overheidsregulering
Als het basispakket “sober” is, zullen sommigen (hogere SES) aanvullende verzekeringen afsluiten.
- Potentieel grote en onzekere kosten, dus liever niet uit eigen zak maar verzekeren.
Overheidsregulering: markt meer transparant maken, aanvullende verzekeringen aantrekkelijker.
Risicosolidariteit = financiële solidariteit bij ziektekosten
“Access to care” = iedereen toegang tot noodzakelijke zorg
“Moral hazard”= overmatig beroep op zorg door verzekering
- Voorkomen met eigen betalingen (bijv. eigen risico per jaar):
o “Value based” eigen betalingen: sturen consumenten naar behandelingen met beste
kosten-batenverhouding.
Ouderenzorg → scheve verdeling van kosten door de jaren → verzekeren efficiënter dan sparen.
Solidariteit
Zorgsolidariteit = uniforme verstrekking van zorg, met dezelfde hoeveelheid en kwaliteit.
- Verplichte collectieve regeling: hierdoor geen rekening houden met voorkeuren
Lagere inkomens maken gemiddeld meer gebruik van zorg, door:
• Slechtere gezondheid
• Groter beroep op zorg bij gelijke gezondheid
, Preventie
2 belangrijke redenen:
• Mensen zijn niet altijd zelf in staat om de juiste keuzes te maken
• Een ongezonde leefstijl heeft externe effecten, met negatieve gevolgen voor anderen
→ Gezondheidskloof
“Kapotte knie als kaskraker”
Meniscusscheurtjes → artroscopie (kijkoperatie) blijkt hetzelfde resultaat als
schijnoperatie/placebo-operatie.
- Weinig tot geen meerwaarde voor patiënt om zo’n artroscopie van de knie te ondergaan.
Toch grote sommen publiek geld naar ondoelmatige of onnodige behandelingen.
HC2: Relatieve efficiëntie
Toegankelijkheid → Zorgverzekeringstheorie
Doelmatigheid → Relatieve efficiëntie
Efficiëntie = in hoeverre zijn de doelen (‘outputs’) van een organisatie behaald in relatie tot de
resources (‘inputs’: producten, geld), rekening houdend met externe factoren.
- Best value/practice for money
Hoorcolleges
HC1: Introductiecollege en beleidsvragen in de gezondheidseconomie
3 publieke doelen van gezondheidsbeleid:
• Kwaliteit
o Gezondheid
o Beleving zorg
• Toegankelijkheid
o Regio, etniciteit, geslacht, geloof, taal, inkomen, vermogen, opleiding, etc.
• Betaalbaarheid
o “Collectieve lasten gaan ten koste” = financiële lasten van burgers voor collectieve
voorzieningen die de overheid aanbiedt.
Beleidsthema’s
- Doelmatigheid van zorg
o Relatieve efficiëntie
- Kwaliteit van zorg
- Economische evaluatie:
o Basisverzekering: welke interventies (medische behandelingen, geneesmiddelen)
moeten worden vergoed?
o Zorgverzekeringen ontwerpen: toegankelijkheid waarborgen Zorgverzekeringstheorie
→ Selectie van technieken die horen bij beleidsvragen
Basisprincipes
Praktijkvariatie = regionale variatie (“dezelfde” patiënt ontvangt andere zorg in regio A dan regio B).
Gepaste zorg = optimale zorg op basis van de beste inzichten, aangepast aan patiëntvoorkeuren.
Verzekeringtheorie = afsluiten van een verzekering door risico’s (gedrag)
- Niet iedereen wordt even ziek, en niet elke ziekte is kostbaar om te behandelen.
Literatuur:
“Toekomst voor de zorg”
2 basispakketten met uniforme zorg (= hetzelfde voor iedereen)
• Zorgverzekeringswet (Zvw): curatieve zorg
• Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ): langdurige zorg
o Nu vervangen door Wet langdurige zorg (Wlz)
Verzekering van zorg heeft een grote maatschappelijke waarde, maar…
,- Houdbaarheid van het stelsel (kosten stijgen)
- Behoefte aan keuzevrijheid en eigen regie
Averechte selectie = mensen met een hoog risico op schade verzekeren zich, terwijl mensen met
een laag risico afhaken, omdat ze de premie als te duur vinden.
Preventie! (Gezonde leefstijl)
Groei van zorguitgaven vs. gezondheidswinst
Behandelingen chronische aandoeningen beter → grote baten van zorg voor de economie.
- Individueel: welvaartswinst
- Nationaal inkomen (bbp): dalend ziekteverzuim, langer doorwerken
Maar ook stijgende kosten:
- Vergrijzing
- Economische groei
- Ontwikkelingen medische technologie (verruiming van het zorgaanbod)
De baten (gezondheidswinst) kunnen worden berekend: quality adjusted life years (QALY’s):
o 1 QALY = 1 jaar in perfecte gezondheid
o Prijs per QALY / Kosten-effectiviteitsratio: hoeveel geld om 1 QALY te winnen.
o Hoe lager de maximale prijs per QALY (door de samenleving geaccepteerd), hoe
strenger het beoordelen van kosten en baten van een behandeling/geneesmiddel.
Overheidsregulering
Als het basispakket “sober” is, zullen sommigen (hogere SES) aanvullende verzekeringen afsluiten.
- Potentieel grote en onzekere kosten, dus liever niet uit eigen zak maar verzekeren.
Overheidsregulering: markt meer transparant maken, aanvullende verzekeringen aantrekkelijker.
Risicosolidariteit = financiële solidariteit bij ziektekosten
“Access to care” = iedereen toegang tot noodzakelijke zorg
“Moral hazard”= overmatig beroep op zorg door verzekering
- Voorkomen met eigen betalingen (bijv. eigen risico per jaar):
o “Value based” eigen betalingen: sturen consumenten naar behandelingen met beste
kosten-batenverhouding.
Ouderenzorg → scheve verdeling van kosten door de jaren → verzekeren efficiënter dan sparen.
Solidariteit
Zorgsolidariteit = uniforme verstrekking van zorg, met dezelfde hoeveelheid en kwaliteit.
- Verplichte collectieve regeling: hierdoor geen rekening houden met voorkeuren
Lagere inkomens maken gemiddeld meer gebruik van zorg, door:
• Slechtere gezondheid
• Groter beroep op zorg bij gelijke gezondheid
, Preventie
2 belangrijke redenen:
• Mensen zijn niet altijd zelf in staat om de juiste keuzes te maken
• Een ongezonde leefstijl heeft externe effecten, met negatieve gevolgen voor anderen
→ Gezondheidskloof
“Kapotte knie als kaskraker”
Meniscusscheurtjes → artroscopie (kijkoperatie) blijkt hetzelfde resultaat als
schijnoperatie/placebo-operatie.
- Weinig tot geen meerwaarde voor patiënt om zo’n artroscopie van de knie te ondergaan.
Toch grote sommen publiek geld naar ondoelmatige of onnodige behandelingen.
HC2: Relatieve efficiëntie
Toegankelijkheid → Zorgverzekeringstheorie
Doelmatigheid → Relatieve efficiëntie
Efficiëntie = in hoeverre zijn de doelen (‘outputs’) van een organisatie behaald in relatie tot de
resources (‘inputs’: producten, geld), rekening houdend met externe factoren.
- Best value/practice for money