Systemisch denken en handelen
- Twee verschuivingen in ons denken
o Van persoonsgericht naar relatiegericht denken
o Van lineair causaal denken naar circulair causaal denken
- Van persoonsgericht
o Focus op de persoon
o De persoon is zelfbepalend
o Er wordt gekeken naar het gedrag van de persoon
o Aandacht voor de binnenkant
o Iets “is” > iets vast voor eens en altijd
o Er is 1 waarheid
- Naar relatiegericht
o Focus op de persoon in relatie met omgeving
o Systeem en context bepalen mee
o Samenhang, verbinding, betekenissen
o Iets “wordt” > iets steeds in verandering, beweging
o Er zijn vele waarheden
- Van lineair causaal denken
o A oefent een invloed uit op B, waardoor B verandert
o Als A…dan zal altijd B
- Lineair denken
= we spreken van oorzaak gevolg, we vinden gemakkelijk een zondebok, een schuldige,
afwijkend gedrag is iets van die ene persoon alleen
- Circulair causaal denken
= verschijnselen zijn niet meer te verklaren vanuit een eenvoudig oorzaak –
gevolgprincipe, meerder factoren beïnvloeden elkaar: meerdere cirkels van
beïnvloeding
A beïnvloedt B en B beïnvloedt A die onder invloed staan van C en D en E en …
EFFECT: afwijkend gedrag is niet alleen maar jouw eigen verantwoorldijkheid
A = oorzaak, B = gevolg, B = oorzaak, A = gevolg
Begrippen ‘oorzaak en gevolg’ worden betekenloos
We spreken van ‘aandeel’
, Kenmerken en wetmatigheden binnen een systemen
Wat is een systeem
Systeem = verzameling van elementen / dat als geheel functioneert / door onderlinge
afhankelijkheid van de verschillende elementen / en die voor de betrokken elementen
bepaalde functies vervult
Systeembenadering = manier om naar sociale systemen te kijken. Deze systemen zijn heel
divers, toch vinden we er wetmatigheden in terug en ook een aantal kenmerken
Sociale systemen
= staat in voortdurende wisselwerking met zijn omgeving
Een systeem van mensen is altijd een open systeem
Belangrijke termen om systemen te beschrijven
Subsysteem = component van het overkoepelende systeem
Suprasysteem = het overkoepelende systeem
- Maar kenmerken gelden zowel voor sub- als voor suprasysteem
5 kenmerken van sociale systemen
1. Totaliteit of niet-opletbaarheid
2. Interafhankelijkheid
3. Gezamelijke doel
4. Emotionele betrokkenheid
5. Tijdselement
Totaliteit of niet-optelbaarheid
= een systeem is meer dan de som van de delen DUS het geheel kan andere eigenschappen
hebben dan de aparte elementen
Interafhankelijkheid
- Alles hangt met alles samen,
- 1 verandering is voelbaar in het hele systeem
- Systeem is bepalend voor gedrag van elk individu
- Systeem “wil” blijven voortbestaan > past zich aan bij verandering
Gezamenlijk doel
- ‘groep mensen’ worden ‘een systeem’ wanneer ze een gezamenlijk doel nastreven.
- Doel is niet altijd uitgesproken en liggen niet definiteif vast
- Iedereen vervult een eigen rol, heeft eigen functie om het doel te bewerkstellingen >
aandeel
- Twee verschuivingen in ons denken
o Van persoonsgericht naar relatiegericht denken
o Van lineair causaal denken naar circulair causaal denken
- Van persoonsgericht
o Focus op de persoon
o De persoon is zelfbepalend
o Er wordt gekeken naar het gedrag van de persoon
o Aandacht voor de binnenkant
o Iets “is” > iets vast voor eens en altijd
o Er is 1 waarheid
- Naar relatiegericht
o Focus op de persoon in relatie met omgeving
o Systeem en context bepalen mee
o Samenhang, verbinding, betekenissen
o Iets “wordt” > iets steeds in verandering, beweging
o Er zijn vele waarheden
- Van lineair causaal denken
o A oefent een invloed uit op B, waardoor B verandert
o Als A…dan zal altijd B
- Lineair denken
= we spreken van oorzaak gevolg, we vinden gemakkelijk een zondebok, een schuldige,
afwijkend gedrag is iets van die ene persoon alleen
- Circulair causaal denken
= verschijnselen zijn niet meer te verklaren vanuit een eenvoudig oorzaak –
gevolgprincipe, meerder factoren beïnvloeden elkaar: meerdere cirkels van
beïnvloeding
A beïnvloedt B en B beïnvloedt A die onder invloed staan van C en D en E en …
EFFECT: afwijkend gedrag is niet alleen maar jouw eigen verantwoorldijkheid
A = oorzaak, B = gevolg, B = oorzaak, A = gevolg
Begrippen ‘oorzaak en gevolg’ worden betekenloos
We spreken van ‘aandeel’
, Kenmerken en wetmatigheden binnen een systemen
Wat is een systeem
Systeem = verzameling van elementen / dat als geheel functioneert / door onderlinge
afhankelijkheid van de verschillende elementen / en die voor de betrokken elementen
bepaalde functies vervult
Systeembenadering = manier om naar sociale systemen te kijken. Deze systemen zijn heel
divers, toch vinden we er wetmatigheden in terug en ook een aantal kenmerken
Sociale systemen
= staat in voortdurende wisselwerking met zijn omgeving
Een systeem van mensen is altijd een open systeem
Belangrijke termen om systemen te beschrijven
Subsysteem = component van het overkoepelende systeem
Suprasysteem = het overkoepelende systeem
- Maar kenmerken gelden zowel voor sub- als voor suprasysteem
5 kenmerken van sociale systemen
1. Totaliteit of niet-opletbaarheid
2. Interafhankelijkheid
3. Gezamelijke doel
4. Emotionele betrokkenheid
5. Tijdselement
Totaliteit of niet-optelbaarheid
= een systeem is meer dan de som van de delen DUS het geheel kan andere eigenschappen
hebben dan de aparte elementen
Interafhankelijkheid
- Alles hangt met alles samen,
- 1 verandering is voelbaar in het hele systeem
- Systeem is bepalend voor gedrag van elk individu
- Systeem “wil” blijven voortbestaan > past zich aan bij verandering
Gezamenlijk doel
- ‘groep mensen’ worden ‘een systeem’ wanneer ze een gezamenlijk doel nastreven.
- Doel is niet altijd uitgesproken en liggen niet definiteif vast
- Iedereen vervult een eigen rol, heeft eigen functie om het doel te bewerkstellingen >
aandeel