KNWF richtlijnen samenvatting.............................................................................. 2
Casussen:............................................................................................................... 8
Week 1................................................................................................................... 8
Weekdoelen......................................................................................................... 8
Week 2................................................................................................................. 11
Weekdoelen:...................................................................................................... 11
Week 3................................................................................................................. 13
weekdoelen....................................................................................................... 13
Week 4................................................................................................................. 16
Weekdoelen:...................................................................................................... 16
Week 5................................................................................................................. 19
Weekdoelen:...................................................................................................... 20
Week 6................................................................................................................. 22
Weekdoelen:...................................................................................................... 22
Week 7................................................................................................................. 26
Weekdoelen:...................................................................................................... 26
Week 8................................................................................................................. 30
Weekdoelen:...................................................................................................... 30
,KNWF richtlijnen samenvatting
Wat is lage rugpijn (LRP)?
Lage rugpijn: Pijn tussen de onderste ribben en bilplooien, al dan niet
met uitstraling naar billen of benen.
Lumbosacraal radiculair syndroom (LRS): Specifiek type rugpijn met
uitstralende pijn in het been door prikkeling of beknelling van een
zenuwwortel (vaak door een hernia).
Epidemiologie & impact
Tot 80% van de mensen krijgt ooit lage rugpijn.
Meest voorkomend bij mensen tussen de 40 en 80 jaar.
LRS komt bij 1-5% van de volwassenen per jaar voor.
Grote maatschappelijke en economische impact (o.a. verzuim, zorgkosten).
Belangrijke inzichten
Vaak géén specifieke lichamelijke oorzaak aan te wijzen.
Lage rugpijn is een multifactorieel probleem:
o Biologisch (bijv. hernia),
o Psychosociaal (stress, angst),
o Leefstijl (roken, overgewicht),
o Werkgerelateerd (zware fysieke of mentale belasting).
Diagnostiek
Anamnese: Inventariseren van klachten, risicofactoren, belemmeringen,
psychosociale factoren.
Lichamelijk onderzoek: Inspectie, bewegingsonderzoek, neurologisch
onderzoek bij verdenking op LRS.
Rode vlaggen: Aandachtspunten voor ernstige oorzaken zoals fracturen,
tumoren, infecties, cauda-equinasyndroom.
,Behandelprofielen (risico op aanhoudende klachten)
De huidige richtlijn geldt voor patiënten met een eerste of een
recidiefepisode van lage rugpijn en beslaat alle fasen van rugpijn: acuut
(0-6 weken), subacuut (6-12 weken) en chronisch (> 12 weken). Bij een
LRS is meestal sprake van een hernia nuclei pulposi (HNP), in de meeste
gevallen in de lumbale wervelkolom op niveau L4-L5 of L5-S1.
Profiel 1: Laag risico → max. 3 sessies.
Profiel 2: Middelmatig risico → meer sessies, afgestemd op patiënt.
Profiel 3: Hoog risico → intensieve, vaak multidisciplinaire aanpak.
Onderzoeksmiddelen
Aanbevolen meetinstrumenten:
o NPRS: pijnscore 0-10.
o QBPDS: beperking in functioneren.
o PSK: patiëntspecifieke klachtenlijst.
Aanvullend: StarT Back Screening Tool.
Behandeling
1. Voorlichting en educatie
Leg uit dat lage rugpijn meestal onschuldig is en vaak vanzelf verbetert.
Bevorder actieve coping, zelfregie, beweging.
Beperk angstinducerende termen ("slijtage", "instabiliteit").
Bij LRS: leg uit dat hernia vaak vanzelf geneest, meestal geen operatie
nodig.
2. Oefentherapie
Actieve benadering staat centraal.
Aangepast op basis van profiel (1, 2 of 3).
Kan individueel of in groep, gericht op kracht, uithoudingsvermogen,
flexibiliteit, functieherstel.
3. Gedragsgeoriënteerde therapie
Bij profiel 3: bijv. graded activity, ACT, mindfulness.
Gericht op verminderen van bewegingsangst en catastroferen.
4. Niet-oefentherapeutische interventies
Mobilisaties/manipulaties: beperkt toepassen.
, Massage, TENS: alleen indien wenselijk en als aanvulling, weinig bewijs
voor effectiviteit.
Organisatie van zorg
Stapsgewijze benadering:
1. Preventie
2. Monodisciplinaire zorg (fysio/oefentherapeut, huisarts)
3. Multidisciplinaire eerstelijnszorg (indien klachten blijven)
4. Tweedelijnszorg/revalidatie (bij complexe problematiek)
Hier is een kort en overzichtelijk schema van de belangrijkste punten uit de
richtlijn, geschikt als flyer, infographic of voorlichting voor patiënten:
Lage Rugpijn & LRS – In het kort
Wat is het?
Lage rugpijn: Pijn tussen onderste ribben en billen, soms met uitstraling
naar benen.
LRS (Hernia-zenuwpijn): Zenuwbeknelling in de onderrug met
uitstralende pijn, gevoelloosheid of krachtverlies in het been.
Hoe vaak komt het voor?
80% van de mensen krijgt ooit lage rugpijn.
LRS komt voor bij 1-5% van de volwassenen per jaar.
Oorzaken & Risicofactoren
Geen duidelijke oorzaak bij de meeste mensen.
Risicofactoren:
o Overgewicht, roken
o Stress, angst voor bewegen
o Zwaar werk, weinig steun op werk
o Slechte algemene gezondheid