Dierenfysiologie examenvragen
Huid van de mens als model voor vertebraten:
Teken een algemene bouw van de huid en duid de 3 verschillende weefsellagen aan en geef hun functies. Ook geef
dimensies, gewicht en oppervlakte. Welke cellen en welke vezels zijn er aanwezig en wat is hun functie?
[+beweeglijkheid, ook een schets van de opbouw/structuur van elk type cel en vezel]
Huid is grootste orgaan => mens bestaat voor 16% uit huid. VB: bij mens van 70 kg, is 4 à 5kg ervan huid, met
oppervlakte = 1,5 à 2m2.
Per cm2 huid is er ongeveer:
• 100 zweetklieren
• 10 haren
• 70m bloedvaten
• 50cm zenuwen
• 230 gevoelsreceptoren
• 15 talgklieren
• meer dan 400 000 cellen
Huid dikte is tussen de 0,1 à 4mm afhankelijk van
• waar op lichaam => dikste is handpalmen & voetzolen (voor bescherming), dunste is oogleden (voor mobiliteit
& gevoeligheid).
• Man of vrouw => huid man ongeveer 15 à 20% dikker dan vrouw. Dikker huid betekent meer zenuwen &
haarvaatjes per cm². Vrouwen krijgen eerder rimpels dan mannen, maar deze zijn minder diep dan die bij
mannen, want dikkere huid geeft meer resistentie (rimpels verschijnen later, maar deze zijn wel dikker &
dieper).
Mannen hebben minder dikke onderhuidse vetlaag dan vrouwen, waardoor hun huid sterker reageert op prikkels &
daarom zijn ze gevoeliger voor pijn. Vrouwen hebben een minder hoge zweetproductie, daardoor houdt de huid
beter vocht vast & de pH van hun huid is lager dan die van man, waardoor ze hogere weerstand hebben tegen
bacteriën.
Functie van huid = bescherming tegen infecties & UV straling.
Huid bestaat ui 3 weefsellagen:
1. Epidermis = opperhuid (bestaat uit basaal membraan &
epitheelcellen)
2. Dermis = lederhuid
3. Hypodermis = bindweefsellaag (bevat bloedvaten)
=> laag 1+2 = cutis & laag 3 = subcutis
Epidermis:
Dikte varieert naargelang locatie (in ooglid = 0.1mm & in handpalmen of voetzolen = 1.5 mm). Het is een “Stratified
squamous epithelium” of plaveiselepitheel AKA het is gestratificeerd met vele cellagen, waarvan met buitenste laag
plat & schaalachtig (= squameus). Bij ons bestaat het uit 4 à 5 lagen, met
• Stratum corneum (= Bovenste laag) => zijn dode cellen (hebben geen
celorganellen zoals kern, ...) of cellen die weinig metabolisch actief zijn.
• Stratum basale (= Onderste laag) => is een basale cellaag waar er continue
mitotische delingen gebeuren & de dochtercellen naar hoger gelegen weefsels
bewegen, waar ze oude cellen vervangen. De oude cellen worden afgestoten als
roos of huisstof. Verwonding van een cel stimuleert de celcyclus om sneller te
gebeuren, zodat er meer basale cellen zijn. Deze laag is gehecht aan basaal
membraan (= basement membrane zone).
, • Stratum lucidum (= extra laag in handpalmen & voetzolen onder Stratum corneum) => deze is er omdat deze
zones blootgesteld zijn aan persistente druk & slijtage.
=> Epidermis is een continu zelf-vernieuwende laag, waarbij een basale cel migreert van stratum basale naar stratum
corneum in ca 14 dagen. Eens ze Stratum corneum bereikt hebben zijn de cellen dood. Hun celvorm verandert tijdens
de migratie & er gebeuren verschillende processen zoals keratinisatie, …
In epidermis zijn er 4 celtypes:
• Keratinocyten => ± 80% van epitheelcellen. Ze hebben grote onderlinge cohesie &
deze is sterker in een donkere huid dan in blanke huid.
• Dendritische/Langerhans cellen (= antigeen-presenterende cellen) => cellen die
antigenen (bacteriën, virussen, pathogenen) opnemen & presenteren op hun
celoppervlak aan T-cellen (= type witte bloedcel) om immuunrespons te activeren.
• Melanocyten => hebben octopusvorm & komen voor in Stratum basale. Ze maken
melanosomen aan, die op hun beurt melanine aanmaken. De melanosomen brengen
melanine tot de keratinocyten. Melanosomen kunnen groepen vormen & hoe meer
groepen, hoe donkerder de huid.
• Merkel cellen => bevinden zich dichtbij zenuwuiteinden & hebben functie in tastzin.
Dermis:
Is 0,5 à 5mm dik (ca 15-40x dikker dan epidermis). Het bestaat uit
• bindweefsel (bestaat uit extracellulaire matrix, ground substance, relatief weinig cellen & vezels) wat de huid
rekbaar & trekvast maakt. Hoe ouder de huid, hoe minder rekbaar & trekvast deze wordt.
• suikers (zoals hyaluronzuur) om water vast huiden zodat het kan dienen als nutriënt & hydrostatische druk.
• veel zenuwuiteinden die de mens tast-, pijn- & temperatuurzin verschaffen.
Dermis bestaat uit 2 lagen:
• Stratum papillaire = Dunne, oppervlakkige laag. Opgebouwd uit los bindweefsel (= areolar
connective tissue) dat collageen, reticulaire & elastische vezels bevat. Los bindweefsel is
noodzakelijk voor beweeglijke cellen, zodat immuuncellen kunnen patrouilleren.
• Stratum reticulare = Dikkere laag dat onder stratum papillaire ligt & net boven hypodermis. Het is opgebouwd
uit dense irregular bindweefsel die bloedvaten, adipocyten, collagene vezels bevat.
Verschillende vezels in dermis:
• Collageenvezels => zijn extreem stevig & bieden weerstand tegen mechanische stress &
uitrekking, wat essentieel is voor huid structuur & stevigheid. De vezels bestaan uit collageen
(meest voorkomende eiwit in menselijk lichaam & vormt ca 75% van menselijk huid gewicht).
Collageen wordt geproduceerd door fibroblasten & er bestaan meer dan 28 verschillende
typen, waarvan type I tot IV het meest voorkomen. Na 25 jaar neemt collageenproductie af,
wat leidt tot huidveroudering & rimpels (ontstaan door collageenstructuur verlies op
bepaalde plekken). Collageen heeft supramoleculaire structuur, opgebouwd uit
tropocollageen eenheden & deze bestaan uit 3 verstrengelde polypeptideketens. Deze ketens
vormen een rechtsdraaiende superhelix & zijn rijk aan proline. Vitamine C is essentieel voor correcte collageen
vorming & tekort kan leiden tot instabiele collageenvezels & ziektes zoals scheurbuik.
• Reticulaire vezels => Variant van collageenvezels. Zijn dun & delicaat, & vormen een netwerk. Ze hebben een
ondersteunende functie.
• Elastische vezels of “yellow fibers” => Eiwit dat samen met microfibrillen een dun, vertakt & elastisch netwerk
vormt in bindweefsel. Het biedt elasticiteit & veerkracht, waardoor weefsels (zoals bloedvaten & huid) kunnen
uitrekken & terugveren naar hun oorspronkelijke vorm. Elastine is minder stijf dan collageen. Elastine bestaat
uit hydrofobe aminozuren (zoals glycine, valine, alanine) & vormt 3D-netwerk dat collagene vezels verbindt.
VB: Vaatwand/Arteriële stijfheid is vroeg teken van verslechterende structuur & functie van slagaderlijke
vaatwanden. Pathologische verstijving van slagaderen (= arteriosclerose) kan leiden tot hart- & vaatziekten &
verhoogde sterfte.
,Ground substance (= ECM) = Amorfe, gelachtige substantie, dat opgebouwd is uit polysacchariden
(glycosaminoglycanen zoals hyaluronan) & (glyco)eiwitten dat gekoppeld worden om macromoleculen te vormen. De
functies zijn wateropslag (heeft grote capaciteit om water te binden, tot 60% van gewicht dermis is water), hulp in
oriëntatie vezelformatie, medium voor intercellulaire uitwisseling van nutriënten & bescherming.
Gemiddelde persoon van 70kg heeft ca 15g hyaluronzuur in lichaam, waarvan 1/3 afgebroken &
gesynthetiseerd per dag. Hyaluronzuur = Anionisch, niet-gesulfateerd glycosaminoglycaan dat
verspreid is in bindweefsel, epitheelweefsel & neurale weefsels. Het is uniek omdat het niet
gesulfateerd is, zich vormt in plasmamembraan in plaats van Golgi-apparaat & kan zeer groot zijn.
Humaan synoviaal hyaluronzuur is gemiddeld 7miljoen Da per molecuul, of ongeveer 20.000
disacharide monomeren. Is 1 van belangrijkste componenten van extracellulaire matrix, draagt bij
aan celproliferatie, migratie & progressie van kwaadaardige tumoren.
Verschillende celtypes:
• Gefixeerde cellen => blijven in bindweefsel
o Fibroblasten => Synthetiseren continu collageenvezels, elastinevezels & ground
substance (ECM). Ze reproduceren & zijn metabolisch actief. Naarmate ze rijpen & ECM
vormen worden ze minder actief, ze worden dan fibrocyten. Fibrocyten kunnen terug
actief worden & weer fibroblasten vormen, indien er meer ECM nodig is.
▪ Reticulaire cellen = type fibroblast met platte, stervormige celvorm die netachtige
verbindingen vormen met andere cellen. Ze synthetiseren reticulaire vezels.
o Adipose cellen/Adipocyten => Vetcellen die energie opgeslagen als vet & hebben daarvoor een grote
vetvacuole. In hun beginstadium lijken ze op fibroblasten & tijdens hun ontwikkeling vullen ze zich met
lipiden & gaan ze zwellen.
• Beweeglijke cellen => verplaatsen zich in & uit bindweefsel. Dit is voor bescherming, in het geval dat
pathogenen doorheen 1ste laag zijn geraakt (= vorm van cellulair immuunsysteem).
o Leukocyten => Witte bloedcellen in bloed die zich verplaatsen naar bindweefsel indien infectie. Normaal
aantal leukocyten is 4 à 10 x 109/l. Leukocyten produceren antilichamen.
▪ Leukopenie = tekort aan leukocyten. Er kunnen dan huidinfecties optreden die veroorzaakt zijn door
micro-organismen die normaal niet pathogeen zijn. Ook kunnen er niet genezende ulcera ontstaan.
o Mestcellen/mastocyten => Gespecialiseerde cellen in weefsels die in contact staan met buitenwereld. Ze
kunnen met grote affiniteit antigeen-specifieke antilichamen op hun celmembraan binden, om zo met
antigenen of allergenen die lichaam binnenkomen te kunnen binden. Hun granulen bevatten histamine,
heparine, serine proteïnasen & cytokinen om ontstekingsreactie te starten. Mastocytose = goedaardige
ophoping van mestcellen, meestal in huid.
o Macrofagen => migrerende cellen die met hun lange uitlopers de omgeving aftasten op lichaamsvreemde
deeltjes of reageren op signalen van mestcellen. Ze gaan pathogenen & beschadigde cellen fagocyteren
(opeten & verwijderen).
3) Hypodermis => Een subcutaneuse laag opgebouwd uit adipocyten. Het is metabolisch actief & warm, zit vol met
vetweefsel voor energie opslag & kussen. Daarom wordt lichaamsT° daar gemeten (zweetklieren zitten daar ook).
Wat is keratinisatie? Belang? Kent u een keratine-gerelateerde ziekte?
Keratinisatie = vormen van stevige, waterafstotende buitenlaag die huid beschermt tegen fysieke schade, uitdroging
& infecties. Keratinisatie is een 2delig proces:
1. Synthese fase => gebeurt tijdens migratie van cellen van Stratum basale naar Stratum corneum (dus tijdens
“huidvernieuwing”). Tijdens deze beweging gaan de cellen keratine produceren & accumuleren, het worden
dan keratinocyten.
2. Terminale differentiatie => gebeurt wanneer keratinocyten bij Stratum corneum aankomen. Ze gaan
morfologisch & functioneel differentiëren, waarbij cytoplasma vervangt wordt door keratine. Hierdoor verliezen
ze hun organellen (zoals kern), krijgen ze een sterk afgeplatte vorm (is steviger dan ronde vorm), zijn ze rijk aan
, eiwitten & arm aan lipiden. De cellen zijn nu dood & zijn corneocyten. Stratum corneum heeft de hoogste
densiteit aan keratine, wat deze laag zeer stevig & waterbestendig maakt.
=> Resultaat is vorming van grens tussen binnenste metabolisch actieve lagen & buitenste dode cellagen, dus een
grens tussen Stratum granulosum & Stratum corneum.
Keratinocyten ontwikkelen desmosomen (= intercellulaire bruggen) om cellen aan elkaar hechten & zo platen te
kunnen vormen. => Netwerk keratine filamenten samen met verbindingen door desmosomen bieden de weerstand
tegen mechanisme stress.
Keratine gerelateerde ziekten = keratopathie:
• Band keratopathy = Afzetting van keratine in het oog
• Harlekijn foetus => Zeldzaam (1:300.000) & veroorzaakt door mutaties in ABCA12 gen (verantwoordelijk voor
regulatie van eiwitsynthese tijdens ontwikkeling van nieuwe huidlagen). Wordt gekenmerkt door pantserachtig
verdikte & strakke huid, door een extreme verdikking van keratine laag. Door de strakke huid ontstaan
uitpuilende ogen & lippen, hypoplasie van neus & oren. Er kunnen contracturen van extremiteiten ontstaan &
door scheuren in de harde huidplaten, is er infectiegevaar.
• Collodionbaby => Mildere varianten, waarbij er niet dikke platen aanwezig zijn maar een stevig vlies.
Wat weet u over de kleur van de huid, pigmentatie? Van waar komt de kleur? Welke cellen, welke stoffen? Voor-
en nadelen? Ken je ziektes omtrent huidpigmentatie? [bv. vitiligo] Wat is een CALM?
Pigmentatie of huidskleur hangt af van hoeveelheid & distributie van melanine pigment in epidermis. Dit hangt af van
verschillen in grootte, vorm & distributie van melanosomen (= pigmentkorrels). Dit is afhankelijk van genetische
factoren & van blootstelling aan zon.
• Bij Kaukasiërs => Melanosomen klein & samengeklonterd in groepjes van ca 3 binnen 1 keratinocyt. Tijdens
rijping van keratinocyt wordt melanine door enzymen afgebroken, zodat in de Stratum corneum geen melanine
meer aanwezig is. Bij intensieve UV-belichting kunnen zich grote melanosomen ontwikkelen & dit verschil in
pigmentatie heeft klinisch gevolgen.
• Bij Negroïden & Australoïden => Melanosomen groter & niet geklonterd. Zij persisteren tot in Stratum
corneum.
=> Aantal melanocyten & melanineproductie zijn genetisch bepaald. Soms gaat er iets mis & dan worden de
melanocyten kwaadaardig, waardoor ze ongecontroleerd gaan delen. Zo kan een melanoom ontstaan.
Er bestaan 6 verschillende huidtypen & huidtype is erfelijk bepaald.
• Huidtype 1 = Verbrandt snel & wordt (bijna) niet bruin. Mensen met dit huidtype hebben lichte huid, vaak
sproeten, rossig of lichtblond haar & lichte kleur ogen.
• Huidtype 6 = Negroïde type, zeer goed bestand tegen zon met donkere huidskleur.
=> Mensen met huidtype 1 hebben grootste kans op melanoom (kan in alle huidtypen voorkomen).
Voordelen & nadelen van huidtypes:
• Verbranding => Minimale erythemateuze dosis (= MED) van UV-licht voor zwarte huid is 25-30x hoger dan voor
blanke huid. MED = Dosis UV-stralen waarbij de bestraalde huid na 24 uur nét rozerood kleurt. Epidermis dikte
is ook belangrijk als bescherming tegen zonlicht. Deze adaptatiefactor is bij alle rassen aanwezig, met als gevolg
dat gekleurden die langere tijd niet in de volle zon zijn geweest, bij een bezoek aan hun vaderland toch kunnen
verbranden.
• Huidkanker => Donkere huid blijkt tegen huidkanker te beschermen.
• Vitamine D-synthese => Negatief effect van donkere huid is dat vitamine D-synthese minder is. Is een nadeel
voor donker gepigmenteerde mensen in West-Europese klimaat, zeker als groot gedeelte van lichaam wordt
bedekt (religieuze redenen).
• Warmte absorptie => Nadeel van pigmentatie is dat zwarte huid 30- 40% meer warmte opneemt. Die zal
lichaam kwijt geraken door zweten.
• Pigmentverschuivingen =>
o Hypopigmentatie = lichte vlekken
Huid van de mens als model voor vertebraten:
Teken een algemene bouw van de huid en duid de 3 verschillende weefsellagen aan en geef hun functies. Ook geef
dimensies, gewicht en oppervlakte. Welke cellen en welke vezels zijn er aanwezig en wat is hun functie?
[+beweeglijkheid, ook een schets van de opbouw/structuur van elk type cel en vezel]
Huid is grootste orgaan => mens bestaat voor 16% uit huid. VB: bij mens van 70 kg, is 4 à 5kg ervan huid, met
oppervlakte = 1,5 à 2m2.
Per cm2 huid is er ongeveer:
• 100 zweetklieren
• 10 haren
• 70m bloedvaten
• 50cm zenuwen
• 230 gevoelsreceptoren
• 15 talgklieren
• meer dan 400 000 cellen
Huid dikte is tussen de 0,1 à 4mm afhankelijk van
• waar op lichaam => dikste is handpalmen & voetzolen (voor bescherming), dunste is oogleden (voor mobiliteit
& gevoeligheid).
• Man of vrouw => huid man ongeveer 15 à 20% dikker dan vrouw. Dikker huid betekent meer zenuwen &
haarvaatjes per cm². Vrouwen krijgen eerder rimpels dan mannen, maar deze zijn minder diep dan die bij
mannen, want dikkere huid geeft meer resistentie (rimpels verschijnen later, maar deze zijn wel dikker &
dieper).
Mannen hebben minder dikke onderhuidse vetlaag dan vrouwen, waardoor hun huid sterker reageert op prikkels &
daarom zijn ze gevoeliger voor pijn. Vrouwen hebben een minder hoge zweetproductie, daardoor houdt de huid
beter vocht vast & de pH van hun huid is lager dan die van man, waardoor ze hogere weerstand hebben tegen
bacteriën.
Functie van huid = bescherming tegen infecties & UV straling.
Huid bestaat ui 3 weefsellagen:
1. Epidermis = opperhuid (bestaat uit basaal membraan &
epitheelcellen)
2. Dermis = lederhuid
3. Hypodermis = bindweefsellaag (bevat bloedvaten)
=> laag 1+2 = cutis & laag 3 = subcutis
Epidermis:
Dikte varieert naargelang locatie (in ooglid = 0.1mm & in handpalmen of voetzolen = 1.5 mm). Het is een “Stratified
squamous epithelium” of plaveiselepitheel AKA het is gestratificeerd met vele cellagen, waarvan met buitenste laag
plat & schaalachtig (= squameus). Bij ons bestaat het uit 4 à 5 lagen, met
• Stratum corneum (= Bovenste laag) => zijn dode cellen (hebben geen
celorganellen zoals kern, ...) of cellen die weinig metabolisch actief zijn.
• Stratum basale (= Onderste laag) => is een basale cellaag waar er continue
mitotische delingen gebeuren & de dochtercellen naar hoger gelegen weefsels
bewegen, waar ze oude cellen vervangen. De oude cellen worden afgestoten als
roos of huisstof. Verwonding van een cel stimuleert de celcyclus om sneller te
gebeuren, zodat er meer basale cellen zijn. Deze laag is gehecht aan basaal
membraan (= basement membrane zone).
, • Stratum lucidum (= extra laag in handpalmen & voetzolen onder Stratum corneum) => deze is er omdat deze
zones blootgesteld zijn aan persistente druk & slijtage.
=> Epidermis is een continu zelf-vernieuwende laag, waarbij een basale cel migreert van stratum basale naar stratum
corneum in ca 14 dagen. Eens ze Stratum corneum bereikt hebben zijn de cellen dood. Hun celvorm verandert tijdens
de migratie & er gebeuren verschillende processen zoals keratinisatie, …
In epidermis zijn er 4 celtypes:
• Keratinocyten => ± 80% van epitheelcellen. Ze hebben grote onderlinge cohesie &
deze is sterker in een donkere huid dan in blanke huid.
• Dendritische/Langerhans cellen (= antigeen-presenterende cellen) => cellen die
antigenen (bacteriën, virussen, pathogenen) opnemen & presenteren op hun
celoppervlak aan T-cellen (= type witte bloedcel) om immuunrespons te activeren.
• Melanocyten => hebben octopusvorm & komen voor in Stratum basale. Ze maken
melanosomen aan, die op hun beurt melanine aanmaken. De melanosomen brengen
melanine tot de keratinocyten. Melanosomen kunnen groepen vormen & hoe meer
groepen, hoe donkerder de huid.
• Merkel cellen => bevinden zich dichtbij zenuwuiteinden & hebben functie in tastzin.
Dermis:
Is 0,5 à 5mm dik (ca 15-40x dikker dan epidermis). Het bestaat uit
• bindweefsel (bestaat uit extracellulaire matrix, ground substance, relatief weinig cellen & vezels) wat de huid
rekbaar & trekvast maakt. Hoe ouder de huid, hoe minder rekbaar & trekvast deze wordt.
• suikers (zoals hyaluronzuur) om water vast huiden zodat het kan dienen als nutriënt & hydrostatische druk.
• veel zenuwuiteinden die de mens tast-, pijn- & temperatuurzin verschaffen.
Dermis bestaat uit 2 lagen:
• Stratum papillaire = Dunne, oppervlakkige laag. Opgebouwd uit los bindweefsel (= areolar
connective tissue) dat collageen, reticulaire & elastische vezels bevat. Los bindweefsel is
noodzakelijk voor beweeglijke cellen, zodat immuuncellen kunnen patrouilleren.
• Stratum reticulare = Dikkere laag dat onder stratum papillaire ligt & net boven hypodermis. Het is opgebouwd
uit dense irregular bindweefsel die bloedvaten, adipocyten, collagene vezels bevat.
Verschillende vezels in dermis:
• Collageenvezels => zijn extreem stevig & bieden weerstand tegen mechanische stress &
uitrekking, wat essentieel is voor huid structuur & stevigheid. De vezels bestaan uit collageen
(meest voorkomende eiwit in menselijk lichaam & vormt ca 75% van menselijk huid gewicht).
Collageen wordt geproduceerd door fibroblasten & er bestaan meer dan 28 verschillende
typen, waarvan type I tot IV het meest voorkomen. Na 25 jaar neemt collageenproductie af,
wat leidt tot huidveroudering & rimpels (ontstaan door collageenstructuur verlies op
bepaalde plekken). Collageen heeft supramoleculaire structuur, opgebouwd uit
tropocollageen eenheden & deze bestaan uit 3 verstrengelde polypeptideketens. Deze ketens
vormen een rechtsdraaiende superhelix & zijn rijk aan proline. Vitamine C is essentieel voor correcte collageen
vorming & tekort kan leiden tot instabiele collageenvezels & ziektes zoals scheurbuik.
• Reticulaire vezels => Variant van collageenvezels. Zijn dun & delicaat, & vormen een netwerk. Ze hebben een
ondersteunende functie.
• Elastische vezels of “yellow fibers” => Eiwit dat samen met microfibrillen een dun, vertakt & elastisch netwerk
vormt in bindweefsel. Het biedt elasticiteit & veerkracht, waardoor weefsels (zoals bloedvaten & huid) kunnen
uitrekken & terugveren naar hun oorspronkelijke vorm. Elastine is minder stijf dan collageen. Elastine bestaat
uit hydrofobe aminozuren (zoals glycine, valine, alanine) & vormt 3D-netwerk dat collagene vezels verbindt.
VB: Vaatwand/Arteriële stijfheid is vroeg teken van verslechterende structuur & functie van slagaderlijke
vaatwanden. Pathologische verstijving van slagaderen (= arteriosclerose) kan leiden tot hart- & vaatziekten &
verhoogde sterfte.
,Ground substance (= ECM) = Amorfe, gelachtige substantie, dat opgebouwd is uit polysacchariden
(glycosaminoglycanen zoals hyaluronan) & (glyco)eiwitten dat gekoppeld worden om macromoleculen te vormen. De
functies zijn wateropslag (heeft grote capaciteit om water te binden, tot 60% van gewicht dermis is water), hulp in
oriëntatie vezelformatie, medium voor intercellulaire uitwisseling van nutriënten & bescherming.
Gemiddelde persoon van 70kg heeft ca 15g hyaluronzuur in lichaam, waarvan 1/3 afgebroken &
gesynthetiseerd per dag. Hyaluronzuur = Anionisch, niet-gesulfateerd glycosaminoglycaan dat
verspreid is in bindweefsel, epitheelweefsel & neurale weefsels. Het is uniek omdat het niet
gesulfateerd is, zich vormt in plasmamembraan in plaats van Golgi-apparaat & kan zeer groot zijn.
Humaan synoviaal hyaluronzuur is gemiddeld 7miljoen Da per molecuul, of ongeveer 20.000
disacharide monomeren. Is 1 van belangrijkste componenten van extracellulaire matrix, draagt bij
aan celproliferatie, migratie & progressie van kwaadaardige tumoren.
Verschillende celtypes:
• Gefixeerde cellen => blijven in bindweefsel
o Fibroblasten => Synthetiseren continu collageenvezels, elastinevezels & ground
substance (ECM). Ze reproduceren & zijn metabolisch actief. Naarmate ze rijpen & ECM
vormen worden ze minder actief, ze worden dan fibrocyten. Fibrocyten kunnen terug
actief worden & weer fibroblasten vormen, indien er meer ECM nodig is.
▪ Reticulaire cellen = type fibroblast met platte, stervormige celvorm die netachtige
verbindingen vormen met andere cellen. Ze synthetiseren reticulaire vezels.
o Adipose cellen/Adipocyten => Vetcellen die energie opgeslagen als vet & hebben daarvoor een grote
vetvacuole. In hun beginstadium lijken ze op fibroblasten & tijdens hun ontwikkeling vullen ze zich met
lipiden & gaan ze zwellen.
• Beweeglijke cellen => verplaatsen zich in & uit bindweefsel. Dit is voor bescherming, in het geval dat
pathogenen doorheen 1ste laag zijn geraakt (= vorm van cellulair immuunsysteem).
o Leukocyten => Witte bloedcellen in bloed die zich verplaatsen naar bindweefsel indien infectie. Normaal
aantal leukocyten is 4 à 10 x 109/l. Leukocyten produceren antilichamen.
▪ Leukopenie = tekort aan leukocyten. Er kunnen dan huidinfecties optreden die veroorzaakt zijn door
micro-organismen die normaal niet pathogeen zijn. Ook kunnen er niet genezende ulcera ontstaan.
o Mestcellen/mastocyten => Gespecialiseerde cellen in weefsels die in contact staan met buitenwereld. Ze
kunnen met grote affiniteit antigeen-specifieke antilichamen op hun celmembraan binden, om zo met
antigenen of allergenen die lichaam binnenkomen te kunnen binden. Hun granulen bevatten histamine,
heparine, serine proteïnasen & cytokinen om ontstekingsreactie te starten. Mastocytose = goedaardige
ophoping van mestcellen, meestal in huid.
o Macrofagen => migrerende cellen die met hun lange uitlopers de omgeving aftasten op lichaamsvreemde
deeltjes of reageren op signalen van mestcellen. Ze gaan pathogenen & beschadigde cellen fagocyteren
(opeten & verwijderen).
3) Hypodermis => Een subcutaneuse laag opgebouwd uit adipocyten. Het is metabolisch actief & warm, zit vol met
vetweefsel voor energie opslag & kussen. Daarom wordt lichaamsT° daar gemeten (zweetklieren zitten daar ook).
Wat is keratinisatie? Belang? Kent u een keratine-gerelateerde ziekte?
Keratinisatie = vormen van stevige, waterafstotende buitenlaag die huid beschermt tegen fysieke schade, uitdroging
& infecties. Keratinisatie is een 2delig proces:
1. Synthese fase => gebeurt tijdens migratie van cellen van Stratum basale naar Stratum corneum (dus tijdens
“huidvernieuwing”). Tijdens deze beweging gaan de cellen keratine produceren & accumuleren, het worden
dan keratinocyten.
2. Terminale differentiatie => gebeurt wanneer keratinocyten bij Stratum corneum aankomen. Ze gaan
morfologisch & functioneel differentiëren, waarbij cytoplasma vervangt wordt door keratine. Hierdoor verliezen
ze hun organellen (zoals kern), krijgen ze een sterk afgeplatte vorm (is steviger dan ronde vorm), zijn ze rijk aan
, eiwitten & arm aan lipiden. De cellen zijn nu dood & zijn corneocyten. Stratum corneum heeft de hoogste
densiteit aan keratine, wat deze laag zeer stevig & waterbestendig maakt.
=> Resultaat is vorming van grens tussen binnenste metabolisch actieve lagen & buitenste dode cellagen, dus een
grens tussen Stratum granulosum & Stratum corneum.
Keratinocyten ontwikkelen desmosomen (= intercellulaire bruggen) om cellen aan elkaar hechten & zo platen te
kunnen vormen. => Netwerk keratine filamenten samen met verbindingen door desmosomen bieden de weerstand
tegen mechanisme stress.
Keratine gerelateerde ziekten = keratopathie:
• Band keratopathy = Afzetting van keratine in het oog
• Harlekijn foetus => Zeldzaam (1:300.000) & veroorzaakt door mutaties in ABCA12 gen (verantwoordelijk voor
regulatie van eiwitsynthese tijdens ontwikkeling van nieuwe huidlagen). Wordt gekenmerkt door pantserachtig
verdikte & strakke huid, door een extreme verdikking van keratine laag. Door de strakke huid ontstaan
uitpuilende ogen & lippen, hypoplasie van neus & oren. Er kunnen contracturen van extremiteiten ontstaan &
door scheuren in de harde huidplaten, is er infectiegevaar.
• Collodionbaby => Mildere varianten, waarbij er niet dikke platen aanwezig zijn maar een stevig vlies.
Wat weet u over de kleur van de huid, pigmentatie? Van waar komt de kleur? Welke cellen, welke stoffen? Voor-
en nadelen? Ken je ziektes omtrent huidpigmentatie? [bv. vitiligo] Wat is een CALM?
Pigmentatie of huidskleur hangt af van hoeveelheid & distributie van melanine pigment in epidermis. Dit hangt af van
verschillen in grootte, vorm & distributie van melanosomen (= pigmentkorrels). Dit is afhankelijk van genetische
factoren & van blootstelling aan zon.
• Bij Kaukasiërs => Melanosomen klein & samengeklonterd in groepjes van ca 3 binnen 1 keratinocyt. Tijdens
rijping van keratinocyt wordt melanine door enzymen afgebroken, zodat in de Stratum corneum geen melanine
meer aanwezig is. Bij intensieve UV-belichting kunnen zich grote melanosomen ontwikkelen & dit verschil in
pigmentatie heeft klinisch gevolgen.
• Bij Negroïden & Australoïden => Melanosomen groter & niet geklonterd. Zij persisteren tot in Stratum
corneum.
=> Aantal melanocyten & melanineproductie zijn genetisch bepaald. Soms gaat er iets mis & dan worden de
melanocyten kwaadaardig, waardoor ze ongecontroleerd gaan delen. Zo kan een melanoom ontstaan.
Er bestaan 6 verschillende huidtypen & huidtype is erfelijk bepaald.
• Huidtype 1 = Verbrandt snel & wordt (bijna) niet bruin. Mensen met dit huidtype hebben lichte huid, vaak
sproeten, rossig of lichtblond haar & lichte kleur ogen.
• Huidtype 6 = Negroïde type, zeer goed bestand tegen zon met donkere huidskleur.
=> Mensen met huidtype 1 hebben grootste kans op melanoom (kan in alle huidtypen voorkomen).
Voordelen & nadelen van huidtypes:
• Verbranding => Minimale erythemateuze dosis (= MED) van UV-licht voor zwarte huid is 25-30x hoger dan voor
blanke huid. MED = Dosis UV-stralen waarbij de bestraalde huid na 24 uur nét rozerood kleurt. Epidermis dikte
is ook belangrijk als bescherming tegen zonlicht. Deze adaptatiefactor is bij alle rassen aanwezig, met als gevolg
dat gekleurden die langere tijd niet in de volle zon zijn geweest, bij een bezoek aan hun vaderland toch kunnen
verbranden.
• Huidkanker => Donkere huid blijkt tegen huidkanker te beschermen.
• Vitamine D-synthese => Negatief effect van donkere huid is dat vitamine D-synthese minder is. Is een nadeel
voor donker gepigmenteerde mensen in West-Europese klimaat, zeker als groot gedeelte van lichaam wordt
bedekt (religieuze redenen).
• Warmte absorptie => Nadeel van pigmentatie is dat zwarte huid 30- 40% meer warmte opneemt. Die zal
lichaam kwijt geraken door zweten.
• Pigmentverschuivingen =>
o Hypopigmentatie = lichte vlekken