Aantekeningen Methodologie 1
Inhoud
Hoorcollege1.......................................................................................................... 2
Blok 1: Studiedesigns, frequentie -en associatiematen.......................................2
Hoorcollege 2....................................................................................................... 11
Blok 2: Vertekening – Selectiebias en Informatiebias........................................11
Hoorcollege 3....................................................................................................... 19
Blok 3: Betrouwbaarheid & Validiteit.................................................................19
Hoorcollege 4....................................................................................................... 29
Blok 4: Confounding & Effectmodificatie...........................................................29
Hoorcollege 5....................................................................................................... 35
Blok 5: Beschrijvende Statistiek........................................................................35
Hoorcollege 6....................................................................................................... 40
Blok 6: Kansrekenen.......................................................................................... 40
Hoorcollege 7....................................................................................................... 45
Blok 7: Kansmodellen en de centrale limietstelling...........................................45
Hoorcollege 8....................................................................................................... 56
Blok 8: Toetsen.................................................................................................. 56
Hoorcollege 9....................................................................................................... 63
Blok 9: Schatten................................................................................................ 63
Tips voor SPSS...................................................................................................... 72
,Hoorcollege1
Blok 1: Studiedesigns, frequentie -en associatiematen
Onderwerpen in de cursus
- Epidemiologie
o Studiedesigns, frequentie- en associatiematen
o Selectie en (mis)classificatie
o Validiteit en betrouwbaarheid
o Confounding, effectmodificatie, causaliteit
- Statistiek
o Beschrijvende statistiek
o Kansrekenen
o Kansmodellen & centrale limietstellingen
o Nulhypothese toetsen
o Intervals Hatten
- Kritisch evalueren van vraagstukken
- Reflecteren op je rol als wetenschapper
- Professionaliteit/integriteit in onderzoek
- Samenwerken binnen groep
Wat herhaling ‘lijkt’, is in feite uitbreiding / verdieping
Wat herhaling is, word je geacht te beheersen
In twijfel trekken van claims. Conclusies niet heel letterlijk nemen en nadenken
over wat zoiets kan betekenen.
Correlatie ≠ Causaliteit
Het doel van methodologie is het onderzoek zó inrichten dat er maar één
interpretatie van de gegevens mogelijk is.
- Variabiliteit bemoeilijkt objectiviteit.
- Meetmethode introduceert ook variatie.
- Niet iedereen is meetbaar
- Veel factoren spelen tegelijkertijd
Ook bij een goed onderzoek kan er sprake zijn van meerdere conclusies
Steekproeven in de populatie
- “Model” moet representatief zijn voor de rest van de populatie
- Kwetsbare groepen zijn heel moeilijk in representatief onderzoek te krijgen
Kwantitatief onderzoek:
“Wat is de relatie tussen geslacht en intelligentie bij kinderen op de
basisschool?”
Je bent geïnteresseerd of er een verschil in cijfers is (een kwantitatief
verschil)
o Meting levert getal op (of wordt via protocol omgezet in getal); rol
van onderzoeker (idealiter) minimaal; uitvoeren vooropgezet plan,
, waar je
zo min mogelijk van afwijkt
Kwalitatief onderzoek
“Wat zijn oorzaken en redenen dat meisjes hoger scoren op intelligentie
dan jongens?”
Je wilt nu begrijpen waarom er een verschil zou zijn - er zit meer diepgang
in, dus meer “kwaliteit”)
o Interviews, focusgroepen, observaties; onderzoeker onderdeel van
metingen;
iteratief process met verandering van aanpak als dat nodig lijkt
Verschil tussen observationeel en experimenteel onderzoek is dat de onderzoeker
bij een experiment zorgt voor een verschil in blootstelling aan iets en bij
observationeel niet.
Uitkomsten en daarmee de verdeling laat vaak al zien wat voor soort onderzoek
het is geweest.
De laatste in de piramide vormt ook de
ecologische studie
, Risico en kans zijn hetzelfde (kans is altijd iets gedeeld door het totaal)
Risico is de kans dat ‘iets’ optreedt in een gegeven tijd
Inhoud
Hoorcollege1.......................................................................................................... 2
Blok 1: Studiedesigns, frequentie -en associatiematen.......................................2
Hoorcollege 2....................................................................................................... 11
Blok 2: Vertekening – Selectiebias en Informatiebias........................................11
Hoorcollege 3....................................................................................................... 19
Blok 3: Betrouwbaarheid & Validiteit.................................................................19
Hoorcollege 4....................................................................................................... 29
Blok 4: Confounding & Effectmodificatie...........................................................29
Hoorcollege 5....................................................................................................... 35
Blok 5: Beschrijvende Statistiek........................................................................35
Hoorcollege 6....................................................................................................... 40
Blok 6: Kansrekenen.......................................................................................... 40
Hoorcollege 7....................................................................................................... 45
Blok 7: Kansmodellen en de centrale limietstelling...........................................45
Hoorcollege 8....................................................................................................... 56
Blok 8: Toetsen.................................................................................................. 56
Hoorcollege 9....................................................................................................... 63
Blok 9: Schatten................................................................................................ 63
Tips voor SPSS...................................................................................................... 72
,Hoorcollege1
Blok 1: Studiedesigns, frequentie -en associatiematen
Onderwerpen in de cursus
- Epidemiologie
o Studiedesigns, frequentie- en associatiematen
o Selectie en (mis)classificatie
o Validiteit en betrouwbaarheid
o Confounding, effectmodificatie, causaliteit
- Statistiek
o Beschrijvende statistiek
o Kansrekenen
o Kansmodellen & centrale limietstellingen
o Nulhypothese toetsen
o Intervals Hatten
- Kritisch evalueren van vraagstukken
- Reflecteren op je rol als wetenschapper
- Professionaliteit/integriteit in onderzoek
- Samenwerken binnen groep
Wat herhaling ‘lijkt’, is in feite uitbreiding / verdieping
Wat herhaling is, word je geacht te beheersen
In twijfel trekken van claims. Conclusies niet heel letterlijk nemen en nadenken
over wat zoiets kan betekenen.
Correlatie ≠ Causaliteit
Het doel van methodologie is het onderzoek zó inrichten dat er maar één
interpretatie van de gegevens mogelijk is.
- Variabiliteit bemoeilijkt objectiviteit.
- Meetmethode introduceert ook variatie.
- Niet iedereen is meetbaar
- Veel factoren spelen tegelijkertijd
Ook bij een goed onderzoek kan er sprake zijn van meerdere conclusies
Steekproeven in de populatie
- “Model” moet representatief zijn voor de rest van de populatie
- Kwetsbare groepen zijn heel moeilijk in representatief onderzoek te krijgen
Kwantitatief onderzoek:
“Wat is de relatie tussen geslacht en intelligentie bij kinderen op de
basisschool?”
Je bent geïnteresseerd of er een verschil in cijfers is (een kwantitatief
verschil)
o Meting levert getal op (of wordt via protocol omgezet in getal); rol
van onderzoeker (idealiter) minimaal; uitvoeren vooropgezet plan,
, waar je
zo min mogelijk van afwijkt
Kwalitatief onderzoek
“Wat zijn oorzaken en redenen dat meisjes hoger scoren op intelligentie
dan jongens?”
Je wilt nu begrijpen waarom er een verschil zou zijn - er zit meer diepgang
in, dus meer “kwaliteit”)
o Interviews, focusgroepen, observaties; onderzoeker onderdeel van
metingen;
iteratief process met verandering van aanpak als dat nodig lijkt
Verschil tussen observationeel en experimenteel onderzoek is dat de onderzoeker
bij een experiment zorgt voor een verschil in blootstelling aan iets en bij
observationeel niet.
Uitkomsten en daarmee de verdeling laat vaak al zien wat voor soort onderzoek
het is geweest.
De laatste in de piramide vormt ook de
ecologische studie
, Risico en kans zijn hetzelfde (kans is altijd iets gedeeld door het totaal)
Risico is de kans dat ‘iets’ optreedt in een gegeven tijd