100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Pedagogie

Rating
-
Sold
1
Pages
99
Uploaded on
19-06-2025
Written in
2024/2025

samenvatting van alle powerpoints en notities van alle lessen.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 19, 2025
Number of pages
99
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Pedagogie




Opvoeding
> Baby’s mensen nodig die hen verzorgen, begeleiden op weg naar zelfstandigheid en
verantwoordelijkheid. Dit proces= opvoeding= volwassenen die opvoeden en kinderen die opgevoed
worden.
> Opvoeding volgens woordenboek: grootbrengen, iemand verzorgen opdat hij groot wordt/op eigen
benen staan/volwassen worden, kinderen voeden, verzorgen en normen bijbrengen.
> Overal waar volwassenen en kinderen samenleven, vindt opvoeding plaats.


DEEL 1: vakjargon in de pedagogie(k)
> Het leven waarin wordt opgevoed, vormt een eenheid→ alles hangt samen, MAAR als we iets willen
doen moeten er onderscheidingen aangebracht worden→ gevaarlijk= zicht op eenheid kan verloren
gaan!
→ onderscheidingen theoretische kunstgrepen→ gevaar beperkt, verdwijnt niet!
> Spreken in concepten= geeft taal om samen over opvoeding te spreken en stelt beter in staat om te
begrijpen wat er allemaal betrokken is en dus rol speelt wnr opvoeding.
> Taal= noodzakelijk instrument
> Als pedagoog: geen concreet materiaal→ enkel taal en lichaam (ogen, mond)
→ nooit alleen! Beschrijven wat gebeurt naar andere mensen (moet duidelijk zijn)

Pedagogische verantwoordelijkheid:
je kan niet-niet reageren. Van het kind gaat zo’n kracht uit dat je niet anders kan dan antwoorden
zoeken. Bv. Blij kind, volwassene kan niet anders dan handelen= aandacht geven→ in pedagogie=
verantwoordelijkheid
> Vanuit het kind wordt een appél gedaan op de volwassene, die hierop moet handelen.
→ gaat niet enkel over ‘het kind dat wordt opgevoed’, ook om de opvoeder, en relatie tussen beiden.
- Bv. bepaald moment baby reageert op menselijke aandacht, door lachen, stappen te
zetten… wat volwassene doet brengt iets teweeg bij het kind. Ook omgekeerd; als kind lacht,
kraait zal dit iets met jou doen.

Pedagogische relatie
baby kan niet los gezien worden van omgeving/ verzorger
> Winnicott→ ontwikkeling kind kan alleen begrepen worden in context vd relatie met verzorger, die
essentieel is voor emotionele en psychologische groei van kind.
> opvoeder is slechts opvoeder tav kind dat opgevoed wordt (kind steeds centraal)
= essentieel voor emotionele en psychologische groei van kind, tussen k en pedagoog
= driehoeksrelatie: kind – opvoeder – wereld, de relatie kind – opvoeder ontstaat doordat zij samen
naar de wereld kijken, samen bezig gaan.
→ niet enkel ouders opvoeders, ook relatie tussen kind en medeopvoeders→ wederzijdsheid! (niet
enkel over de ouder en kind, ook over de wereld waarin ze samen leven en de wereld waartoe de
ouders zijn kind wil opvoeden
> opvoedingsrelaties ook tussen kind en mede-opvoeders (babysitters, leerkrachten…)

, Pedagogie


Opvoedingsmilieus
omgeving waarin k opgroeit en invloed heeft op ontwikkeling.
= fysieke omgeving en, sociale en culturele context waarin het kind opgroeit en die elkaar
beïnvloeden Bv. S ’ochtends ruzie→ in aula
vooral daarmee bezig

> (gezin= primair – school= secundair – vrije tijd=tertiair – wereld= quartair) (met digitale als
parallelle leefwereld (= als bijkomend element dat in alle opvoedingsmilieus aanwezig is.)
> opvoeding= niet uitsluitend taak ouders Primair(eerste) kind
geboren – eerste
→omgeving: continu aanwezig (gezin, school, wereld…) maanden, kind vooral
= technologie (media, er worden afspraken gemaakt, heeft impact op bij gezin
opvoeding bv. Ik weet als ouder het punt van kind al eerder.

Pedagogische verantwoordelijkheid
Initiëren in de wereld
hoort bij pedagogische verantwoordelijkheid: alle dingen die bijdragen tot leven kind→ laten
oefenen in wereld. (‘dit is een tafel, dat is een stoel’)
= kinderen kans krijgen om experimenteren: bv. Kindje valt, je zegt we proberen het opnieuw; kind
dat spijbelt, zeggen ik heb je gemist in mijn les, niet direct straffen!
= je nodigt kinderen uit om deel te nemen. Zo gaat de wereld voor hen geleidelijk aan open. We leren
kinderen onze weg behandelen, de ons vertrouwde wereld delen.

Intergenerationeel
doorgeven van ervaringen en wijsheid aan generaties: rituelen – tradities – normen – waarden
> Opvoeder maakt bepaalde keuzes, vanuit deze keuzes toont hij de wereld aan kind
→ kinderen krijgen waarden, normen, tradities en kennis vd ene generatie op de andere
overgeleverd.
→elke familie heeft gewoontes, tradities, bv. manier waarop stoofvlees gemaakt wordt, hoe
keukenkasten ingedeeld

Weerstand
kind op eigen benen, als het kind in staat is zich ef te vragen of dat wat het wil ook waard is om gewild
te worden. Het zal weerstand moeten kunnen bieden aan wat, van binnenuit en van buitenaf op hem
afkomt.
= als ouder biedt je de wereld aan→ kind bepaald of ze daar iets mee doet
→ je brengt het kind waarden en normen mee→ wat kind doet? Bepaald die zelf!
→ je kan het kind NIET sturen!!
> Opvoeding is een werelds gebeuren!

Pedagogische basis
(pedagogische- leefomgeving vs sociale relaties)
= alle contacten, relaties en leefomgevingen die bijdragen aan het opgroeien en opvoeden van
kinderen. Over hoe volwassenen omgaan met kinderen
> Leefomgeving: (= plekken waar kinderen en opvoeders naartoe kunnen, zowel fysiek als online, bv.
Speeltuin, plaatselijke voetbalclub…)
Sociale relaties (medeopvoeders=):
- familie: dichtbij? Altijd terecht bij iemand

, Pedagogie


: verderweg? Je kan niet meer direct iets vragen
- medeopvoeders = mensen waarmee kinderen opgroeien

Pedagogisch (leef)klimaat
= fysieke, sociale en emotionele omgeving van een opvoedingsmilieu (school, gezin)
= materiële omstandigheden, ook interacties tussen kinderen en opvoeders, waarden en normen die
worden overgedragen, manier waarop kinderen worden ondersteund in hun groei naar
zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
> Niet enkel basis→ ook leefklimaat (zijn NIET hetzelfde!!)
> klimaat: afgestemd op basisbehoeften (= kinderen beter ontwikkelen en ervaren hogere mate van
welbevinden)




> competentie= moet binnen bereik liggen (bv. Beginnen met lopen, je kan niet ineens een marathon,
wel 5km)
> autonomie=ingaan→ gevoel van keuze vrijheid (bv. jij mag bestek kiezen)
> voorwaardenscheppend: minder om plaats waar opvoeding plaats vindt, maar manier waarop die
omgeving zijn invulling krijgt.
- bv. school; kan voor ene kind warm leefklimaat kennen (waarin kind kansen krijgt en fouten
durft maken), anderzijds kan te weinig structuur geboden worden (of pestgedrag, zet
klasklimaat onder druk)

Pedagogisch handelen
(=vorm van sociaal handelen)
= wat docent/ouder doet, gaat pedagogisch handelen (=in relatie handelen) rekening houden met
wat in groep leeft!
= georiënteerd op het handelen van anderen. (je verhoud u tot hoe zij zich voelen). Je handelt steeds
binnen pedagogische relatie. Handelen vd opvoeder staat in relatie tot kind. En wordt verder
aangestuurd door en krijgt verder vorm via de (re)acties v/h kind.
→ geen ‘juist’ of ‘fout’ handelen→adequaat handelen
- Bv. kind huilt; volwassene kan troost bieden door knuffel, hulp bieden door kind recht te
helpen of afleiding door met kind te spreken (niet één juiste manier)


Ingebed in het alledaagse
> Afb dia 42: links boven→ kamer leuk ingedeeld (vlaggetjes: verjaardag,
: herbruikbare pampers
: ouders niet gezegd je moet krant lezen, maar feit dat die er is, wordt je al
mmmmmffopgevoed
> Opvoeden is niet iets dat je erbij neemt, je doet het gewoon→ kinderen nemen dingen mee dat jij
als opvoeder doet, ook slechte dingen.
> ‘gedeelde wereld’: het idee dat opvoeding plaatsvindt in een gemeenschappelijke ruimte waarin
kinderen en volwassenen samen leven, leren en ontwikkelen.

, Pedagogie


→ benadrukt wederkerige relatie tussen opvoeder en kinderen en gezamenlijke verantwoordelijkheid
voor de wereld die we delen.
→ gaat over intergenerationele dialoog, overdracht van kennis, waarden en cultuur, gezamenlijk
vorm geven van leefbare toekomst.
> Eetmomenten: voor iedereen anders (aan keukeneiland, met gedekte tafel, wie zat mee aan tafel?
Waar aten we?)

Tradities, intuïtie en gezond verstand
Tradities
binnen generatie (bepaalde cultuur) (bv. Vlaggetjes bij verjaardag, dus zelf ga je dat ook doen bij
eigen kinderen
= gewoonte, gebruik of geloof dat van generatie op generatie wordt doorgegeven binnen een
bepaalde cultuur, gemeenschap of groep. Het omvat rituelen, praktijken, normen en waarden die in
de loop van de tijd zijn ontstaan.
> dragen bij aan gevoel van continuïteit en verbondenheid binnen gemeenschap.
> verderzetten van tradities voelt als vanzelfsprekendheid, sluipen vaak onbewust binnen in
handelen.
> vertoont veel golfbewegingen (bv. evoluties in de grootte van gezinnen/mate waarin controle
kenmerkend is voor opvoeding
> niet alleen doorgegeven door eigen ervaringen, ook door die van gemeenschapsverbanden (leveren
ons voorraad van gewoonte, rituelen, gebruiken en gedragspatronen.

Intuïtie
buikgevoel, loopt mis? → gezond verstand gebruiken
= gaat om een soort aanvoelen wat nodig is zonder precies te kunnen zeggen waarom
> keuzes worden gemaakt→ borstvoeding/flesvoeding→gaat niet meer uit van traditie (verschillende
keuzes= obv
> kan bemoeilijkt worden; een baby die blijft huilen of tiener die zeer impulsief het ene na het andere
gevaar lijkt op te zoeken, doet opvoeders vragen stellen over hun intuïtie.

Gezond verstand
verwijst naar het vermogen om op een praktische en rationele manier te denken en handelen. Omvat
capaciteit om realistische en logische beslissingen te nemen obv dagelijkse ervaring en eenvoudige
redenering, zonder complexe of gespecialiseerde kennis. Vaak gericht op maken van verstandige
keuzes in alledaagse situaties.
> Traditie en intuïtie voldoen niet? Opvoeder probeert aan te pakken door erover na te denken=
gezond verstand

Existentieel karakter
(waarden die we willen doorgeven= waardegeladen)
= opvoeders hebben opvattingen over wat goed (genoeg) is in het leven.
vertoont vaak gelijkenis van cultuur of subcultuur waartoe men behoort.
= alles wat te maken heeft met bestaan en fundamenten van het menselijk leven. Gaat om vragen en
overpeinzingen over aard van het leven en betekenis ervan.
> Opvoeden is een niet-aflatende poging onze kinderen uit te nodigen tot wat waardevol is, meer
precies: wat wij (persoonlijk, onze samenleving) waardevol is.
$11.01
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
loelaenen

Get to know the seller

Seller avatar
loelaenen Katholieke Hogeschool Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
6 months
Number of followers
0
Documents
3
Last sold
6 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions