Sociale inclusie en diversiteit
ONTSTAAN VAN DIVERSE
SAMENLEVING
DEEL 1 MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN
SAMENLEVING IS CONSTANT IN VERANDERING
Zowel wereldwijd als lokaal constante veranderingsprocessen op zowel economisch
cultureel en politiek vlak.
Globalisering= Proces waarbij gebeurtenissen aan andere kant van wereld impact
hebben op ons leven(bv. oorlog oekraïne, energie en voedselprijzen, Brexit…)
Glokalisering= om aan te duiden dat lokale context steeds belangrijker word (
bepaald ook een aantal diversiteitsvraagstukken bv. ontgroening, vergrijzing, betonstop
die bepaalt vanaf 2040 geen open ruimte meer) lokale gebeurtenissen en hun impact
Toenemende informatie en technologie: adhv communicatiemiddelen constant in
verbinding met hele wereld (social media, digitale community’s)
meer diversiteit door transculturaliteit: door meer contacten wereldwijd, digitale taal,
meer contact met andere culturen veranderd taal. (bv. emoji’s= internationaal)
etnocentrisme= Hoe verhouden tot nieuwe samenleving? Als je wereld alleen bekijkt
vanuit eigen waarden en normen(eigen cultuur= enige moreel juiste, andere culturen
vanuit eigen cultuurbril vanuit eigen waarden en normen)
Etnorelativisme= alle culturen gelijk aan elkaar (waarden normen krijgen enkel
betekenis in eigen culturele context, vorm van denken vanuit erkenning en respect voor
andere cultuur ipv die willen veranderen, iedereen uniek, maar wel gelijkwaardig)
Universalisme= manier van kijken, met focus op gelijkenissen tussen culturen ipv
verschillen
Hoe samenleven? Door actieve aandacht voor divers-sensitieve basishouding; kan je
negatieve beeldvorming, vooroordelen en stereotypering voorkomen (positief=
bijstellen):
vanuit open houding kan je inhoudelijke vragen stellen en oordeel uitstellen en kan je
echt contact maken met de ander.
DIVERS-SENSITIEVE BASISHOUDING:
Macroniveau: inzicht en begrip van de superdiverse samenleving en haar uitdagingen
essentieel.
Mesoniveau: de lokale context begrijpen en kunnen inschatten wanneer diversiteit en
maatschappelijke kwetsbaarheid van tel is. (bv. kinderdagverblijf in Brussel, anders dan
kinderdagverblijf in dorp)
Microniveau: goed inzicht van processen van identiteitsvorming van jongeren met
betrekking tot diversiteit belangrijk. (iedereen heeft meerdere deelidentiteiten, niet enkel
etniciteit, ook sociaal economische status, opleidingsniveau)
, Sociale inclusie en diversiteit
DEEL 2 MIGRATIEPROCESSEN IN BELGIË
Migratie= maken van migratiebeweging
Immigratie= migratiebeweging vanuit een land van herkomst naar België
Emigratie= migratibeweging van een Belg naar een ander land
Niet migranten, WEL mensen met een migratieachtergrond
Vreemdeling= iemand met een andere nationaliteit
VERSCHILLENDE VORMEN:
Vrijwillige migratie= iemand naar ander land verhuist door bv nieuwe job
Semivrijwillige migratie= iemand naar ander land door economische crisis
Onvrijwillige migratie= gedwongen om land te verlaten door oorlog, dood bedreigt
(asielzoekers, vluchtelingen)
Migratieprocessen: van alle tijden, maken deel uit van overlevingsstrategie van
individuen en groepen mensen
Verschillende migratiestromen, kleuren hedendaagse samenleving
19e eeuw veel mobiliteit en migratie; vertrokken meer belgen naar buitenland dan dat
personen met buitenlandse herkomst zich in belgie vestigden
Industriële revolutie bracht veel grote armoede op vlaams platteland, belgie
immigreerde bijgevolg naar Frankrijk, amerika schepen van red star line 1873-
1935( meer dan 2 miljoen passagiers oversteek van Antwerpen naar Noord-Amerika
(opzoek naar beter leven)
Ook migratiestromen naar en uit de voormalige kolonies, later arbeidsmigratie omv
ontdekking steenkolen Limburg.
TIJDLIJN IMMIGRATIEPROCESSEN:
- 1830: ontstaan België als natiestaat (centraal, doortrekland)
- 1908: Belgisch Congo opgericht (veel belgen naar congo)
- 1918(einde WOI) : beperkte migratie uit buurlanden
- 1918-1940 (=interbellum): toename migratie
- Na WOII: eerst Duitse krijgsgevangenen in de mijnen, toen dat niet meer kon;
Italianen en later Polen aantrekken (opzoek nieuwe arbeidskrachten, zeer slechte
werkomstandigheden (in mijnen?)
- 1956: tragedie van Marcinelle (mijnramp, 262 doden, vooral Italianen)
italiaanse overheid eiste strengere veiligheidsmaatregelen, België omzeilden
door nieuwe akkoorden met Griekenland en Spanje voor arbeidsmigratie
italie geen arbeidskrachten meer naar België, MAAR families en andere
italianen bleven naar belgie komen
- 1960: Congo onafhankelijk, muiterij veel belgen in congo keerden terug
- Jaren 60: economische groei: nood aan werkvolk voor de mijnbouw, maar nu ook
spoorwegtunnels, metro’s, snelwegen en haven. Opnieuw actief recruteren:
marokkanen en Turken komen erbij
Vanaf 1974: Migratiestop en recruteringsstop (oliecrisis = schaarste! )
, Sociale inclusie en diversiteit
- Naturalisatie van 10 000 mensen (kregen arbeidskaart en verblijfsvergunning)
- Migranten (kunnen nu ook) beslissen om te blijven in België:
• Gezinshereniging (gezin naar België) en gezinsvorming
• Eigendom en gemengde huwelijken worden mogelijk.
• Besef groeit nu pas dat een deel mensen zal blijven
• Nog geen inspanningen van overheid om integratie te bevorderen, men
gaat er vanuit dat naturalisatie een voldoende voorwaarde is voor
integratie overheid en immigranten investeerden tot dan toe
onvoldoende in taal en integratie owv tijdelijkheidsgedachte(iedereen
dacht dat de migranten terug naar hun eigen land gingen gaan)
In 1981: 36 % van de mensen met roots in het buitenland is in België geboren
tijdelijkheidsgedacht bleek illusie (bij mensen zelf én beleidsmakers, gevolg
gemeenschappen migranten meer inburgeren bv. gemende huwelijken, mensen
verwierven eigendommen, stilaan volwaardige participatie Belgische samenleving
mogelijk)
Jaren 90: (migratie breidt zich uit;)
- Vooral gezinshereniging vanuit Marokko en Turkije
- Verdrag van Schengen (1992): Europese migratie binnen EU-landen (politieke en
sociaal-economische unie, hierdoor douane controles weg)
- Asielaanvragen niet meer zoveel uit Afrika en Azië, maar wel Europees vasteland
en Midden-Oosten door:
• Golfoorlog (1990-1991)
• Burgeroorlog en uiteenvallen Joegoslavië (1992-1995) (asielaanvragen uit
die gebieden)
Migratie in de 21ste eeuw:
- Nieuwe patronen
- Complexere vormen van migratie door
• sociaal-economische (pendelen, transmigratie, betaalbaar
vliegverkeer, …)
• technologische ontwikkelen (denk aan internet, gsm, …)
• bv. werken, studeren in buitenland
- Oorlogsvluchtelingen
• Vluchtelingen uit oorlogsgebieden in het Midden-Oosten, Noord- en
Midden-Afrika (Egyptische revolutie in 2011, burgeroorlog in Mali en
Zuid-Soedan, Libië en Syrië)
• Dreiging van IS in 2014
• Aanhoudende conflicten in Irak, Afghanistan, Syrië
• Huidige superdiversiteit: mensen met migratieachtergrond maken
steeds groter deel van de Belgische bevolking uit.
20ste eeuw= eeuw van migratie
, Sociale inclusie en diversiteit
21ste eeuw= eeuw superdiversiteit
DEEL 3 EMANCIPATIEBEWEGINGEN
= de strijd voor gelijke rechten, telkens een eis voor meer gelijkheid
VERSCHILLENDE EMANCIPATIEBEWEGINGEN IN 20 S T E EN BEGIN 21 S T E EEUW
BEPALEN MEE HOE WE KIJKEN NAAR DIVERSITEIT.
1. Feminisme
2. LGBTQAI+
3. Etnische zelforganisaties
Te linken aan Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948)
1. Feminisme
samenleving in Europa: patriarchale organisatie
= Mannen en mannelijke rollen = dominant in de maatschappij
Situatie vrouwen vóór 20ste eeuw:
geen stemrecht
geen zelfbeschikking
geen vrije keuze partner
geen recht op erfenis
geen recht op onderwijs
uitsluiting van veel beroepen
Rol van de vrouw= huishouden
Vrouw = zwak en ongelijkwaardig
Patriarchaat: rol man en vrouwen strak omschreven; man weinig ruimte rol
vader; dddddvrouw voornaamste plaats= haard (vrouw gezien als moeder, minder
dddddintellectueel feminisme)
Definities
- Feminisme als beweging dat streeft naar maatschappelijke veranderingen om de positie
van vrouwen te verbeteren (D’Ancona, 1989)
- Feminisme als strijd voor gelijkheid van mannen en vrouwen dat zich verzet tegen
patriarchaat en seksisme (Macionis, Peper & Van Leun, 2014)
Feminisme is een denkbeeld: bril, manier van kijken naar de wereld
Verschillende stromingen
• Gelijkheid man/vrouw: tijdlijn zie ppt
Feministische golven
- Verschillende golven in de geschiedenis
- Eerste (1850-1900): strijden voor vrouwenkiesrecht, arbeidspositie vrouwen en
bescherming sekswerkers
ONTSTAAN VAN DIVERSE
SAMENLEVING
DEEL 1 MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN
SAMENLEVING IS CONSTANT IN VERANDERING
Zowel wereldwijd als lokaal constante veranderingsprocessen op zowel economisch
cultureel en politiek vlak.
Globalisering= Proces waarbij gebeurtenissen aan andere kant van wereld impact
hebben op ons leven(bv. oorlog oekraïne, energie en voedselprijzen, Brexit…)
Glokalisering= om aan te duiden dat lokale context steeds belangrijker word (
bepaald ook een aantal diversiteitsvraagstukken bv. ontgroening, vergrijzing, betonstop
die bepaalt vanaf 2040 geen open ruimte meer) lokale gebeurtenissen en hun impact
Toenemende informatie en technologie: adhv communicatiemiddelen constant in
verbinding met hele wereld (social media, digitale community’s)
meer diversiteit door transculturaliteit: door meer contacten wereldwijd, digitale taal,
meer contact met andere culturen veranderd taal. (bv. emoji’s= internationaal)
etnocentrisme= Hoe verhouden tot nieuwe samenleving? Als je wereld alleen bekijkt
vanuit eigen waarden en normen(eigen cultuur= enige moreel juiste, andere culturen
vanuit eigen cultuurbril vanuit eigen waarden en normen)
Etnorelativisme= alle culturen gelijk aan elkaar (waarden normen krijgen enkel
betekenis in eigen culturele context, vorm van denken vanuit erkenning en respect voor
andere cultuur ipv die willen veranderen, iedereen uniek, maar wel gelijkwaardig)
Universalisme= manier van kijken, met focus op gelijkenissen tussen culturen ipv
verschillen
Hoe samenleven? Door actieve aandacht voor divers-sensitieve basishouding; kan je
negatieve beeldvorming, vooroordelen en stereotypering voorkomen (positief=
bijstellen):
vanuit open houding kan je inhoudelijke vragen stellen en oordeel uitstellen en kan je
echt contact maken met de ander.
DIVERS-SENSITIEVE BASISHOUDING:
Macroniveau: inzicht en begrip van de superdiverse samenleving en haar uitdagingen
essentieel.
Mesoniveau: de lokale context begrijpen en kunnen inschatten wanneer diversiteit en
maatschappelijke kwetsbaarheid van tel is. (bv. kinderdagverblijf in Brussel, anders dan
kinderdagverblijf in dorp)
Microniveau: goed inzicht van processen van identiteitsvorming van jongeren met
betrekking tot diversiteit belangrijk. (iedereen heeft meerdere deelidentiteiten, niet enkel
etniciteit, ook sociaal economische status, opleidingsniveau)
, Sociale inclusie en diversiteit
DEEL 2 MIGRATIEPROCESSEN IN BELGIË
Migratie= maken van migratiebeweging
Immigratie= migratiebeweging vanuit een land van herkomst naar België
Emigratie= migratibeweging van een Belg naar een ander land
Niet migranten, WEL mensen met een migratieachtergrond
Vreemdeling= iemand met een andere nationaliteit
VERSCHILLENDE VORMEN:
Vrijwillige migratie= iemand naar ander land verhuist door bv nieuwe job
Semivrijwillige migratie= iemand naar ander land door economische crisis
Onvrijwillige migratie= gedwongen om land te verlaten door oorlog, dood bedreigt
(asielzoekers, vluchtelingen)
Migratieprocessen: van alle tijden, maken deel uit van overlevingsstrategie van
individuen en groepen mensen
Verschillende migratiestromen, kleuren hedendaagse samenleving
19e eeuw veel mobiliteit en migratie; vertrokken meer belgen naar buitenland dan dat
personen met buitenlandse herkomst zich in belgie vestigden
Industriële revolutie bracht veel grote armoede op vlaams platteland, belgie
immigreerde bijgevolg naar Frankrijk, amerika schepen van red star line 1873-
1935( meer dan 2 miljoen passagiers oversteek van Antwerpen naar Noord-Amerika
(opzoek naar beter leven)
Ook migratiestromen naar en uit de voormalige kolonies, later arbeidsmigratie omv
ontdekking steenkolen Limburg.
TIJDLIJN IMMIGRATIEPROCESSEN:
- 1830: ontstaan België als natiestaat (centraal, doortrekland)
- 1908: Belgisch Congo opgericht (veel belgen naar congo)
- 1918(einde WOI) : beperkte migratie uit buurlanden
- 1918-1940 (=interbellum): toename migratie
- Na WOII: eerst Duitse krijgsgevangenen in de mijnen, toen dat niet meer kon;
Italianen en later Polen aantrekken (opzoek nieuwe arbeidskrachten, zeer slechte
werkomstandigheden (in mijnen?)
- 1956: tragedie van Marcinelle (mijnramp, 262 doden, vooral Italianen)
italiaanse overheid eiste strengere veiligheidsmaatregelen, België omzeilden
door nieuwe akkoorden met Griekenland en Spanje voor arbeidsmigratie
italie geen arbeidskrachten meer naar België, MAAR families en andere
italianen bleven naar belgie komen
- 1960: Congo onafhankelijk, muiterij veel belgen in congo keerden terug
- Jaren 60: economische groei: nood aan werkvolk voor de mijnbouw, maar nu ook
spoorwegtunnels, metro’s, snelwegen en haven. Opnieuw actief recruteren:
marokkanen en Turken komen erbij
Vanaf 1974: Migratiestop en recruteringsstop (oliecrisis = schaarste! )
, Sociale inclusie en diversiteit
- Naturalisatie van 10 000 mensen (kregen arbeidskaart en verblijfsvergunning)
- Migranten (kunnen nu ook) beslissen om te blijven in België:
• Gezinshereniging (gezin naar België) en gezinsvorming
• Eigendom en gemengde huwelijken worden mogelijk.
• Besef groeit nu pas dat een deel mensen zal blijven
• Nog geen inspanningen van overheid om integratie te bevorderen, men
gaat er vanuit dat naturalisatie een voldoende voorwaarde is voor
integratie overheid en immigranten investeerden tot dan toe
onvoldoende in taal en integratie owv tijdelijkheidsgedachte(iedereen
dacht dat de migranten terug naar hun eigen land gingen gaan)
In 1981: 36 % van de mensen met roots in het buitenland is in België geboren
tijdelijkheidsgedacht bleek illusie (bij mensen zelf én beleidsmakers, gevolg
gemeenschappen migranten meer inburgeren bv. gemende huwelijken, mensen
verwierven eigendommen, stilaan volwaardige participatie Belgische samenleving
mogelijk)
Jaren 90: (migratie breidt zich uit;)
- Vooral gezinshereniging vanuit Marokko en Turkije
- Verdrag van Schengen (1992): Europese migratie binnen EU-landen (politieke en
sociaal-economische unie, hierdoor douane controles weg)
- Asielaanvragen niet meer zoveel uit Afrika en Azië, maar wel Europees vasteland
en Midden-Oosten door:
• Golfoorlog (1990-1991)
• Burgeroorlog en uiteenvallen Joegoslavië (1992-1995) (asielaanvragen uit
die gebieden)
Migratie in de 21ste eeuw:
- Nieuwe patronen
- Complexere vormen van migratie door
• sociaal-economische (pendelen, transmigratie, betaalbaar
vliegverkeer, …)
• technologische ontwikkelen (denk aan internet, gsm, …)
• bv. werken, studeren in buitenland
- Oorlogsvluchtelingen
• Vluchtelingen uit oorlogsgebieden in het Midden-Oosten, Noord- en
Midden-Afrika (Egyptische revolutie in 2011, burgeroorlog in Mali en
Zuid-Soedan, Libië en Syrië)
• Dreiging van IS in 2014
• Aanhoudende conflicten in Irak, Afghanistan, Syrië
• Huidige superdiversiteit: mensen met migratieachtergrond maken
steeds groter deel van de Belgische bevolking uit.
20ste eeuw= eeuw van migratie
, Sociale inclusie en diversiteit
21ste eeuw= eeuw superdiversiteit
DEEL 3 EMANCIPATIEBEWEGINGEN
= de strijd voor gelijke rechten, telkens een eis voor meer gelijkheid
VERSCHILLENDE EMANCIPATIEBEWEGINGEN IN 20 S T E EN BEGIN 21 S T E EEUW
BEPALEN MEE HOE WE KIJKEN NAAR DIVERSITEIT.
1. Feminisme
2. LGBTQAI+
3. Etnische zelforganisaties
Te linken aan Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948)
1. Feminisme
samenleving in Europa: patriarchale organisatie
= Mannen en mannelijke rollen = dominant in de maatschappij
Situatie vrouwen vóór 20ste eeuw:
geen stemrecht
geen zelfbeschikking
geen vrije keuze partner
geen recht op erfenis
geen recht op onderwijs
uitsluiting van veel beroepen
Rol van de vrouw= huishouden
Vrouw = zwak en ongelijkwaardig
Patriarchaat: rol man en vrouwen strak omschreven; man weinig ruimte rol
vader; dddddvrouw voornaamste plaats= haard (vrouw gezien als moeder, minder
dddddintellectueel feminisme)
Definities
- Feminisme als beweging dat streeft naar maatschappelijke veranderingen om de positie
van vrouwen te verbeteren (D’Ancona, 1989)
- Feminisme als strijd voor gelijkheid van mannen en vrouwen dat zich verzet tegen
patriarchaat en seksisme (Macionis, Peper & Van Leun, 2014)
Feminisme is een denkbeeld: bril, manier van kijken naar de wereld
Verschillende stromingen
• Gelijkheid man/vrouw: tijdlijn zie ppt
Feministische golven
- Verschillende golven in de geschiedenis
- Eerste (1850-1900): strijden voor vrouwenkiesrecht, arbeidspositie vrouwen en
bescherming sekswerkers