ontwikkeling
> Hoe kan je testen gebruiken om een beter beeld te krijgen van een kind?
> Een deel orthopedagogiek en een deel kind in schoolse context (leerproblemen)
Orthopedagoog heeft:
- Kennis over ontwikkeling
- Kennis om gedrag te omschrijven en te verklaren. Hier gebruiken wij diagnostische middelen
voor.
- Gedrag veranderen. Als een kind tegen problemen aan loopt, hoe zorgen we ervoor dat een kind
optimaal kan ontwikkelen (in vak Begeleiding).
> Diagnostiek gebruikt om de ontwikkeling van een kind in kaart te brengen, altijd samen met
opvoeding.
Kind in schoolse context (leerproblemen)
- Taal en lezen: dyslexie
- Rekenen: dyscalculie
- Schrijf en handschriftontwikkeling
Cognitief ontwikkelen gaat over denkcapaciteit die je hebt en cognitieve vermogens. Met andere
woorden: intelligentie.
Diagnostiek van de cognitieve ontwikkeling
- Wat is intelligentie?
- Hoe wordt intelligentie gemeten?
- Van intelligentietest naar IQ
David Wechsler (1945): “Intelligentie is het vermogen van een individu om doelgericht te handelen,
rationeel te denken en e ectief met de omgeving om te kunnen gaan”. > zit ook sociaal aspect in.
Resing en Drenth (2001): “Intelligentie is een conglomeraat, heel groot en divers en complex
systeem, van verstandelijke vermogen, proeven en vaardigheden, zoals: abstract en logisch
redeneren; relaties kunnen ontdekken, leggen en doorzien; probleemoplossing; ordenen;
aanpassen aan nieuwe situaties…”
Wanneer ouders zorgen hebben over ontwikkeling = begrijpelijk. Intelligentie is het vermogen
om de wereld om je heen te kunnen begrijpen.
Wechsler (1975): Intelligentietests meten:
"de cognitieve capaciteit van een individu om de wereld om hem heen te begrijpen en zijn
vindingrijkheid bij de omgang met de uitdagingen hierin”. Wederom kunnen omgaan met wat
omgeving van je vraagt.
Onderkennende vraag: Past intelligentie bij iemand die een verstandelijke beperking heeft of
hoogbegaafd is?
ff
, Het belang van intelligentie onderzoek
Psychodiagnostisch onderzoek:
- Klachtgedrag interpreteren
- Achterblijvende schoolvorderingen in kaart brengen
- Ontwikkeling globaal in beeld brengen: intelligentie niveau of pro el.
- Sterke en zwakke kanten veronderstellen
- Inzicht in werkhouding en aanpak/strategie
> Hypothesen formuleren over het ontstaan en in stand houden van de klachten.
Theorie intelligentie
Intelligentie in kaart brengen om extra aandacht te kunnen geven aan kinderen die moeite ervaren
op school en in het meekomen met leren. Van daaruit zijn testen ontwikkeld:
- Non-verbale analogieën
- Verborgen guren
- Blokpatronen
- Verbale analogieën
- Cijferreeksen
- Algemene kennis
Welke van de testen komen overeen of dragen bij?
- Alle subtesten correleren positief, passen goed bij elkaar. Laten overlap zien.
G-factor
General intelligence (Spearman, 1927)
-Correlaties tussen verschillende (sub)tests. Samenhang nodig om tot G te komen. De G-factor
(of general intelligence factor) is een hypothetisch construct dat aangeeft dat er een algemene
intelligentiebestaat die van invloed is op prestaties op verschillende cognitieve taken of tests.
Spearman ontdekte dat mensen die goed presteren op de ene cognitieve test, vaak ook
goed presteren op andere tests. Hij concludeerde hieruit dat er een algemene factor moet
zijn die aan de basis ligt van die prestaties — dat noemde hij de G-factor.De grote cirkel
met de letter G stelt de algemene intelligentie voor. De gekleurde blokken onderaan zijn
verschillende subtests (bijvoorbeeld logisch redeneren, verbaal begrip, ruimtelijk inzicht,
enz.).De pijlen tonen aan dat deze subtests allemaal beïnvloed worden door dezelfde G-
factor. Elk van deze subtests meet iets unieks, maar bevat ook een component van de
algemene intelligentie. In de dia staat: "Correlaties tussen verschillende (sub)tests” →
Dit verwijst naar Spearman’s ontdekking dat tests onderling correleren, wat suggereert
dat er een gemeenschappelijke bron is: de G-factor.
Structuur intelligentie
Non verbale test: ruimtelijke visueel vermogen
Verbale tests: alle tests waar je taal bij nodig hebt
Non verbale en verbale nodig om bij de G te komen en meetbaar te maken. Beide vaardigheden
in kaart brengen.
Korte termijn geheugen
fi fi
,CHC model: hiërarchisch model dat menselijke cognitieve vaardigheden indeelt in drie niveaus:
3e stratum: algemene intelligentie (g-factor). Dit is het hoogste niveau, hier bevindt zich de G-
factor, de algemene intelligentie die van invloed is op alle cognitieve prestaties.
2e stratum: brede cognitieve vaardigheden die meer speci eke groepen van mentale capaciteiten
vertegenwoordigen. Enkele brede vaardigheden zijn: Gc, Gf, Gv, Ga, Gs, Gsm, Glr, Grw, Gq.
1e stratum: smalle vaardigheden, bestaat uit speci eke vaardigheden zoals getallenreeksen
onthouden, woorden herkennen, visuele rotatie, deze smalle vaardigheden vallen allemaal onder
een van de brede categorieën van het 2e stratum.
> Intelligentie niet aan één vaardigheid te meten, meerdere vaardigheden nodig. Meerdere
factoren dragen bij aan G-factor.
Gekristalliseerde intelligentie:
- Verworven kennis, feiten en vaardigheden die zijn verworven door ervaring, formeel en
incidenteel leren.
- Afhankelijk van scholing en culturele vorming
- Verwerkelijking van cognitief potentieel in vorm van cultuurspeci eke kennis en vaardigheden
Fluide intelligentie:
- (Abstract) redeneren, niet verbale conceptvorming en exibiliteit.
- Oplossen van nieuwe problemen zonder terug te kunnen vallen op kennis en aangeleerde
vaardigheden. Helpt in nieuwe situaties, waar je al redenerend uit kan komen.
- Cognitief potentieel
CHC-model (Gra ek)
Piek in adolescentie fase.
fi fi fl fi fi
, > Gekristalliseerde intelligentie blijft op pijl door het leren van nieuwe vaardigheden en ervaring.
> Bij uïde intelligentie, naarmate ouder worden is het steeds lastiger om exibel om te gaan met
nieuwe situaties.
Diagnostiek van de cognitieve ontwikkeling
1. Wat is intelligentie?
2. Hoe wordt intelligentie gemeten?
3. Van intelligentietest naar IQ
Intelligentie testen (veelgebruikte testen in Nederland):
- WPPSI-IV-NL (2;6 - 6;11 jaar)
- WISC-V-NL (6;0 - 16;11 jaar)
- WAIS-IV-NL (16;0 - 84;11 jaar)
- Rakit-2 (4;0 - 12;5 jaar)
- IDS-2 (5;0 - 20;11 jaar)
- WNV-NL (non-verbaal) (4;0 - 21;11 jaar)
- SON-R (non-verbaal) (2-8 jaar en 6-40 jaar)
- Raven’s 2 PM (non-verbaal) (4;0 - 69;11 jaar)
Leeftijd is hier weergegeven als jaren;maanden, dus WPPSI is voor kinderen van 2 jaar en 6
maanden t/m 6 jaar en 11 maanden.
CHC-model en intelligentie testen
Brede cognitieve vaardigheden worden goed in kaart gebracht bij de WISC V, beter dan andere
intelligentietesten. Gebaseerd op CHC model (dat was de WISC-3 dus niet).
Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence (WPPSI-IV-NL)
Afname duur: 35-70 minuten
- 2;6 - 6;11 jaar
- 15 subtests
Totaal IQ (obv 6 subtests)
Range 45-155
5 primaire indexen:
- verbaal begrip (VBI)
- visueel ruimtelijk (VRI)
- uide redeneren (FRI)
- werkgeheugen (WgI)
- verwerkingssnelheid (VsI)
Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC-V-NL)
Afname duur: ongeveer 2 uur
- 6;0 - 16;11 jaar
- 14 subtests
fl
fl fl