Aardrijkskunde
Hoofdstuk 5: Gesteenten
Inleiding van de gesteenten volgens hun ontstaanswijze
Lithosfeer is opgebouwd uit gesteenten. Zij bepalen de eigenschappen v/h aardoppervlak:
reliëf, landschap, draagkracht v/d ondergrond, bodemvorming, waterhuishouding.
3 groepen gesteenten:
- Magmatische gesteenten
- Sedimentaire gesteenten
- Metamorfe gesteenten
➔ Geven info over het milieu waarin dit gesteente is gevormd
Magmatische gesteenten
= primaire gesteenten
Ontstaan: afkoeling, stolling en eventueel uitkristallisatie van magma door daling van druk en
temperatuur
Indeling vlg. plaats van stolling:
- Dieptegesteenten: worden diep i/d aardkorst gevormd, trage afkoeling, mineralen
kunnen goed uitkristalliseren: grote, met het blote oog duidelijk herkenbare kristallen
o Vb. graniet
▪ Als keukenblad: niet in krassen, kan hete pot opzetten, makkelijk proper
maken
▪ Als grafsteen: proper door regen
- Ganggesteenten: worden hoger in de aardkorst gevormd, snellere afkoeling, grootste
deel v/d mineralen kristalliseert in kleine korrels
o Vb. porfier (kassei, bouwgrind)
- Uitvloeiingsgesteenten: snelle stolling aan het aardoppervlak, zeer kleine, niet met
blote oog zichtbare kristallen. Magma dat het oppervlak bereikt wordt lava genoemd.
o Vb. obsediaan
▪ Zwart glas
o Vb. basalt
▪ Grijs/zwart
o Vb. puimsteen
▪ Om eelt van voetzool te schrapen
▪ Gaatjes in (vulkanisch gas)
▪ Puimsteen opgevuld met zwavel in/d gaatjes → in contact met water?
Gevaarlijk
Sedimentaire gesteenten
= afzettingsgesteenten → kunnen fossielen bevatten of gelaagdheid vertonen (in horizontale
lagen)
, - Detritische gesteenten (gruisgesteenten): ontstaan uit afbraakmateriaal van oudere
gesteenten. Lagen van los sediment gevormd → ingedeeld volgens korrelgrootte;
o Grind (steentjes/kiezeltjes) → max 5 cm
o Zand (tussen de vingers wrijven en nog voelen)
o Silt (voelt korrels niet, geven wel plek als je ze wrijft i/d poriën v/h papier) →
0,002-0,05 mm
o Klei (niet te zien) → < 0,002 mm
- Afgezet? → vlg. korrelgrootte: grind bezinkt snelst, klei wordt het verst meegevoerd
- Diagnese = losse sedimenten worden omgezet tot vast gesteente door de toenemende
druk
Los Vast
Grind Conglomeraat
Zand Zandsteen
Silt Kleisteen
Klei Kleisteen
- Biogene gesteenten: ontstaan uit overblijfselen van planten/dieren
o Skeletresten van zeeorganismen:
▪ Krijt (op wrijven → valt eraf (stoffig))
▪ kalksteen (eventueel met silex) → bruisreactie → lost op met zuur
o Plantaardige resten:
▪ Turf (zo rare kak modder achtig)
▪ Bruinkool
▪ Steenkool
▪ Antraciet
▪ Grafiet
▪ Diamant
o Resten van plantaardig en dierlijk plankton van mariene oorsprong
▪ Aardolie en aardgas
- Chemische sedimentaire gesteenten: stoffen die in water zijn opgelost, slaan neer
o Evaporieten of zoutafzettingen ontstaan doordat zeewater verdampt in een
afgesloten bekken. Het opgeloste zout blijft op de bodem achter
o Druipstenen (stalagmieten en stalactieten)
Hoofdstuk 6: ontstaan en evolutie van de Vlaamse Ardennen
Inleiding: het Hageland en de Vlaamse Heuvelstreek
Situering: zie atlas
Het Hageland en de Vlaamse Heuvelstreek zijn op
dezelfde wijze en tijd gesticht. Enige verschil: de
evolutie in de Vlaamse Heuvelstreek ligt voor op het
Hageland. De evolutie staat nooit stil. In de meeste
gevallen slechts merkbaar na zeer lange tijd.
Hoofdstuk 5: Gesteenten
Inleiding van de gesteenten volgens hun ontstaanswijze
Lithosfeer is opgebouwd uit gesteenten. Zij bepalen de eigenschappen v/h aardoppervlak:
reliëf, landschap, draagkracht v/d ondergrond, bodemvorming, waterhuishouding.
3 groepen gesteenten:
- Magmatische gesteenten
- Sedimentaire gesteenten
- Metamorfe gesteenten
➔ Geven info over het milieu waarin dit gesteente is gevormd
Magmatische gesteenten
= primaire gesteenten
Ontstaan: afkoeling, stolling en eventueel uitkristallisatie van magma door daling van druk en
temperatuur
Indeling vlg. plaats van stolling:
- Dieptegesteenten: worden diep i/d aardkorst gevormd, trage afkoeling, mineralen
kunnen goed uitkristalliseren: grote, met het blote oog duidelijk herkenbare kristallen
o Vb. graniet
▪ Als keukenblad: niet in krassen, kan hete pot opzetten, makkelijk proper
maken
▪ Als grafsteen: proper door regen
- Ganggesteenten: worden hoger in de aardkorst gevormd, snellere afkoeling, grootste
deel v/d mineralen kristalliseert in kleine korrels
o Vb. porfier (kassei, bouwgrind)
- Uitvloeiingsgesteenten: snelle stolling aan het aardoppervlak, zeer kleine, niet met
blote oog zichtbare kristallen. Magma dat het oppervlak bereikt wordt lava genoemd.
o Vb. obsediaan
▪ Zwart glas
o Vb. basalt
▪ Grijs/zwart
o Vb. puimsteen
▪ Om eelt van voetzool te schrapen
▪ Gaatjes in (vulkanisch gas)
▪ Puimsteen opgevuld met zwavel in/d gaatjes → in contact met water?
Gevaarlijk
Sedimentaire gesteenten
= afzettingsgesteenten → kunnen fossielen bevatten of gelaagdheid vertonen (in horizontale
lagen)
, - Detritische gesteenten (gruisgesteenten): ontstaan uit afbraakmateriaal van oudere
gesteenten. Lagen van los sediment gevormd → ingedeeld volgens korrelgrootte;
o Grind (steentjes/kiezeltjes) → max 5 cm
o Zand (tussen de vingers wrijven en nog voelen)
o Silt (voelt korrels niet, geven wel plek als je ze wrijft i/d poriën v/h papier) →
0,002-0,05 mm
o Klei (niet te zien) → < 0,002 mm
- Afgezet? → vlg. korrelgrootte: grind bezinkt snelst, klei wordt het verst meegevoerd
- Diagnese = losse sedimenten worden omgezet tot vast gesteente door de toenemende
druk
Los Vast
Grind Conglomeraat
Zand Zandsteen
Silt Kleisteen
Klei Kleisteen
- Biogene gesteenten: ontstaan uit overblijfselen van planten/dieren
o Skeletresten van zeeorganismen:
▪ Krijt (op wrijven → valt eraf (stoffig))
▪ kalksteen (eventueel met silex) → bruisreactie → lost op met zuur
o Plantaardige resten:
▪ Turf (zo rare kak modder achtig)
▪ Bruinkool
▪ Steenkool
▪ Antraciet
▪ Grafiet
▪ Diamant
o Resten van plantaardig en dierlijk plankton van mariene oorsprong
▪ Aardolie en aardgas
- Chemische sedimentaire gesteenten: stoffen die in water zijn opgelost, slaan neer
o Evaporieten of zoutafzettingen ontstaan doordat zeewater verdampt in een
afgesloten bekken. Het opgeloste zout blijft op de bodem achter
o Druipstenen (stalagmieten en stalactieten)
Hoofdstuk 6: ontstaan en evolutie van de Vlaamse Ardennen
Inleiding: het Hageland en de Vlaamse Heuvelstreek
Situering: zie atlas
Het Hageland en de Vlaamse Heuvelstreek zijn op
dezelfde wijze en tijd gesticht. Enige verschil: de
evolutie in de Vlaamse Heuvelstreek ligt voor op het
Hageland. De evolutie staat nooit stil. In de meeste
gevallen slechts merkbaar na zeer lange tijd.