100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Psychische kwetsbaarheid OLF 1

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
18
Geüpload op
14-06-2025
Geschreven in
2021/2022

Samenvatting van het vak psychische kwetsbaarheid uit het eerste jaar bachelor in de verpleegkunde. - Hoofdstuk 1: Psychisch welbevinden - Hoofdstuk 2: Stigmatisering en geestelijke gezondheidszorg - Hoofdstuk 3: GGZ verpleegkunde: een inleiding - Hoofdstuk 4: de herstelbenadering - Hoofdstuk 5: stress-kwetsbaarheids-coping model - Hoofdstuk 6: zorg op maat

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
14 juni 2025
Aantal pagina's
18
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 1: Psychisch welbevinden
1. Definitie van welbevinden
= Zich goed voelen, zich tevreden voelen
= De mate waarin iemand zich lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt
 een subjectieve belevingstoestand die omwille van verschillende redenen kan wijzigen
dat bestaat uit verschillende componenten: lichamelijk, geestelijk en je sociaal goed
voelen.
¼ mensen krijgen te maken met psychische/psychiatrische problemen in zijn leven.


2. Geestelijke gezondheid als component van welbevinden
2.1. Definitie van geestelijke gezondheid
“Mental health is defined as a state of well-being in which every individual realizes his
or her own potential, can cope with the normal stresses of life, can work productively
and fruitfully, and is able to make a contribution to her or his community.”
Hoe we het definiëren bepaalt ook welke zorg we zullen geven.
Geestelijke gezondheid  het gaat om het ervaren van tevredenheid, je prettig voelen,
zelfvertrouwen ervaren, een gevoel van zelfwaarde hebben, vertrouwen kunnen hebben in
jezelf en in de wereld rond jou.
2.2. Geestelijke gezondheid: je kan het zelf positief beïnvloeden
Geestelijk gezond  over voldoende veerkracht beschikken wanneer het leven al eens
lastiger wordt.
Er zijn globaal 5 overkoepelende strategieën die mensen kunnen inzetten om de
individuele veerkracht te versterken:
 Actief zijn = tijd nemen om iet te doen dat je leuk vindt, een hobby
 Verbondenheid = aandacht om in contact te blijven met mensen rond jou, familie,
vrienden
 Van betekenis zijn = iets doen voor een ander, dank u zeggen, lachen naar iemand
 Iets nieuws uitproberen = tijd maken om jezelf te blijven inspireren, te motiveren
 Zelfbewust in het leven staan = bewust aandacht geven aan je gedachten.
De geluksdriehoek = je kan bouwen aan je geluk aan de hand van de 3 bouwblokken: ‘je
goed omringd voelen, je goed voelen en jezelf kunnen zijn’.
2.3. Geestelijke gezondheid bevorderen: een meersporenbeleid
Focussen op alleen je individuele veerkracht is onvoldoende. Er moet
ook aandacht zijn voor de context = omgevingsfactoren.
Meersporenbeleid (bestaat uit 5 elementen):
 Aandacht voor basisnoden en basisbehoeften (gezonde
voeding, voldoende slaap…)
 Aandacht opdat men zich verbonden kan voelen, erbij kan horen (sociale
participatie, verbondenheid met gezin…)
 Kunnen leren en ontwikkelen (toegang tot onderwijs, doelen in het leven, aangepaste
opvoeding…)
 Over aangepaste coping beschikken (humor, relativeringszin,
doorzettingsvermogen…)
 Aandacht voor het verstrekken van de identiteit (positieve ervaringen kindertijd,
identificatie met groep…)
Beschermende factoren werken daarbij in 2 richtingen:
 Ze zijn een buffer tegen wat fout kan lopen
 Ze helpen mensen op weg steviger in het leven te staan

,Hoofdstuk 2: Stigmatisering en geestelijke gezondheidszorg
1. Stigma en discriminatie
1.1. Kenmerken van normaliteit volgens Rosenhahn & Seligman
Zeven bepalende factoren:
 Persoonlijk lijden: de persoon lijdt onder zijn problemen.
 De disfunctionaliteit van gedrag: wanneer het gedrag het eigen dagelijks en
beroepsmatig functioneren belemmert.
 Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag: iemands gedrag als ‘abnormaal’ bestempelen
als anderen in zijn gedrag geen logica of zin kunnen ontdekken.
 Onvoorspelbaarheid en controleverlies: vanuit behoefte aan voorspelbaarheid en
beheersing van het dagelijkse leven, kan een bedreigend gevoel ontstaan als een ander
onvoorspelbare gedragingen stelt (vb. totaal anders reageren dan gewoonlijk).
 Opvallend en onconventioneel gedrag: gedrag dat strek afwijkt van de eigen manier
van gedragen (eigen gedrag als maatstaaf).
 Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweeg brengt: vb. luid
beginnen lachen tijdens een begrafenis.
 Het overtreden van morele normen die men voor zichzelf hanteert: vb. een
persoon die altijd heel attent was naar anderen toe en nu heel grof is in z’n
communicatie.
Normatief kader: stelen  fout gedrag.
Biomedisch denkkader: stelen  een ziekte = kleptomanie


1.2. Percepties op ‘normaal’ en ‘abnormaal’
1.2.1. Maatschappijbeeld als beïnvloedende factor
Vroeger:
 Psychische zieken verbannen naar plaatsen buiten de steden of opgesloten in grote
instellingen waar ze samen zaten met dieven, bedelaars, prostituees, moordenaars…
 Mensen die suïcide plegen  mocht niet kerkelijk begraven worden.
 Homofilie = seksuele stoornis
 Zelfverhongering  koninklijke weg naar vervolmaking van het geestelijke leven.
Nu:
 Flagrante schendingen van fundamentele rechten van mensen, groepen en soms zelfs
hele culturele gemeenschappen.
 De maatschappij als cultuur  invloed op tot stand komen of bestendigen van psychische
problemen.
 Maatschappij = fast, new, short en kicking  cultuur die zich kenmerkt door grote
aandacht voor maakbaarheid, perfectionisme en sterke appreciatie voor wie presteert.
 Sterk gericht op individu en veel minder aandacht voor netwerken.
 Stijging van relatieproblemen, suïcideproblematiek en eetstoornissen
 Mensen met minder psychische weerbaarheid vallen uit de boot in onze snelle
maatschappij.

1.2.2. Milieu en context
Zich ‘outen’:
 Ene cultuur: teken van zwakte
 Andere cultuur: accepteren
Culturele norm  bepaalde zaken niet bespreekbaar kunnen maken, of op een ‘sociaal
aanvaarbare manier’ bespreken.
Iedere cultuur heeft zijn eigen waarden en normen.

, 1.2.3. Het eigen referentiekader
Referentiekader = subjectieve bril van waaruit je waarneemt en interpreteert.
Het is niet statisch  onder invloed van nieuwe ervaringen verandert ook terug de kijk op
de werkelijkheid.
Het is gevormd door: opvoeding, vrienden en kennissen, context waarin je leeft…

1.2.4. Het denkkader (normen en waarden van thuis)
Een biomedische kijk: een bepaald gedrag als een ziekte of stoornis beschouwen, of je hebt
een stoornis wanneer er aan 5 of meer criteria voldaan wordt.
Andere denkkaders leggen andere klemtonen.
Vb. met ADHD kan je vooral de stoornis op de voorgrond zetten, of je kan ook de kwaliteiten
op de voorgrond zetten die de persoon ondanks zijn ziekte vaak ook heeft.

1.2.5. Dichotoom of dimensionele percepties
Dichotoom = je bent normaal of abnormaal, homo of hetero, zwart of wit
Dimensionale visie = er is plaats voor meer van een eigenschap, of minder.  een vrouw
kan mannelijke kenmerken hebben en omgekeerd.


1.3. Wat is stigmatisering
= heeft betrekking op het etiketteren van eigenschappen van mensen als afwijkend en
onwenselijk, waarbij er een categorisch onderscheid wordt gemaakt tss ‘normale’ mensen en
de geëtiketteerde groep die wordt gedevalueerd, gediscrimineerd en buitengesloten.
 S = Secrecy and silence (in stilte leiden)
 T = Taboo (er zit een groot taboe op)
 I = Ignorance (weinig aandacht aan gegeven)
 G = Gulf (zorgt voor afstand tss ons en persoon met stigma)
 M = Mythes (wordt hierdoor in stand gehouden)
 A = Avoidance (vermijding)
4 dominante negatieve beelden van mensen met psychische problemen:
 Gevaarlijk
 Niet in staat om sociale rollen te vervullen
 Zelf verantwoordelijk voor hun aandoening
 Mensen met een slechte prognose



1.4. 3 vormen van stigmatisering
1.4.1. Reële stigmatisering
= maatschappelijke stigmatisering
 Geen werk, woonst vinden doordat men een psychische kwetsbaarheid heeft.


1.4.2. Zelfstigmatisering
= wanneer de negatieve stereotyperingen en vooroordelen geloofd en zich eigen gemaakt
worden = internalisering.
= selffulfilling prophecy


1.4.3. Stigmatisering door hulpverleners  individueel of door team
$8.64
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
jentekesteloot

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
jentekesteloot Katholieke Hogeschool VIVES
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
3
Lid sinds
5 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
66
Laatst verkocht
1 week geleden

0.0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen