100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Insolventierecht (RGBUPRV007) - week 1 t/m 7

Rating
-
Sold
2
Pages
53
Uploaded on
13-06-2025
Written in
2024/2025

Dit is een alles overkoepelende samenvatting voor het vak Insolventierecht. De stof die is behandeld in de hoorcolleges, werkgroepen en literatuur is hier samengevat in 1 document wat je kunt gebruiken om te leren voor het tentamen. Meer heb je niet nodig!

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 13, 2025
Number of pages
53
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Privaatrecht in Perspectief: Insolventierecht Samenvatting B3B4
Week 1
Faillissement is bedacht, omdat wanneer de schuldenaar in geldnood komt, de schuldeiser dit ook
kan komen. Volgens art. 3:276 BW kan ieder schuldeiser zich (individueel) verhalen op het gehele
vermogen van de schuldenaar. Wanneer er meerdere schuldeiser zijn, die zich allemaal willen
verhalen op het vermogen van de schuldenaar, kan dit gaan botsen.
Faillissement zorgt ervoor dat het een gecoördineerd verhaal wordt. Dit komt de opbrengst vaak ook
ten goede, omdat een gezamenlijke verkoop van de boedel vaak meer oplevert dan een losse
verkoop.

Er zijn verschillende regelingen binnen het faillissementsrecht. Dit zijn faillissement, surseance van
betaling, de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) en de Wet Homologatie Onderhands
Akkoord (komt in week 7). Ook is er de aanwijzing van een beoogd curator (pre-pack).

Surseance is letterlijke uitstel van betaling en kan voorlopig en definitief zijn. Het is bedoeld om tot
een akkoord te kunnen komen met schuldeisers, maar bindt alleen concurrente schuldeisers (niet
preferente). Het wordt vaak gezien als een voorstadium van faillissement.

De aanwijzing van een beoogd curator (pre-pack) wordt in stilte door de rechtbank gedaan bij een
toekomstig faillissement, zodat de curator zich vast kan inwerken. Hierdoor zou hij direct na de
formele benoeming aan de slag kunnen en zou de boedel meer kunnen opleveren (de waarde van
boedel neemt gestaag af, naarmate het faillissement langer duurt).

Deze week hebben we het vooral over faillissement zelf en de Wet schuldsanering natuurlijke
personen (WSNP). Ook komt de aansprakelijkheid van de curator aan bod.

Faillietverklaring
De vereisten voor een faillietverklaring volgen uit art. 1 Fw jo. art. 6 lid 3 Fw
 Summierlijk blijken dat..
 De schuldenaar verkeert in een toestand te zijn opgehouden te betalen: het moet duidelijk
zijn dat iemand echt niet meer betaald, alleen de onderstaande vereisten zijn niet voldoende.
De schuldenaar moet bijvoorbeeld al gesommeerd zijn te betalen of in gebreke zijn gesteld.
o Pluraliteit van schuldeisers: in eerste aanleg: arrest Säkaphen/Carrecon-Piguillet, in
hoger beroep: arrest Rabobank/Winters & arrest Unitco, 1 schuldenaar met
meerdere vorderingen is niet voldoende, er moeten letterlijk meerdere vorderingen
zijn. Een steunvordering is de vordering van de schuldeiser die niet zelf het
faillissement aanvraagt, maar deze wordt dus gebruikt om de pluraliteit van
schuldeisers aan te tonen.
o Minimaal 1 opeisbare vordering: de steunvordering hoeft dus nog niet opeisbaar te
zijn, zolang de vordering van de aanvrager wel opeisbaar is.
Als je de opeisbaarheid van een vordering moet toetsen, moet je terugdenken aan de
cursus Verbintenissenrecht. Wanneer het gaat om een vordering die slaat op een
schadevergoeding uit (bv.) onrechtmatige daad, is deze via art. 6:38 BW jo. art. 6:83
sub b BW direct opeisbaar.
 Als de vordering van de aanvrager nog niet opeisbaar is, gaat art. 3:303 BW
een rol spelen. Dit artikel vereist dat er een belang moet zijn, voordat een
rechtsvordering ingesteld kan worden. Een faillietverklaring is een
rechtsvordering. De schuldeiser van de niet opeisbare vordering, die een
faillissement aanvraagt, kan wel een belang hebben wanneer het duidelijk is
dat het vermogen van de schuldenaar de vordering niet zal voldoen (op het
moment dat deze vordering wel opeisbaar wordt).

1

,  Als de schuldenaar een vordering gedeeltelijk erkend, ontstaat er voor het
erkende deel wel een vordering en geeft dit dus ook de mogelijkheid tot
faillietverklaring.
 De aanvraag tot faillietverklaring kan alleen worden gedaan door de schuldenaar zelf of zijn
schuldeisers

Als de schuldenaar een vordering betwist, slaat dit terug naar de toets of het summierlijk blijkt dat..
Dit vereiste zorgt ervoor dat de rechter niet precies hoeft te gaan toetsen of er daadwerkelijk sprake
is van een vordering. Het is genoeg als het er enigszins op lijkt dat er een vordering is.

Er kan ook sprake zijn van misbruik van faillissementsaanvraag. Hier is sprake van wanneer de
aanvrager al weet dat het faillissement niets gaat opleveren. Dit is erg vervelend voor de curator,
want deze krijgt dan ook niet betaald. Dit misbruik gebeurt vaak wanneer de schuldenaar zijn eigen
faillissement aanvraagt.

Rechtsmiddelen
Wanneer de schuldenaar niet is gehoord door de rechter in eerste aanleg bij de faillietverklaring, kan
deze binnen 14 dagen in verzet (art. 8 lid 2 Fw). Er wordt dan ‘ex-tunc’ getoetst.

Wanneer de schuldenaar wel is gehoord in eerste aanleg of na het verzet niet tevreden is, kan hij
binnen 8 dagen in hoger beroep (art. 8 lid 1 & 3 Fw). Er wordt dan ‘ex-nunc’ getoetst. Dit volgt uit
arrest Rabobank/Winters en arrest Unitco.
De ‘ex-nunc’ toetsing heeft als gevolg dat wanneer een derde de steunvordering betaalt (en deze dus
verdwijnt) de aanvrager een nieuwe steunvordering moet zoeken. Als dit niet lukt, wordt er in hoger
beroep niet voldaan aan de vereisten uit art. 1 Fw jo. art. 6 lid 3 Fw en wordt het faillissement in
hoger beroep niet uitgeroepen.
Een notitie hierbij is dat wanneer er in eerste aanleg wel een faillissement was verklaard, er ook al
een curator was toegewezen. Als de schuldenaar voor het hoger beroep niet die curator heeft
betaald, heeft die curator dus een vordering die ook als steunvordering voor de faillietverklaring zou
kunnen dienen.

Schuldeisers en belanghebbenden, met uitzondering van de aanvrager, hebben ook het recht om
binnen 8 dagen in verzet te komen tegen uit de uitspraak in eerste aanleg (art. 10 Fw). Zij mogen
daarna ook in hoger beroep (art. 11 Fw).

Cassatie staat ook open voor alle bovengenoemde partijen (art. 12 Fw).

Faillissement proces en hoofdrolspelers
Als er wordt voldaan aan de vereisten van de faillietverklaring, wordt deze door de rechtbank
uitgesproken. Er wordt dan een rechter-commissaris en curator benoemd (art. 14 Fw).
De curator verzamelt vervolgens al het vermogen (beheer) en leidt de vereffening daarvan (art. 68
Fw & art. 173 Fw e.v.). Hij maakt hiervoor een lijst van schuldeisers, de verificatie (art. 108 Fw) en
deelt de opbrengst van de boedel uit in de volgorde die in de wet staat (art. 179 Fw e.v.).

Wanneer het faillissement is uitgesproken, wordt de schuldenaar de failliet genoemd. Hij is de
hoofdrolspeler, want het gaat over zijn vermogen en schuldeisers. De failliet verliest beheer en
beschikking over zijn vermogen dat onder het faillissement valt. Dit is mentaal vaak erg zwaar.
Via art. 105 Fw heeft de failliet een mededelingsplicht en moet proactief medewerking en
inlichtingen verschaffen.
Via art. 91 Fw mag de failliet ook niet zijn woonplaats verlaten zonder toestemming van de rechter-
commissaris.


2

,Vennootschapsorganen blijven wel in stand, maar kunnen niet meer over het vermogen beschikken.
Natuurlijke personen blijven wel handelingsbekwaam, maar alleen over het vrijgelaten bedrag waar
zij over beschikken.
De meeste failliete rechtspersonen worden in de loop van het faillissement ontbonden (art. 2:19 lid 1
sub c BW).

De curator is doorgaans een advocaat en handelt ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers, met
oog voor maatschappelijke belangen en het belang van de failliet. Vaak zijn de eerste 6 weken de
‘hete’ fase. In deze periode moet er heel veel gebeuren, zoals personeel ontslaan, de mogelijkheid tot
doorstart onderzoeken en evt. de onderneming voortzetten. Daarna begint de rustige fase, namelijk
oorzakenonderzoek, vorderingen verifiëren en uitdelen (en aansprakelijkheden schikken of uit
procederen).

De rechter-commissaris is belast met toezicht van de boedel en de vereffening hiervan (art. 64 Fw).
Hij moet toestemming geven voor bepaalde handelingen van de curator, zoals voortzetting van de
onderneming, ontslag van personeel, aangaan van nieuwe overeenkomsten en verkoop.
Hij beslist ook bij art. 69-verzoeken (art. 69 Fw).

Er zijn 4 soorten schuldeisers:
 Schuldeisers met pand- en hypotheekrecht (art. 57 Fw): verhaalsrecht alsof er geen
faillissement is, krijgen betaling buiten de boedel om
 Boedelschuldeisers: worden als eerste betaald en mogen verhaal nemen op de boedel
 Verifieerbare schuldeisers: vorderingen die worden verhaald via het faillissement, moeten
verificatie en uitdeling afwachten, er staan geen rechtsmaatregelen voor hen open tijden het
faillissement (art. 26 Fw)
o Hebben beperkte inspraak via art. 69-verzoeken, schuldeiserscommissie en stemmen
op een akkoord
 Niet-verifieerbare schuldeisers: te laat, moeten wachten tot faillissement voorbij is en verhaal
nemen op het vermogen buiten of na faillissement

Faillissement kan op verschillende manier beëindigd worden:
 Vernietiging van het faillissementsvonnis na verzet of hoger beroep.
 Omzetting in WSNP (bij een natuurlijk persoon)
 Faillissementsakkoord, ongeveer 3% van de gevallen
 Opheffing bij gebrek aan baten, ongeveer 73% van de faillissementen
 Als de opbrengst te weinig is om boedelschulden te betalen.
 Vereenvoudigde afwikkeling
 Als de opbrengst genoeg is voor boedelschulden, maar te weinig om aan concurrenten toe te
komen. Alleen preferente verifieerbare vorderingen ontvangen een uitdeling.
 Vereffening en uitdeling
 Alle schuldeisers volledig betaald

Aansprakelijkheid curator
Het is inherent aan het beroep van curator dat deze regelmatig aansprakelijk wordt gesteld. Hij moet
op korte termijn veel beslissingen nemen met beperkte informatie. Daarnaast moet hij veel
tegenstrijdige belangen proberen te dienen.




3

, Er zijn twee soorten aansprakelijkheid voor de curator:
 Qualitate qua (qq), in diens hoedanigheid als curator in het faillissement van… : de
schadevergoeding is een boedelschuld. De grondslag is art. 6:162 BW (onrechtmatige daad).

 Pro se, persoonlijke aansprakelijkheid: de schadevergoeding komt uit het eigen vermogen
van de curator (deze is hier vaak tegen verzekerd). De grondslag is art. 6:162 BW
(onrechtmatige daad), maar met een extra vereiste dat er een persoonlijk verwijt moet zijn
(arrest Maclou & Prakke/Gips). Hierbij wordt er een onderscheid gemaakt of de curator een
regel heeft geschonden of niet.
o Persoonlijk verwijt (arrest Maclou & Prakke/Gips):
 Regel geschonden: in beginsel persoonlijk aansprakelijk (arrest De
Klerk/Hautvast), let op dat dit nog steeds bevestigd moet worden door feiten
en omstandigheden, want het is alleen een beginsel
 Geen regel geschonden: dan heeft de curator veel beleidsruimte en is de
kans op aansprakelijkheid veel lager

Begin altijd bij q.q. aansprakelijkheid, want hiervan is de bewijslast minder zwaar, vanwege minder
vereisten.

Let op: art. 72 Fw kan als grondslag dienen voor het vereiste van ‘onrechtmatigheid’ (handelen of
nalaten in strijd met wettelijke plicht).

Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP)
De meeste ondernemingen worden ontbonden na of tijdens een faillissement, wat betekent dat
schulden die overblijven dan ook verdwijnen. Bij natuurlijke personen gaat dit natuurlijk niet, dus na
faillissement worden deze mensen vaak nog achtervolgd door schulden. In art. 195 Fw staan de
gevolgen van faillissement en dit artikel zegt dat de schuldeisers wiens vorderingen na de
slotuitdelingslijst niet (volledig) zijn voldaan, herkregen worden en ook het recht op executie.

Om deze reden is de WSNP opgezet. De kern van deze regeling is dat de schuldenaar na 1,5 jaar op
een houtje bijten een schone lei krijgt.

Faillissement kan worden omgezet naar WSNP.
De schuldenaar moet altijd zelf WSNP aanvragen (art. 284 Fw).
De vereisten voor toelating tot de WSNP staan in art. 288 Fw jo. art. 284 Fw.

Art. 288 lid 1 Fw bevat de vereisten:
Er moet een verzoek zijn ingediend volgens art. 284 Fw waaruit blijkt dat
 Sub a: de schuldenaar niet zal kunnen doorgaan met het betalen van zijn schulden
 Sub b: De schuldenaar ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van de schulden 3 jaar
voor het verzoek tot WSNP ter goede trouw was. Dit ziet bijvoorbeeld op gokschuld (niet ter
goede trouw)
en
 Sub c: de schuldenaar de verplichtingen uit de WSNP zal naleven en zal proberen zoveel
mogelijk baten voor de boedel te verwerven

In art. 288 lid 2 Fw staan weigeringsgronden genoemd:
 Sub a: als de schuldsanering al op de schuldenaar van toepassing is
 Sub b: indien de poging tot een buitengerechtelijke schuldregeling niet is uitgevoerd door een
persoon of instelling als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Wet op het
consumentenkrediet


4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
SPlaisier3
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
82
Member since
3 year
Number of followers
25
Documents
23
Last sold
1 month ago

3.8

6 reviews

5
4
4
0
3
0
2
1
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions