Technieken 4
Technieken 4
Pagina 1 van 73
,Technieken 4
1 Natuurtechnische milieubouw
1.1 wat?
Natuurtechniek = doelbewuste handelingen, gericht het creëren, herstellen,
ontwikkelen of handhaven van de levensvoorwaarden van de inheemse flora, fauna en
levensgemeenschappen in hun onderlinge samenhang.
Milieubouw = het scheppen van geschikte uitgangssituaties waarna de natuur zichzelf
kan ontwikkelen.
Abiotische milieubouw: men tracht door ingrepen een geschikte uitgangssituatie te
creëren om de ontwikkeling van natuurlijke levensgemeenschappen of processen te
stimuleren.
- gericht op niet-levende omgeving (bodem, waterhuishouding, reliëf,...)
- Wordt vaak toegepast bij inrichtingswerken zoals landschapsherstel, waterbeheer of
bodemsanering
Doel: stimuleren van natuurlijke processen door geschikte fysieke omstandigheden te
creëren.
Vb: aanleggen van meanders en overstromingsgebieden om natuurlijke waterdynamiek
te herstellen, zandduinherstel aan de kust, ...
Biotische milieubouw: men tracht door ingrepen een geschikte uitgangssituatie te
creëren om de ontwikkeling van natuurlijke levensgemeenschappen of processen te
stimuleren.
- Richt zich op het introduceren of ondersteunen van levende organismen (planten,
dieren, micro-organismen).
- Dit kan door het inzaaien van vegetatie, het aanplanten van bomen of het
herintroduceren van diersoorten.
Doel: creëren van een biologisch evenwichten het ondersteunen van natuurlijke
ecosystemen.
Vb: aanleggen van bijenvriendelijke bermen, stimuleren van onderwatervegetatie in
plassen en waterlopen, ...
Het doel is om technische oplossingen te vinden die de natuur niet alleen
beschermen, maar er ook actief gebruik van maken.
Pagina 2 van 73
,Technieken 4
Kenmerken NTMB;
- Gebruik van natuurlijke materialen – zoals hout, klei en levende planten, in plaats
van beton of staal.
- Duurzame waterhuishouding – aanleg van natuurlijke waterzuivering, beken en
moerassen.
- Erosiebestrijding – door bijvoorbeeld beplanting en natuurlijke oevers aan te leggen.
- Landschapsherstel – herstel van duinen, bossen of rivieren na menselijke ingrepen.
- Natuurvriendelijke infrastructuur – zoals ecoducten, groene daken en natuurlijke
geluidswallen.
1.2 Waarom?
- Abiotische factoren zoals waterkwaliteit, waterkwantiteit, watersnelheid en
structuurkenmerken van de waterloop bepalen welke levensgemeenschappen erin
voorkomen.
- Bovendien vormen waterlopen, samen met allerlei groene elementen in de
omringende vallei, een migratieroute voor een aantal planten en diersoorten.
- Door hun lintvormig karakter maken waterlopen deel uit van een ecologische
infrastructuur van het landschap.
1.3 Hoe?
Gedreven samenwerking tussen landschapsarchitecten‚ ingenieurs‚ ecologen‚
biologen‚ hydrologen‚ bodemkundigen.
Geen standaardinrichtingen op oplossingen mogelijk. Elke situatie is anders, heeft
andere randvoorwaarden en uitgangspunten en vereist een eigen oplossing.
Pagina 3 van 73
, Technieken 4
1.4 Kenmerken van een waterloop
1.4.1 Natuurlijke waterlopen
Beken, rivieren en stromen ->Minstens gedurende een deel van het jaar stroomt er
spontaan water door.
Gekenmerkt door:
- Het verval
- Het substraat
- De meandering
- Het stroomkuilenpatroon
- De vorm van het dwarsprofiel van de oever
- De chemische karakteristieken van het water
Een stroomkuilenpatroon is een natuurlijk fenomeen in waterlopen.
- Afwisseling van diepe en ondiepe zones op de bodem.
- Dynamiek van stromend water, waarbij erosie en sedimentatie elkaar afwisselen.
De diepe delen, ook wel stroomkuilen genoemd, worden afgewisseld met ondiepten,
wat resulteert in een gevarieerde structuur van de waterloop.
- Door (micro)verschillen ook verschil in stroomsnelheid, substraat en temperatuur.
- Spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van het aquatische leven. Zo worden de
putten als luwte voor vissen gebruikt.
Pagina 4 van 73
Technieken 4
Pagina 1 van 73
,Technieken 4
1 Natuurtechnische milieubouw
1.1 wat?
Natuurtechniek = doelbewuste handelingen, gericht het creëren, herstellen,
ontwikkelen of handhaven van de levensvoorwaarden van de inheemse flora, fauna en
levensgemeenschappen in hun onderlinge samenhang.
Milieubouw = het scheppen van geschikte uitgangssituaties waarna de natuur zichzelf
kan ontwikkelen.
Abiotische milieubouw: men tracht door ingrepen een geschikte uitgangssituatie te
creëren om de ontwikkeling van natuurlijke levensgemeenschappen of processen te
stimuleren.
- gericht op niet-levende omgeving (bodem, waterhuishouding, reliëf,...)
- Wordt vaak toegepast bij inrichtingswerken zoals landschapsherstel, waterbeheer of
bodemsanering
Doel: stimuleren van natuurlijke processen door geschikte fysieke omstandigheden te
creëren.
Vb: aanleggen van meanders en overstromingsgebieden om natuurlijke waterdynamiek
te herstellen, zandduinherstel aan de kust, ...
Biotische milieubouw: men tracht door ingrepen een geschikte uitgangssituatie te
creëren om de ontwikkeling van natuurlijke levensgemeenschappen of processen te
stimuleren.
- Richt zich op het introduceren of ondersteunen van levende organismen (planten,
dieren, micro-organismen).
- Dit kan door het inzaaien van vegetatie, het aanplanten van bomen of het
herintroduceren van diersoorten.
Doel: creëren van een biologisch evenwichten het ondersteunen van natuurlijke
ecosystemen.
Vb: aanleggen van bijenvriendelijke bermen, stimuleren van onderwatervegetatie in
plassen en waterlopen, ...
Het doel is om technische oplossingen te vinden die de natuur niet alleen
beschermen, maar er ook actief gebruik van maken.
Pagina 2 van 73
,Technieken 4
Kenmerken NTMB;
- Gebruik van natuurlijke materialen – zoals hout, klei en levende planten, in plaats
van beton of staal.
- Duurzame waterhuishouding – aanleg van natuurlijke waterzuivering, beken en
moerassen.
- Erosiebestrijding – door bijvoorbeeld beplanting en natuurlijke oevers aan te leggen.
- Landschapsherstel – herstel van duinen, bossen of rivieren na menselijke ingrepen.
- Natuurvriendelijke infrastructuur – zoals ecoducten, groene daken en natuurlijke
geluidswallen.
1.2 Waarom?
- Abiotische factoren zoals waterkwaliteit, waterkwantiteit, watersnelheid en
structuurkenmerken van de waterloop bepalen welke levensgemeenschappen erin
voorkomen.
- Bovendien vormen waterlopen, samen met allerlei groene elementen in de
omringende vallei, een migratieroute voor een aantal planten en diersoorten.
- Door hun lintvormig karakter maken waterlopen deel uit van een ecologische
infrastructuur van het landschap.
1.3 Hoe?
Gedreven samenwerking tussen landschapsarchitecten‚ ingenieurs‚ ecologen‚
biologen‚ hydrologen‚ bodemkundigen.
Geen standaardinrichtingen op oplossingen mogelijk. Elke situatie is anders, heeft
andere randvoorwaarden en uitgangspunten en vereist een eigen oplossing.
Pagina 3 van 73
, Technieken 4
1.4 Kenmerken van een waterloop
1.4.1 Natuurlijke waterlopen
Beken, rivieren en stromen ->Minstens gedurende een deel van het jaar stroomt er
spontaan water door.
Gekenmerkt door:
- Het verval
- Het substraat
- De meandering
- Het stroomkuilenpatroon
- De vorm van het dwarsprofiel van de oever
- De chemische karakteristieken van het water
Een stroomkuilenpatroon is een natuurlijk fenomeen in waterlopen.
- Afwisseling van diepe en ondiepe zones op de bodem.
- Dynamiek van stromend water, waarbij erosie en sedimentatie elkaar afwisselen.
De diepe delen, ook wel stroomkuilen genoemd, worden afgewisseld met ondiepten,
wat resulteert in een gevarieerde structuur van de waterloop.
- Door (micro)verschillen ook verschil in stroomsnelheid, substraat en temperatuur.
- Spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van het aquatische leven. Zo worden de
putten als luwte voor vissen gebruikt.
Pagina 4 van 73