Vakdossier VM1.4
Tamara Zaaijer
Christelijke Hogeschool Ede
30-6-2019
,Inhoudsopgave
1 Verantwoording ...................................................................................... 2
Levensbeschouwelijke/spirituele ontwikkeling .................................................................................. 2
Morele ontwikkeling ........................................................................................................................... 2
Sociaal-emotionele ontwikkeling ........................................................................................................ 2
Cognitieve ontwikkeling ...................................................................................................................... 2
Beroeps-handelen ............................................................................................................................... 3
Levensbeschouwelijke les met vertelling ........................................................................................ 3
Toepassing van beelden .................................................................................................................. 3
Beroepsproducten ............................................................................................................................... 3
Levensbeschouwelijke kaart............................................................................................................ 3
Stopmotion filmpje.......................................................................................................................... 3
2 Verplichte bewijslast ............................................................................... 4
Godsdienst les de geboorte van Boaz ................................................................................................. 4
Godsdienst les Elia weet het niet meer............................................................................................. 10
Beeldende vorming les ...................................................................................................................... 15
Foto’s leerlingenwerk ........................................................................................................................ 19
Les met beelden ................................................................................................................................ 21
Levensbeschouwelijke kaart ............................................................................................................. 25
Gesprek kinderen: ............................................................................................................................. 28
Wel of niet stelen? ............................................................................................................................ 28
Stopmotion filmpje............................................................................................................................ 29
Catherijneconvent ............................................................................................................................. 29
Selfie museum ............................................................................................................................... 29
1
, 1 Verantwoording
Levensbeschouwelijke/spirituele ontwikkeling
´Geloofsontwikkeling tot 8 jaar: De vraag of iets werkelijk en realistisch is, of fantasie, wordt
belangrijk (vergelijk het verlies van het geloof in Sinterklaas rond het zesde jaar). Ontdekken van
eigen mogelijkheden en omgeving. Persoonlijk spreken met de Onzichtbare die voor het kind heel
concreet blijft (Jezus)” (De Graaf, 2006, p. 190). Niet alle kinderen uit mijn stageklas gaan naar de
kerk of worden gelovig opgevoed. Toch zeggen ze allemaal dat er een God bestaat. Dit komt mede
door de identiteit van de school. De Bijbel heeft een centrale plaats en dat dragen de leraren uit naar
de kinderen. Iedere ochtend wordt er eerst begonnen in de kring met gebed en 2 dagen in de week
een Bijbelverhaal. Als er weer een Bijbelverhaal is dan hangen de kinderen aan je lippen, ze vinden
het heerlijk om naar een verhaal te luisteren en er komen dan ook verschillende vragen bij de
kinderen los. “Kinderen hebben een rotsvast vertrouwen. Op hun ouders, maar ook op God. Zij
stellen hun vragen niet vanuit ongeloof of kritiek, maar omdat ze willen leren en begrijpen. Al gaat de
één hierin veel dieper dan de ander. Zij nemen dingen voor waar aan” (Van Beest, z.j.).
Morele ontwikkeling
“Moraal is datgene dat ons in staat stelt om goed van kwaad te onderscheiden, om ook daarnaar te
handelen, en om trots of schaamte te voelen al naar gelang gedrag voldoet of afwijkt van de
persoonlijke morele standaard” (Van der Ploeg, 2016). De meeste kinderen uit mijn stageklas (groep
3) volgen de regels en wetten, omdat het zo hoort. Ze benaderen elkaar dan ook wanneer iemand
een regel overtreedt, want ze weten dat er een straf tegenover staat. De kinderen komen dus ook
echt voor elkaar op, want ze willen niet dat een ander een straf krijgt, omdat het een regel heeft
overtreden. “In het conventionele niveau is het vooral het naleven van conventies dat als
hoofdargument wordt genoemd. Henk moet zich aan de wet houden. Niet om de straf te vermijden,
zoals bij het preconventionele niveau, maar omdat het zo hoort” (Van Beemen, 2015, p. 195). Je
merkt dus dat de kinderen uit groep 3 tussen de twee fases inhangen. Ze volgen de regels omdat het
zo hoort, maar ze willen ook de straf mijden.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
“Met sociaal-emotionele ontwikkeling bedoelen we het proces waarmee we fundamentele
levensvaardigheden leren. Hierbij gaat het om de vaardigheden die helpen bij het vormen van een
persoonlijke identiteit en het aangaan van relaties met anderen en met de omgeving” (Hoe verloopt
de sociaal-emotionele ontwikkeling in de basisschoolperiode?, 2017). Vrienden worden steeds
belangrijker voor kinderen vanaf groep 3. “Vriendschappen wisselen nog wel sterk gedurende de
basisschoolperiode. Wanneer zich een conflict voordoet, kan dit nog wel een aanleiding zijn om de
vriendschap te verbreken” (De Bil & De Bil, 2006, p. 149). In mijn stageklas merk ik dat ook erg. De
ene dag zijn ze vrienden van elkaar en de andere dag hebben ze een conflict en is de vriendschap
verbroken.
Cognitieve ontwikkeling
“De cognitieve ontwikkeling is de ontwikkeling van denken, taal en andere functies als aandacht en
geheugen” (J. van Staveren, college onderwijskunde, 11 juni 2019). De ontwikkelingspsycholoog Jean
Piaget heeft een fase theorie ontwikkeld waarin hij de cognitieve ontwikkeling in vier fasen verdeeld.
Als ik kijk naar mijn stageklas dan merk ik dat de kinderen nu in de overgang van de tweede naar de
derde fase zitten. “Het concreet-operationele stadium (7 tot 11 jaar). In dit stadium ziet het kind al
wel logische verbanden, maar heeft het nog steeds de behoefte heeft aan concreet materiaal”
(cognitieve ontwikkeling, z.j.). Tijdens de lessen merk ik dat de kinderen nog veel behoefte hebben
aan concreet materiaal. De aandacht is dan beter en de leerresultaten ook.
2