in de Orthopedagogiek
Universiteit Leiden – (Pre-master) Pedagogische Wetenschappen – blok 4
2025
Deze samenvatting bevat de collegestof en de bijbehorende literatuur voor het vak
‘Begeleiding en Samenwerking in de Orthopedagogiek’ voor derdejaars studenten en
pre-master studenten van de studie Pedagogische Wetenschappen aan Universiteit
Leiden. Deze informatie komt uit het jaar 2025.
1
,Inhoudsopgave
Week 1: Inleiding – pedagogische attitude - Hannah Peeters .................................................................. 3
Hoorcollege week 1 ......................................................................................................................... 3
Aanvullende literatuur: week 1 ......................................................................................................... 5
Week 2: Onderwijssysteem, OPP, gesprekstools met oud - Alison Bradshaw .......................................... 6
Hoorcollege week 2 ......................................................................................................................... 6
Aanvullende literatuur: week 2 ........................................................................................................10
Week 3: Protocollen behandeling leerproblemen - Alison Bradshaw ..................................................... 12
Hoorcollege week 3 ........................................................................................................................12
Overige literatuur week 3 ................................................................................................................16
College 4: Jeugdhulp en jeugdbescherming: systeem en besluitvorming – Fleur Mommersteeg .............. 18
Hoorcollege week 4 ........................................................................................................................18
Aanvullende literatuur: week 4 ........................................................................................................21
College 5: Jeugdhulp en jeugdbescherming – interventies en effectiviteit – Sabine van der Asdonk ......... 25
Hoorcollege week 5 ........................................................................................................................25
Aanvullende literatuur: week 5 ........................................................................................................29
College 6: Behandeling en begeleiding in de GGZ – Maretha de Jonge.................................................... 31
Hoorcollege week 6 ........................................................................................................................31
Aanvullende literatuur: week 6 ........................................................................................................34
College 7: Contextuele begeleiding: groepsbegeleiding, gedragsdeskundige taken en procesdiagnostiek –
Yvette Dijkxhoorn ............................................................................................................................... 35
Hoorcollege week 7 ........................................................................................................................35
2
,Week 1: Inleiding – pedagogische attitude - Hannah Peeters
Hoorcollege week 1
Als orthopedagoog moet je handelen en beslissingen beroepsethisch bepalen en
verantwoorden. Als orthopedagoog voldoe je aan de NVO-beroepscode.
- Zelf verantwoordelijk voor je eigen handelen
- Aanspreekbaar op professionele autonomie
- Verantwoordelijkheid in samenwerking met andere professionals
Je hebt de bevoegdheid van medische beroepsbeoefenaren om voorbehouden
handelingen te verrichten en/of daartoe opdracht te geven. Daarnaast beschik je over
voldoende kennis en kunde om werkzaamheden in een concrete situatie adequaat uit te
voeren. Handel altijd binnen de grenzen van je bekwaamheid.
Als orthopedagoog ben je opvoed-en gedragsdeskundige. Hierbij ga je bevindingen van
betrokken specialisten coördineren, terugbrengen naar dit specifieke kind in de
specifieke opvoedingssituatie en dit verwerken naar herstel van een goed leven.
Je komt de basisbehoeften van het mens tegemoet:
- Relatie
- Competentie
- Autonomie
- Betekenisvolhoud
è Altijd passend bij de ontwikkelingsfase van kinderen
Als orthopedagoog heb je een positieve grondhouding. Je krijgt pas respect als je dit
zelf ook toont. Dus geef het goede voorbeeld. Het is van belang om achter het gedrag
van een kind te kijken. Zoek naar communicatiemiddelen om de verborgen gevoelens te
achterhalen. Vaak ervaren kinderen onmacht, in plaats van onwil. Voor een fijne relatie:
è Toon een vertrouwensband en oprechte interesse,
è Kijk naar de positieve kanten
è Duidelijke communicatie geven over wat je zelf ziet en voelt
è Liever vragen stellen dan vertellen.
Basisvoorwaarden van begeleiding
Stap 1: Kijk naar wat er in het alledaagse leven wel oké gaat, is er iemand helemaal voor
dit kind?
Stap 2: Waar zit er bij dit kind een tekort aan eigen sturend en probleemoplossend
vermogen? Waar komt dit door? Kijk naar omgevingsfactoren (spanningen thuis.
trauma’s, maatschappelijke problemen)
3
, Theorieën over behandeling
1. Psycho-educatie
Is een eerste stap binnen behandeling. Het is geen aparte behandelmethode maar een
manier om het kind en de ouders inzicht te geven in het probleem en hoe er mee om te
gaan met als doel het vergroten van begrip en acceptatie van het gedrag of de diagnose.
2. Inzicht gevende, psychodynamische benadering
Samen de betekenis van het gedrag uitzoeken. Vooral richten op waarom iemand
bepaald gedrag vertoont. Het gaat vooral om de binnenwereld van het kind. Welke
‘vraag’ heeft het kind, via zijn gedragsproblemen. Zoeken naar onderliggend probleem.
è AWectief (gevoel)
è Cognitief (gedachten)
è Conatief (motivatie)
3. Cognitief-gedragstherapeutische benadering
Gedragsbenadering: gedrag ontstaat, en wordt in stand gehouden en afgezwakt door de
omgeving (leertheorie).
Cognitieve benadering; negatieve en belemmerende gedachten herstructureren en
omvatten naar positieve, helpende gedachten. Zoals mindfulness, ACT. Focus op
gedrag, gevoelens en gedachten.
4. Experiëntiële, ervaringsgerichte benadering
Richt zich op het leren van eigen ervaring en zelfonderzoek. Het kind wordt expert in zijn
eigen beleving. De orthopedagoog heeft een ondersteunende rol. Er wordt vooral
oplossingsgericht gewerkt, gericht op de vaardigheden en de nieuwe doelen van het
kind.
5. Systeemtheoretische benadering
Het gedrag wordt gezien in samenhang met het systeem. Het doel is om
interactiepatronen te herkennen in familie, relatie, school, vrienden etc.
6. Neurobiologische benadering
Richt zich op de rol van het brein en de biologische processen in ontwikkeling en gedrag.
è Epi genetica
è Gen-omgevingsinteractie
è DiWerentiële ontvankelijkheid (gevoeligheid voor invloeden)
4