DEEL 1: psychologie van individuele verschillen: wat en hoe?
(hoorcollege 1: 12/02/2025)
1. doelstelling en geschiedenis
1.1 doelstelling
- in verschillende takken psychologie: ontdekken algemene wetmatigheden
o functieleer: Hoe werkt geheugen, perceptie, emoties? Oorzaak van
onze emoties?
o sociale psychologie: Hoe is ons gedrag functie van sociale factoren?
o biologische psychologie: Hoe onze gedachten, gevoelens,
gedragingen verklaren door biologie?
- algemene wetten zeer waardevol => MAAR niet volledige plaatje, want
grote verschillen tussen en binnen mensen qua
gedrag/prestaties/cognities/…
- PID <-> algemene psychologie
- doel:
o beschrijven van verschillen: Op welke vlakken verschillen mensen?
Welke zijn de belangrijkste verschillen?
o beschrijven van verbanden tussen verschillen: met wat hangen zulke
verschillen samen?
vb: hangt agressie samen met een laag of hoog zelfbeeld
o verklaren van verschillen: wat ligt er aan de basis van deze
verschillen?
genetisch/opvoeding/cultuur/leergeschiedenis/…?
- verschillen tss mensen implicaties voor alle toepassingsgebieden van
psychologie
o organisaties/bedrijven
selectie/recrutering/promotie
sommige mensen betere leiders dan anderen
…
o school en klinische psychologie
verschillen tussen lln in schools presteren
onderscheid tussen goed en minder goed functionerende
individuen
kwetsbare of veerkrachtige mensen (vb: covid)
o theorie en onderzoek
1.1.1 Wat?
1
,1.1.1.1 beschrijven van verschillen
- vooral tussen mensen -> interindividuele verschillen
- tussen groepen -> intergroepsverschillen (geslacht, culturen,
leeftijdsgroepen)
- maar ook binnen mensen -> intra-individuele verschillen
- interindividuele verschillen in intra-individuele verschillen =
interindividuele verschillen in profielen
o
- meerdere soorten verschillen mogelijk, 2 grote deeldomeinen
o cognitief functioneren
intelligentie/prestaties op cognitieve taken (product)
manier van verwerken bij cognitieve taken (proces) -> bv:
analytisch vs holistisch
o persoonlijkheid
karakter, emoties, sociaal gedrag
1.1.1.2 beschrijven van verbanden tussen verschillen
- verschillen op vlak van 1 variabele in verband brengen met verschillen op
vlak van andere variabele
o vb: verband tussen agressie en zelfwaarde
o vb: verband tussen socio-economische status en intelligentie
1.1.2 Doel?
- zicht krijgen op structuur van verschillen tussen mensen en hoe verschillen
op verschillende vlakken onderling samenhangen
- verschillen verklaren
o proximale verklaringen: factoren die in de tijd en ruimte min of meer
samengaan met te verklaren verschillen
vb: fysiologie en emoties, hitte en agressie
o distale verklaringen: factoren die verderaf liggen in de tijd
vb: genen, vroege opvoeding, evolutie
1.1.3 Door wie?
- onderscheid tussen expliciete vs impliciete theorieën
2
, - expliciete theorieën: theorieën/bevindingen in wetenschappelijke en
publieke wereld over aard en oorzaken van verschillen tussen mensen
o voor andere kenbaar
o doorgaan door wetenschappers uitgevonden
o domein van PID
- impliciete theorieën: impliciete opvattingen die elke mens heeft over aard
en oorzaken van menselijk gedrag en verschillen tussen mensen
o niet rechtstreeks kenbaar voor anderen
o onrechtstreeks onderzoeken (afleiden)
o doorgaans door leken uitgevonden
o domein van persoonsperceptie, sociale cognitie
- elke mens is een differentieel psycholoog
- de twee theorieën zijn niet onafhankelijk, maar beïnvloeden elkaar
- impliciete theorieën beïnvloeden expliciete theorieën
o via de wetenschapper
is ook een leek, met eigen vooroordelen
o via de proefpersoon
demand effects, zelfrepresentatie
- ook omgekeerde beïnvloeding
o onderzoeksresultaten verspreiden zich via media -> gaan mee
bepalen hoe we verschillen tussen mensen percipiëren
1.2 geschiedenis
1.2.1 de benaming differentiële psychologie
- Henri & Binet -> La Psychologie Individuelle
- oplossen van 2 problemen
o hoe variëren psychische processen van individu tot individu
(interindividueel)
o hoe variëren psychische processen onderling binnen een individu
(intra-individueel)
- 3-voudige taalomschrijving
o beschrijven aard en grootte verschillen in psychisch leven tussen
individuen en groepen (beschrijven)
rassen, geslachten, klassen
o hoe manifesteren deze verschillen zich (methode)
handschrift, gelaatsuitdrukkingen
o welke factoren bepalen verschillen (verklaren)
erfelijkheid, cultuur
- Robert Yerkes: eenheid brengen in takken van psychologie die vergelijken
= comparatieve psychologie
o noodzakelijk om inzicht te krijgen in de mens
- individuele psychologie niet meer gebruikt om PID aan te duiden
o teveel connotatie met psychoanalytische theorie
o teveel gebaseerd op 1 persoon
o verwijst naar intra-individuele verschillen = personologie
- comparatieve psychologie: focus op experimentele dierstudies
- term differentiële psychologie niet meer zo vaak gebruikt
o domein te groot geworden
psychologie van intelligentie
3
(hoorcollege 1: 12/02/2025)
1. doelstelling en geschiedenis
1.1 doelstelling
- in verschillende takken psychologie: ontdekken algemene wetmatigheden
o functieleer: Hoe werkt geheugen, perceptie, emoties? Oorzaak van
onze emoties?
o sociale psychologie: Hoe is ons gedrag functie van sociale factoren?
o biologische psychologie: Hoe onze gedachten, gevoelens,
gedragingen verklaren door biologie?
- algemene wetten zeer waardevol => MAAR niet volledige plaatje, want
grote verschillen tussen en binnen mensen qua
gedrag/prestaties/cognities/…
- PID <-> algemene psychologie
- doel:
o beschrijven van verschillen: Op welke vlakken verschillen mensen?
Welke zijn de belangrijkste verschillen?
o beschrijven van verbanden tussen verschillen: met wat hangen zulke
verschillen samen?
vb: hangt agressie samen met een laag of hoog zelfbeeld
o verklaren van verschillen: wat ligt er aan de basis van deze
verschillen?
genetisch/opvoeding/cultuur/leergeschiedenis/…?
- verschillen tss mensen implicaties voor alle toepassingsgebieden van
psychologie
o organisaties/bedrijven
selectie/recrutering/promotie
sommige mensen betere leiders dan anderen
…
o school en klinische psychologie
verschillen tussen lln in schools presteren
onderscheid tussen goed en minder goed functionerende
individuen
kwetsbare of veerkrachtige mensen (vb: covid)
o theorie en onderzoek
1.1.1 Wat?
1
,1.1.1.1 beschrijven van verschillen
- vooral tussen mensen -> interindividuele verschillen
- tussen groepen -> intergroepsverschillen (geslacht, culturen,
leeftijdsgroepen)
- maar ook binnen mensen -> intra-individuele verschillen
- interindividuele verschillen in intra-individuele verschillen =
interindividuele verschillen in profielen
o
- meerdere soorten verschillen mogelijk, 2 grote deeldomeinen
o cognitief functioneren
intelligentie/prestaties op cognitieve taken (product)
manier van verwerken bij cognitieve taken (proces) -> bv:
analytisch vs holistisch
o persoonlijkheid
karakter, emoties, sociaal gedrag
1.1.1.2 beschrijven van verbanden tussen verschillen
- verschillen op vlak van 1 variabele in verband brengen met verschillen op
vlak van andere variabele
o vb: verband tussen agressie en zelfwaarde
o vb: verband tussen socio-economische status en intelligentie
1.1.2 Doel?
- zicht krijgen op structuur van verschillen tussen mensen en hoe verschillen
op verschillende vlakken onderling samenhangen
- verschillen verklaren
o proximale verklaringen: factoren die in de tijd en ruimte min of meer
samengaan met te verklaren verschillen
vb: fysiologie en emoties, hitte en agressie
o distale verklaringen: factoren die verderaf liggen in de tijd
vb: genen, vroege opvoeding, evolutie
1.1.3 Door wie?
- onderscheid tussen expliciete vs impliciete theorieën
2
, - expliciete theorieën: theorieën/bevindingen in wetenschappelijke en
publieke wereld over aard en oorzaken van verschillen tussen mensen
o voor andere kenbaar
o doorgaan door wetenschappers uitgevonden
o domein van PID
- impliciete theorieën: impliciete opvattingen die elke mens heeft over aard
en oorzaken van menselijk gedrag en verschillen tussen mensen
o niet rechtstreeks kenbaar voor anderen
o onrechtstreeks onderzoeken (afleiden)
o doorgaans door leken uitgevonden
o domein van persoonsperceptie, sociale cognitie
- elke mens is een differentieel psycholoog
- de twee theorieën zijn niet onafhankelijk, maar beïnvloeden elkaar
- impliciete theorieën beïnvloeden expliciete theorieën
o via de wetenschapper
is ook een leek, met eigen vooroordelen
o via de proefpersoon
demand effects, zelfrepresentatie
- ook omgekeerde beïnvloeding
o onderzoeksresultaten verspreiden zich via media -> gaan mee
bepalen hoe we verschillen tussen mensen percipiëren
1.2 geschiedenis
1.2.1 de benaming differentiële psychologie
- Henri & Binet -> La Psychologie Individuelle
- oplossen van 2 problemen
o hoe variëren psychische processen van individu tot individu
(interindividueel)
o hoe variëren psychische processen onderling binnen een individu
(intra-individueel)
- 3-voudige taalomschrijving
o beschrijven aard en grootte verschillen in psychisch leven tussen
individuen en groepen (beschrijven)
rassen, geslachten, klassen
o hoe manifesteren deze verschillen zich (methode)
handschrift, gelaatsuitdrukkingen
o welke factoren bepalen verschillen (verklaren)
erfelijkheid, cultuur
- Robert Yerkes: eenheid brengen in takken van psychologie die vergelijken
= comparatieve psychologie
o noodzakelijk om inzicht te krijgen in de mens
- individuele psychologie niet meer gebruikt om PID aan te duiden
o teveel connotatie met psychoanalytische theorie
o teveel gebaseerd op 1 persoon
o verwijst naar intra-individuele verschillen = personologie
- comparatieve psychologie: focus op experimentele dierstudies
- term differentiële psychologie niet meer zo vaak gebruikt
o domein te groot geworden
psychologie van intelligentie
3