ALGEMENE BEGRIPPEN
1. NUT VAN HET RECHT
Om de belangen van zowel de enkeling als van de groep te beschermen/organiseren heb je normen en regels nodig.
Talrijke normen worden opgelegd door de godsdienst, de moraal, … Het nadeel is dat men deze regels niet kan
afdwingen.
Om nu een betere belangenbeveiliging te bekomen en om de menselijke gemeenschap beter te ordenen maakt men
gebruik van het recht.
= een geheel van afdwingbare gedragsregels door de maatschappij opgelegd ter bescherming van de
maatschappelijke belangen.
Gedragsregel: Regels/normen die zeggen wat we moeten of mogen.
Opgelegd door de gemeenschap: De regels worden opgesteld door een overheidsinstantie die door de maatschappij
gemachtigd is om volgens een bepaalde procedure rechtsregels uit te vaardigen.
Ter bescherming van de maatschappelijke belangen: Het recht wil het gedrag van individuen binnen een
gemeenschap beïnvloeden met als bedoeling individueel en algemeen belang te verzoenen. In vele situaties hebben
de burgers immers tegenstrijdige belangen. Als er een aanvaardbare afweging gevonden wordt, kunnen we spreken
van een rechtvaardige regeling.
Afdwingbaarheid: Bij het niet naleven van de rechtsregels mag de overheid “geweld” gebruiken om de regels te doen
naleven. Geen fysiek geweld, maar bijv. boetes, schadevergoedingen, gevangenisstraffen, …
2. INDELING VAN DE RECHTSREGELS
2.1 Gebiedende en aanvullende rechtsregels
Gebiedende rechtsregels
=> moeten nageleefd worden.
Soorten:
Wetten van openbare orde: Raken de essentiële belangen van de staat/samenleving.
Bijv. verbod op moord, diefstal, fraude, regels mbt openbare veiligheid (o.a. verkeersregels), …
Wetten die de goede zeden aanbelangen: Alles wat de menselijke waardigheid aanbelangt.
Kan doorheen de tijd veranderen.
Bijv. verbod op huwen met meerdere personen, moord, diefstal, kindermisbruik, …
=> combinatie van deze twee is mogelijk, ze liggen dicht bij elkaar.
Gewone gebiedende rechtsregels: Leggen beperkingen op ter bescherming van bepaalde groepen in de
samenleving.
Bijv. gebiedende regels in de huurwetgeving, regels inzake de handelingsbekwaamheid van
minderjarigen, …
Overeenkomsten in strijd met de regels van openbare orde en goede zeden geven aanleiding tot de absolute
nietigheid van deze overeenkomsten.
Overeenkomsten in strijd met de gewone gebiedende rechtsregels geven aanleiding tot de relatieve nietigheid van
deze overeenkomsten.
,Absolute of volstrekte nietigheid:
Sanctioneert de miskenning van regels van openbare orde en goede zeden.
Ze kan door elke belanghebbende, ook door het openbaar ministerie, ingeroepen worden.
De rechter kan en moet deze nietigheid ambtshalve inroepen.
= de rechter heeft de bevoegdheid en is verplicht om een nietigheid te erkennen en toe te passen, zelfs als
geen van de partijen hierom heeft gevraagd.
Bijv. bigamie (= het sluiten van een tweede huwelijk terwijl het eerste nog niet definitief ontbonden is), een
overeenkomst mbt een moord, …
Relatieve of betrekkelijke nietigheid:
Sanctioneert de miskenning van private belangen.
Kan enkel ingeroepen worden door de personen wier belangen door de wet beschermd worden of door hun
wettelijke vertegenwoordigers.
De rechter mag de nietigheid niet ambtshalve inroepen.
Bijv. aankoop door een minderjarige, aankoop van een onbekend schilderij wanneer men in feite dacht een bekend
schilderij te kopen, …
Bijv. een minderjarige koopt een brommer. Indien de aankoop als problematisch wordt beschouwd, kunnen de
ouders de nietigheid van de overeenkomst eisen. In het geval dat de brommer eigenlijk meer waard is dan de prijs
waarvoor deze is verkocht, kan de verkoper niet naar de rechtbank stappen om de nietigheid van de overeenkomst
aan te vechten, aangezien hij niet wordt beschermd door de wetgeving in deze situatie. De minderjarige wel.
Gevolgen van de nietigverklaring van rechtshandelingen:
Wanneer een rechtshandeling nietig wordt verklaard, betekent dit dat de handeling vanaf het begin als ongeldig
wordt beschouwd. Deze nietigverklaring geldt met terugwerkende kracht tot de dag waarop de handeling
plaatsvond: wat nietig is, heeft nooit legale gevolgen gehad.
Om de strenge en soms oneerlijke gevolgen van de nietigverklaring te verzachten, hebben zowel de rechtbanken als
de wetgever specifieke aanpassingen gemaakt.
Bijv. de nietigheid van een clausule geeft geen aanleiding tot de nietigheid van de gehele rechtshandeling. (art. 900)
Aanvullende rechtsregels
Deze worden enkel toegepast indien de partijen in een overeenkomst geen andere regeling hebben uitgewerkt.
Bijv. huwelijksstelsel; je kan trouwen zonder huwelijkscontract, de wetgever heeft hier dan regels voor voorzien (art.
1398 – art. 1450)
Bijv. de plaats van levering van gekochte salon; als er niets is overeengekomen, wordt de salon geleverd op de plaats
waar het aangekocht is (art. 1609)
2.2 Nationaal en internationaal recht
Nationaal recht
Publiek recht: Regelt de verhoudingen tussen de overheid en de burgers.
Privaat recht: Regelt de verhoudingen tussen burgers onderling.
,Internationaal recht
Europees recht: Het geheel van regels mbt de EU.
Internationaal privaatrecht: Heeft tot doel uit te maken welke nationale wetgeving van toepassing is op een
rechtsverhouding waarin elementen voorkomen uit verschillende staten.
Volkenrecht: Regelt de betrekkingen tussen de staten onderling en tussen staten en internationale
organisaties. Het regelt ook de inrichting en werking van internationale instellingen en diensten.
2.3 Rechtsbronnen
Internationale rechtsbronnen
Sommige rechtsregels, van internationale aard, kunnen geldingskracht hebben binnen het Belgisch grondgebied:
Verdragen: Indien België een verdrag sluit met één of meerdere andere staten, en dit verdrag heeft
betrekking op binnenlandse materies, moeten zowel de Belgische staat als de particulieren deze rechtsregels
naleven.
Bijv. EVRM
Normen van de Europese Unie: Het recht van de EU (verordeningen, richtlijnen) geniet voorrang op het
nationaal recht, vermits er een overdracht van bevoegdheden heeft plaatsgevonden.
Verordening = Wanneer een regel op Europees niveau wordt goedgekeurd, geldt deze verplichting
voor alle lidstaten van de EU.
Richtlijn = De richtlijnen die vanuit Europa worden gegeven, verplichten de overheid om hun
nationale wetgeving aan te passen aan deze richtlijnen.
Nationale rechtsbronnen
Wet Sensu Lato: Alle regels en voorschriften die de normen en regels van een samenleving bepalen. Het is
een bredere conceptuele benadering van wetgeving, die niet beperkt is tot formele wetten alleen.
Rechtspraak: Hieronder verstaat men de vonnissen en arresten van de rechtbanken en de hoven.
Rechtsleer: Wordt gevormd door de schriften van rechtsgeleerden. Deze boeken en artikels oefenen vaak
een invloed uit op de wetgeving en de rechtspraak.
Gewoonterecht: De gevestigde gebruiken in een samenleving die algemeen als bindend worden beschouwd,
zonder dat ze zijn vastgelegd in formele wetgeving. Deze gewoonten hebben een vergelijkbare bindende
kracht als formele wetten.
Algemene rechtsbeginselen: Ongeschreven "algemene rechtsbeginselen", die niet uitdrukkelijk in een
wettekst zijn geformuleerd.
Bijv. Het verbod op eigenrichting; het is nooit toegestaan om het recht in eigen handen te nemen. Als
iemand mijn horloge steelt, mag ik die persoon niet met geweld confronteren om het terug te
krijgen; in plaats daarvan moet ik naar het politiebureau gaan. Echter, in gevallen van wettige
zelfverdediging is het wel toegestaan om jezelf te verdedigen.
, PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT
1. DE GERECHTELIJKE ORGANISATIE
De 3 pijlers in de Belgische federale structuur:
Wetgevende macht
=> politieke instelling, verkozen door het volk.
=> brengt rechten tot stand, wijzigt recht en schaft rechtsregels af.
Kamer van Volksvertegenwoordigers
Senaat
Koning
Uitvoerende macht
=> politieke instelling, verkozen door het volk.
=> brengt rechten tot stand, wijzigt recht en schaft rechtsregels af.
Koning
Regering
Rechterlijke macht
=> juridische instelling, rechters worden benoemd door de koning op grond van hun kennis.
=> houdt zich bezig met de concrete toepassing van rechtsregels, lost juridische geschillen/conflicten op aan
de hand van het geldend recht.
Rechtbanken
Gerechtshoven
2. ALGEMENE BEGINSELEN
2.1 De eenheid van de rechtspraak
Alle rechters passen de strafwet op dezelfde manier toe en behandelen geschillen op gelijke wijze.
De rechterlijke organisatie is als een piramide: hoger in de piramide zijn er minder rechtbanken. Als men het niet
eens is met een beslissing, kan men één keer in beroep gaan bij een hogere rechter, zoals de rechtbank van eerste
aanleg. Soms kan men naar het hoogste gerechtshof, het Hof van Cassatie, gaan, vooral als er procedurefouten zijn
gemaakt. Deze piramidestructuur zorgt voor eenheid in de rechtspraak, omdat geen enkele rechter graag ziet dat zijn
beslissing in hoger beroep of cassatie wordt teruggedraaid.
1. NUT VAN HET RECHT
Om de belangen van zowel de enkeling als van de groep te beschermen/organiseren heb je normen en regels nodig.
Talrijke normen worden opgelegd door de godsdienst, de moraal, … Het nadeel is dat men deze regels niet kan
afdwingen.
Om nu een betere belangenbeveiliging te bekomen en om de menselijke gemeenschap beter te ordenen maakt men
gebruik van het recht.
= een geheel van afdwingbare gedragsregels door de maatschappij opgelegd ter bescherming van de
maatschappelijke belangen.
Gedragsregel: Regels/normen die zeggen wat we moeten of mogen.
Opgelegd door de gemeenschap: De regels worden opgesteld door een overheidsinstantie die door de maatschappij
gemachtigd is om volgens een bepaalde procedure rechtsregels uit te vaardigen.
Ter bescherming van de maatschappelijke belangen: Het recht wil het gedrag van individuen binnen een
gemeenschap beïnvloeden met als bedoeling individueel en algemeen belang te verzoenen. In vele situaties hebben
de burgers immers tegenstrijdige belangen. Als er een aanvaardbare afweging gevonden wordt, kunnen we spreken
van een rechtvaardige regeling.
Afdwingbaarheid: Bij het niet naleven van de rechtsregels mag de overheid “geweld” gebruiken om de regels te doen
naleven. Geen fysiek geweld, maar bijv. boetes, schadevergoedingen, gevangenisstraffen, …
2. INDELING VAN DE RECHTSREGELS
2.1 Gebiedende en aanvullende rechtsregels
Gebiedende rechtsregels
=> moeten nageleefd worden.
Soorten:
Wetten van openbare orde: Raken de essentiële belangen van de staat/samenleving.
Bijv. verbod op moord, diefstal, fraude, regels mbt openbare veiligheid (o.a. verkeersregels), …
Wetten die de goede zeden aanbelangen: Alles wat de menselijke waardigheid aanbelangt.
Kan doorheen de tijd veranderen.
Bijv. verbod op huwen met meerdere personen, moord, diefstal, kindermisbruik, …
=> combinatie van deze twee is mogelijk, ze liggen dicht bij elkaar.
Gewone gebiedende rechtsregels: Leggen beperkingen op ter bescherming van bepaalde groepen in de
samenleving.
Bijv. gebiedende regels in de huurwetgeving, regels inzake de handelingsbekwaamheid van
minderjarigen, …
Overeenkomsten in strijd met de regels van openbare orde en goede zeden geven aanleiding tot de absolute
nietigheid van deze overeenkomsten.
Overeenkomsten in strijd met de gewone gebiedende rechtsregels geven aanleiding tot de relatieve nietigheid van
deze overeenkomsten.
,Absolute of volstrekte nietigheid:
Sanctioneert de miskenning van regels van openbare orde en goede zeden.
Ze kan door elke belanghebbende, ook door het openbaar ministerie, ingeroepen worden.
De rechter kan en moet deze nietigheid ambtshalve inroepen.
= de rechter heeft de bevoegdheid en is verplicht om een nietigheid te erkennen en toe te passen, zelfs als
geen van de partijen hierom heeft gevraagd.
Bijv. bigamie (= het sluiten van een tweede huwelijk terwijl het eerste nog niet definitief ontbonden is), een
overeenkomst mbt een moord, …
Relatieve of betrekkelijke nietigheid:
Sanctioneert de miskenning van private belangen.
Kan enkel ingeroepen worden door de personen wier belangen door de wet beschermd worden of door hun
wettelijke vertegenwoordigers.
De rechter mag de nietigheid niet ambtshalve inroepen.
Bijv. aankoop door een minderjarige, aankoop van een onbekend schilderij wanneer men in feite dacht een bekend
schilderij te kopen, …
Bijv. een minderjarige koopt een brommer. Indien de aankoop als problematisch wordt beschouwd, kunnen de
ouders de nietigheid van de overeenkomst eisen. In het geval dat de brommer eigenlijk meer waard is dan de prijs
waarvoor deze is verkocht, kan de verkoper niet naar de rechtbank stappen om de nietigheid van de overeenkomst
aan te vechten, aangezien hij niet wordt beschermd door de wetgeving in deze situatie. De minderjarige wel.
Gevolgen van de nietigverklaring van rechtshandelingen:
Wanneer een rechtshandeling nietig wordt verklaard, betekent dit dat de handeling vanaf het begin als ongeldig
wordt beschouwd. Deze nietigverklaring geldt met terugwerkende kracht tot de dag waarop de handeling
plaatsvond: wat nietig is, heeft nooit legale gevolgen gehad.
Om de strenge en soms oneerlijke gevolgen van de nietigverklaring te verzachten, hebben zowel de rechtbanken als
de wetgever specifieke aanpassingen gemaakt.
Bijv. de nietigheid van een clausule geeft geen aanleiding tot de nietigheid van de gehele rechtshandeling. (art. 900)
Aanvullende rechtsregels
Deze worden enkel toegepast indien de partijen in een overeenkomst geen andere regeling hebben uitgewerkt.
Bijv. huwelijksstelsel; je kan trouwen zonder huwelijkscontract, de wetgever heeft hier dan regels voor voorzien (art.
1398 – art. 1450)
Bijv. de plaats van levering van gekochte salon; als er niets is overeengekomen, wordt de salon geleverd op de plaats
waar het aangekocht is (art. 1609)
2.2 Nationaal en internationaal recht
Nationaal recht
Publiek recht: Regelt de verhoudingen tussen de overheid en de burgers.
Privaat recht: Regelt de verhoudingen tussen burgers onderling.
,Internationaal recht
Europees recht: Het geheel van regels mbt de EU.
Internationaal privaatrecht: Heeft tot doel uit te maken welke nationale wetgeving van toepassing is op een
rechtsverhouding waarin elementen voorkomen uit verschillende staten.
Volkenrecht: Regelt de betrekkingen tussen de staten onderling en tussen staten en internationale
organisaties. Het regelt ook de inrichting en werking van internationale instellingen en diensten.
2.3 Rechtsbronnen
Internationale rechtsbronnen
Sommige rechtsregels, van internationale aard, kunnen geldingskracht hebben binnen het Belgisch grondgebied:
Verdragen: Indien België een verdrag sluit met één of meerdere andere staten, en dit verdrag heeft
betrekking op binnenlandse materies, moeten zowel de Belgische staat als de particulieren deze rechtsregels
naleven.
Bijv. EVRM
Normen van de Europese Unie: Het recht van de EU (verordeningen, richtlijnen) geniet voorrang op het
nationaal recht, vermits er een overdracht van bevoegdheden heeft plaatsgevonden.
Verordening = Wanneer een regel op Europees niveau wordt goedgekeurd, geldt deze verplichting
voor alle lidstaten van de EU.
Richtlijn = De richtlijnen die vanuit Europa worden gegeven, verplichten de overheid om hun
nationale wetgeving aan te passen aan deze richtlijnen.
Nationale rechtsbronnen
Wet Sensu Lato: Alle regels en voorschriften die de normen en regels van een samenleving bepalen. Het is
een bredere conceptuele benadering van wetgeving, die niet beperkt is tot formele wetten alleen.
Rechtspraak: Hieronder verstaat men de vonnissen en arresten van de rechtbanken en de hoven.
Rechtsleer: Wordt gevormd door de schriften van rechtsgeleerden. Deze boeken en artikels oefenen vaak
een invloed uit op de wetgeving en de rechtspraak.
Gewoonterecht: De gevestigde gebruiken in een samenleving die algemeen als bindend worden beschouwd,
zonder dat ze zijn vastgelegd in formele wetgeving. Deze gewoonten hebben een vergelijkbare bindende
kracht als formele wetten.
Algemene rechtsbeginselen: Ongeschreven "algemene rechtsbeginselen", die niet uitdrukkelijk in een
wettekst zijn geformuleerd.
Bijv. Het verbod op eigenrichting; het is nooit toegestaan om het recht in eigen handen te nemen. Als
iemand mijn horloge steelt, mag ik die persoon niet met geweld confronteren om het terug te
krijgen; in plaats daarvan moet ik naar het politiebureau gaan. Echter, in gevallen van wettige
zelfverdediging is het wel toegestaan om jezelf te verdedigen.
, PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT
1. DE GERECHTELIJKE ORGANISATIE
De 3 pijlers in de Belgische federale structuur:
Wetgevende macht
=> politieke instelling, verkozen door het volk.
=> brengt rechten tot stand, wijzigt recht en schaft rechtsregels af.
Kamer van Volksvertegenwoordigers
Senaat
Koning
Uitvoerende macht
=> politieke instelling, verkozen door het volk.
=> brengt rechten tot stand, wijzigt recht en schaft rechtsregels af.
Koning
Regering
Rechterlijke macht
=> juridische instelling, rechters worden benoemd door de koning op grond van hun kennis.
=> houdt zich bezig met de concrete toepassing van rechtsregels, lost juridische geschillen/conflicten op aan
de hand van het geldend recht.
Rechtbanken
Gerechtshoven
2. ALGEMENE BEGINSELEN
2.1 De eenheid van de rechtspraak
Alle rechters passen de strafwet op dezelfde manier toe en behandelen geschillen op gelijke wijze.
De rechterlijke organisatie is als een piramide: hoger in de piramide zijn er minder rechtbanken. Als men het niet
eens is met een beslissing, kan men één keer in beroep gaan bij een hogere rechter, zoals de rechtbank van eerste
aanleg. Soms kan men naar het hoogste gerechtshof, het Hof van Cassatie, gaan, vooral als er procedurefouten zijn
gemaakt. Deze piramidestructuur zorgt voor eenheid in de rechtspraak, omdat geen enkele rechter graag ziet dat zijn
beslissing in hoger beroep of cassatie wordt teruggedraaid.