Samenvatting Tax Management

Tax Management
Begrip “belasting”?
Eenzijdige betaling opgelegd door de Overheid (Staat, deelstaat, lokaal
bestuur) aan personen die op haar grondgebied wonen of er belangen
hebben, teneinde haar middelen te verschaffen om in haar uitgaven van
algemeen belang te financieren. (vb. defensie, onderwijs, infrastructuur,…)
Indien je kunst erft, maar je kunt de erfrechten niet betalen, kun je ook het
kunstwerk afgeven als betaling. Zou kunnen ze cultureel erfgoed
behouden in België


• Betaling: in geld, maar kan ook in goederen en diensten (niet aftrekbaar
van belasting)
• Retributie: een verplichte bijdrage aan de overheid voor een verleende
geïndividualiseerde dienst (wel aftrekbaar (checken online voor de
zekerheid)) (specifieke uitgave) (vb. boete betalen om verkeerd te
parkeren, internationaal paspoort aanvragen…)


Directe belastingen: Een belasting die rechtstreeks door een persoon of
bedrijf aan de overheid wordt betaald, gebaseerd op inkomen, winst of
vermogen, zoals inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Geheven
op een bepaalde periode, aanhoudende toestand). Schuldenaar is de
drager.
 Personenbelasting (inkomstenbelasting) geheven op wereldwijde
inkomen van rijksinwoner (natuurlijke persoon)
 Vennootschapsbelasting (inkomstenbelasting) geheven op
wereldwijde winsten van rijksinwoner (vennootschap)
 Rechtspersonenbelasting (inkomstenbelasting) geheven op
wereldwijde inkomsten van rechtspersoon die rijksinwoner is
 Belasting der niet inwoners (inkomstenbelasting) geheven op
iemand die in land woont, maar geen rijksinwoner (rechtspersoon en
natuurlijk persoon)
 …


Indirecte belastingen: Een belasting die wordt geheven op goederen en
diensten en via een tussenpersoon (zoals een bedrijf of winkel) aan de
overheid wordt afgedragen, zoals btw en accijnzen. Geheven op
onbepaalde momenten, enkel bij bepaalde verrichtingen. Schuldenaar is
NIET de drager
 BTW
 Erfbelasting / successierechten

,  Registratierechten (vb. schenkbelasting, verkooprechten…)
 Douane & accijnzen
 …
Fiscaalrecht = rechtsverhouding tussen fiscus en belastingplichtige
Privaat recht: horizontale rechtsverhouding (bv. huurder tov verhuurder)
Publiek recht: verticale rechtsverhouding (bv. overheid tov burger)


België is een rechtsstaat, dus alles wordt geregeld volgen de wet
(GRONDWET)
Maar 3 beginselen staan in de grondwet
1) Legaliteitsbeginsel
 Geen belasting zonder wet, dwz door een democratisch verkozen
vergadering (degene die de wetten doorvoeren, hebben wij voor
gekozen dmv verkiezingen) = federaal, regionaal parlement of raad
lokaal bestuur
 Dus belasting invoeren/wijzigen/afschaffen DOOR een wet, decreet,
ordonnantie (wet in Brussels Hoofdstedelijk Gewest),
verordening/reglement
 Delegatieverbod, maar:
- Noodzaak wegens omstandigheden en vereiste spoed
- Uitdrukkelijke en ondubbelzinnige machtiging
- -> machtigingswet -> besluit -> bekrachtigingswet


Gevolg legaliteitsbeginsel
 Alles is vrij van belasting tenzij de wet anders bepaalt
 Onderscheid belastingfraude en belastingontwijking
• Verbod fraude: opzet + inbreuk op fiscale wet (verboden)
vb. pb: zwartwerk
• Ontwijking: buiten toepassing belastingwet blijven → recht keuze
voor minst belaste weg vb. pb: deeltijds werken i.p.v. voltijds
omwille van fiscale redenen (niet verboden) (bij een keuze voor de
minst belaste weg kiezen, zolang hij de wet en de bedoeling van de
wetgever naleeft)
 Algemene en specifieke antimisbruikbepalingen (wordt ingeroepen
wanneer iemand verdacht wordt van fiscaalmisbruik, door de fiscus,
dit moet door de verdachte bewezen worden dat het niet zo is)
Fiscaalmisbruik = een fiscale wet niet gebruiken zoals hij bedoeld was. Dit
kan door op kunstmatige wijze binnen een gebied vallen waar je eigenlijk
niet in thuis hoort. Of op kustmatige wijze buiten een gebied vallen waar je
eigenlijk wel in thuis hoor.

, 2)Gelijkheidsbeginsel
 Gelijke gevallen moeten hetzelfde behandeld worden
 De Belgen zijn gelijk voor de wet
 Het genot van de rechten en vrijheden aan de Belgen toegekend
moet zonder discriminatie verzekerd worden
 Grondwet: Inzake belastingen kunnen geen voorrechten worden
ingevoerd
 Geen vrijstelling of vermindering van belasting kan worden
ingevoerd dan door een wet

3) eenjarigheidsbeginsel
 Alle belastingwetten zijn gedurende 1 jaar geldig
 “over de belastingen ten behoeve van de Staat, de gemeenschap en
het gewest wordt jaarlijks gestemd. De regelen die ze invoeren, zijn
slechts van kracht indien zij niet worden vernieuwd
 Jaarlijkse uitdrukkelijke toelating door parlement aan regering om de
belastingen volgens de bestaande belastingwetgeving verder te
heffen


Gevolg eenjarigheidsbeginsel
Beroepskosten zijn aftrekbaar van de inkomsten van het jaar waarin de
kosten zijn gemaakt




Verschillende functies belasting:
 Financiële functie
 Economische functie
 Sociale functie
In België worden de rijken, zwaarder belast

, Basisregels in de directe belastingen
Vier verschillende vormen van inkomstenbelasting:
 Belasting op het totale inkomen van inwoners van België =
Personenbelasting
 Belasting op het totale inkomen van binnenlandse vennootschappen =
Vennootschapsbelasting (winstbelasting) (nettowinst wordt
belast)
 Belasting op inkomsten van niet-inwoners = Belasting van niet-
inwoners
 Belasting op inkomsten van andere Belgische rechtspersonen dan
vennootschappen = Rechtspersonenbelasting




Bij een eenmanszaak is er geen onderscheid tussen privé- en beroepsvermogen
(winsten belast onder de personenbelasting)
Bij een vennootschap is dit wel het geval (eigen goederen worden onderworpen
aan het vennootschapsrisico (=risico om failliet te gaan)) (winsten belast onder
de vennootschapsbelasting)



Personenbelasting
Onderworpen aan de personenbelasting de natuurlijke personen wier
beroepswerkzaamheid bestaat uit de exploitatie van handels-, nijverheids-, of
landbouwonderneming = eenmanszaken
Voorwaarden:
 Natuurlijke persoon zijn;
 Beroepswerkzaamheid; en
 Daden van koophandel stellen (herhaaldelijk).