Verloskundig onderzoek
Inspectie
Uitzetting, striemen , pigmentatie, uitwendige genitalia, vaginaal verlies( vw, bloed,…), onderste
ledematen, oedemen, vw ( kwantiteit, geur, kleur, aspect)
Palpatie
Handgrepen van leopold, schatting vw, schatting geboortegewicht
Auscultatie
Lokalisatie FHT (ritme, frequentie direct na contractie gedurende 30 sec) Hoorbuis van Pinard,
doptone, CTG
CTG ( cardiotocogram) meestal 30 min bij opname zien dat er zeker niets mis is
Vaginaal onderzoek (POVASI)
Portio, ontsluiting, vliezen, aard voorliggend deel, stand voorliggend deel, indaling, bekkenevaluatie
Ligging, houding, plaatsing en stand van de foetus
Ligging
Volkomen stuitligging: voetjes naast stuit (kleermakerszit)
onvolkomen stuitligging: voetjes langs romp opgeslagen
Plaatsing of stand
= plaats die het aanwijspunt voor een bepaalde ligging van de foetus t.o.v. de bekkenas inneemt
Aanwijspunt= een anatomisch punt op de foetus dat de ligging van de foetus bepaald
V
V Lv
Rv
Ldw
Rdw
Ra La
A
, Indaling: vlakken van Hodge
Altijd evenwijdig met bekkeningang
H1: bovenrand symfyse
H2: onderrand symfyse
H3: spinae
H4: os coccygis
Bekkenevaluatie
- Consistentie van de bekkenbodem
- Opsporen van afwijkingen, vb. varices, tumoren,…
- Vaginawand voelt meestal zacht en soepel aan, maar kan ook weerstandig en stug zijn
Cardiotocografie
KCE richtlijn: intermittende auscultatie om de 15 min, gedurende 1min en na een contractie.
Als de bestaffing het niet toelaat CTG 30min
In de zwangerschap: vanaf 25-26w vermoeden foetale nood/ complicaties of als
onderdeel van biofysisch profiel
Opgelet vena cava syndroom moeder op linker zij leggen zodat kindje niet meer op de
vena cava ligt.
Verandering FHT door: temperatuursverhoging moeder ( metabolisme foetus stijgt) of door
medicatiegebruik moeder
Evaluatie CTG-patroon
Basishartfrequentie
Gedurende 10 sec de gemiddelde frequentie bepalen d.m.v. latje op het patroon te leggen
Normocardie: 110-150 bpm
Tachycardie:
o Geringe: 150-170 bpm
o Ernstige: >170 bpm
Bradycardie:
o Geringe: 100-110 bpm
o Ernstige: <100 bpm
Hartslagvariabiliteit
= normale wisselende verandering van het foetale hartritme: bandbreedte
Een goede variabiliteit is een teken van foetaal welzijn
Evalueren gedurende 1 minuut
Wanneer verminderde variabiliteit niet langer duurt dan 40 min, slaapt de baby ( mag niet
minder dan 2 zijn)