DEEL 4: VRIJHEID VAN
ONDERNEMEN EN MEDEDINGING
1 VRIJHEID VAN ONDERNEMEN EN BEPERKINGEN
AFDELING 1: INLEIDING
Belgische en Europese economische orde gebaseerd op systeem van open
markteconomie met vrije mededinging
In klassiek model:
- Geen toetredingsbelemmeringen
- Alle marktdeelnemers volledig geïnformeerd
- Vrije prijsvorming
- Vraag en aanbod in evenwicht waar consument laagst mogelijke prijs betaalt en
producent redelijke prijs krijgt voor inzet schaarse productiefactoren
- Verwezenlijking algemeen beland
Echter, dit is niet perfecte model want houdt geen rekening met
marktimperfecties!!!
Gaat uit van open markteconomie, vrije mededinging, vrijheid om over goederen
te beschikken en contracteren
Verlengstuk contractvrijheid en fundamentele keuze voor private eigendom
= vrijheid toegang te hebben tot markt en vrij economische activiteit te kiezen +
gekozen economische activiteit naar eigen inzicht uitoefenen (vrijheid mededinging)
AFDELING 2: VRIJHEID ONDERNEMEN
< Decreet d’Allarde vandaag vervat in art II.2-3 WER markt en klanten werken corrigerend (niet meer de
gilden) + vrijheid handel en nijverheid geproclameerd (art 7); bleef ook na Belgische onafhankelijkheid
sleutelrol spelen
Art II.2 WER + Art II.3 WER + Art II.4 WER
Karakter van economisch grondrecht (maar juridisch gezien de waarde van een gewone wet)
GwH kan niet rechtstreeks toetsen aan beginsel van vrijheid van handel en nijverheid/ondernemen
maar toetsen aan gelijkheidsbeginsel met marginale proportionaliteitstoets en opportuniteitstoets
verweven
Economische grondrechten EU-niveau:
- Art 15 Handvest Grondrechten EU: vrijheid van beroep
- Art 16 HGEU: vrijheid ondernemerschap
- Art 6, lid 3 VEU: grondrechten als algemene beginselen recht van de Unie
- Art 3, lid 3 VEU: interne markt
o Art 26 VWEU: maatregelen voor interne markt te verzekeren
- Art 101 e.v. VWEU: bepalingen die mededinging in interne markt verbieden, beperken of vervalsen
- Art 119, lid 1 VWEU
,AFDELING 3: BEPERKINGEN AAN DE VRIJHEID VAN ONDERNEMEN
Draagwijdte II.3 WER: bescherming tegen OH
Bij beroepsbescherming: verstrekken bepaalde dienst en/of goed door OH exclusief toegewezen maar dan aan
bepaalde groep of categorie aanbieders (bv. niemand mag zonder vergunning taxidienst exploiteren)
Titelbescherming: enkel diegenen die ingeschreven zijn bij erkende balies en aan voorwaarden voldoen, mogen
titel van advocaat voeren bv
Belangenafweging vrijheid ondernemen en doel waarmee maatregel nastreeft!!
Art II.3 ook privaatrechtelijke/horizontale draagwijdte: elkeen kan in concurrentie ondernemingsvrijheid
uitoefenen recht op economische zelfbeschikking
Privaatrechtelijke beperkingen (2 redenen):
1. Bestaan ondernemingsvrijheid van anderen
2. Algemeen belang (verzekert dat mededinging niet wordt vervalst)
Mededingingsvrijheid
o = mogelijkheid van economische schadeberokkening en zelfs complete ondergang van de
minder efficiënt optredende concurrent
o Ook vrijheid om reclame te voeren en meer algemeen alle mogelijke, niet-verbonden
handelspraktijken stellen
o Mate beïnvloeding consument aan mededinging, bepaald door mate waarin hij kennis heeft
van mededingingsparameters (bv prijs) consumenten recht op informatie
Voorwaardelijke geldigheid niet-concurrentiebedingen
o Moet beperkt zijn in de tijd, in de ruimte en tot de betrokken economische activiteit, anders
absolute nietigheid
o Rechter zal pas nietig verklaren als het het wezen van ondernemings- en
mededingingsvrijheid aantast, of kennelijk onevenredig is
o Verschillende meningen over of niet-concurrentiebeding gematigd kan worden volgens
HvC wel mogelijk
Vrije prijsbepaling en contractvrijheid
o Wel wettelijke maxima- en minima prijzen
Vrijheid van kopie, wettelijk beperkt door intellectuele eigendomsrechten
Vrijheid om samen te werken in vennootschapsverband
Stakingsrecht
o Mogelijkheid werkgever te schaden geen absoluut recht
o Ondernemer kan beroepen op vrijheid van ondernemen
o Belangenafweging in concreto (rechter heeft ruime appreciatiemarge)
, 2 MEDEDINGINGSRECHT
AFDELING 1: INLEIDING
= beoogt vrije en onvervalste mededinging goederen en diensten werken het efficiënts in een situatie van
werkzame mededinging (workable competition) en goed voor de welvaart (optimale allocatie middelen
waarborgen) + op Europees vlak om interne markt te creëren
Verbod op kartelafspraken (infra)
Art 101 VWEU voor interstatelijke handel m.b.t. overeenkomsten tussen (functionele) ondernemingen
Bv. brouwer heeft exclusiviteitscontract met alle cafés in België Europees mededingingsrecht van toepassing want
interstatelijke invloed (geen import mogelijk van buitenlandse brouwers en invloed op burgers die net over de grens
wonen)
Opm: niet voor een OH die zijn imperiumbevoegdheid uitoefent (want regels van bestuursrecht)
Opm: Europese mededinging is een de minimis-bescherming dus lidstaten mogen hierin verder gaan als ze
willen, maar België neemt deze regels klakkeloos over in boek IV WER
Misbruik van machtspositie
Art 102 VWEU voor verbod op “misbruik van machtspositie”
“positie die een onderneming in staat stelt de daadwerkelijke mededinging op de relevante markt te
verhinderen en besluiten te nemen die in ruime mate onafhankelijk zijn van de acties en reacties van
concurrenten, afnemers en uiteindelijk de gebruikers”
Relevante markt = geografische markt of productmarkt (substituten)
Marktpositie = economische sterke positie wordt bepaald obv marktaandeel, marktstructuur,
toetredingsbelemmeringen, …
Bv. predatory pricing, koppelverkoop, verkoopsweigering, self-preferencing, …
Concentratiecontrole
= bij een groei door een niet-natuurlijke factor, bv. overname, fusie, oprichting JVR …
toegelaten indien dit verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt (het mag dus geen significante
belemmering van mededinging op de gemeenschappelijke markt veroorzaken)
Staatssteun
= omdat het bepaalde ondernemingen bevoordeelt, risico verstoring vrije mededinging
Tenzij gemeenschappelijk belang niet wordt geschaad (107 VWEU) COM houdt toezicht op staatssteun (108
VWEU)
ONDERNEMEN EN MEDEDINGING
1 VRIJHEID VAN ONDERNEMEN EN BEPERKINGEN
AFDELING 1: INLEIDING
Belgische en Europese economische orde gebaseerd op systeem van open
markteconomie met vrije mededinging
In klassiek model:
- Geen toetredingsbelemmeringen
- Alle marktdeelnemers volledig geïnformeerd
- Vrije prijsvorming
- Vraag en aanbod in evenwicht waar consument laagst mogelijke prijs betaalt en
producent redelijke prijs krijgt voor inzet schaarse productiefactoren
- Verwezenlijking algemeen beland
Echter, dit is niet perfecte model want houdt geen rekening met
marktimperfecties!!!
Gaat uit van open markteconomie, vrije mededinging, vrijheid om over goederen
te beschikken en contracteren
Verlengstuk contractvrijheid en fundamentele keuze voor private eigendom
= vrijheid toegang te hebben tot markt en vrij economische activiteit te kiezen +
gekozen economische activiteit naar eigen inzicht uitoefenen (vrijheid mededinging)
AFDELING 2: VRIJHEID ONDERNEMEN
< Decreet d’Allarde vandaag vervat in art II.2-3 WER markt en klanten werken corrigerend (niet meer de
gilden) + vrijheid handel en nijverheid geproclameerd (art 7); bleef ook na Belgische onafhankelijkheid
sleutelrol spelen
Art II.2 WER + Art II.3 WER + Art II.4 WER
Karakter van economisch grondrecht (maar juridisch gezien de waarde van een gewone wet)
GwH kan niet rechtstreeks toetsen aan beginsel van vrijheid van handel en nijverheid/ondernemen
maar toetsen aan gelijkheidsbeginsel met marginale proportionaliteitstoets en opportuniteitstoets
verweven
Economische grondrechten EU-niveau:
- Art 15 Handvest Grondrechten EU: vrijheid van beroep
- Art 16 HGEU: vrijheid ondernemerschap
- Art 6, lid 3 VEU: grondrechten als algemene beginselen recht van de Unie
- Art 3, lid 3 VEU: interne markt
o Art 26 VWEU: maatregelen voor interne markt te verzekeren
- Art 101 e.v. VWEU: bepalingen die mededinging in interne markt verbieden, beperken of vervalsen
- Art 119, lid 1 VWEU
,AFDELING 3: BEPERKINGEN AAN DE VRIJHEID VAN ONDERNEMEN
Draagwijdte II.3 WER: bescherming tegen OH
Bij beroepsbescherming: verstrekken bepaalde dienst en/of goed door OH exclusief toegewezen maar dan aan
bepaalde groep of categorie aanbieders (bv. niemand mag zonder vergunning taxidienst exploiteren)
Titelbescherming: enkel diegenen die ingeschreven zijn bij erkende balies en aan voorwaarden voldoen, mogen
titel van advocaat voeren bv
Belangenafweging vrijheid ondernemen en doel waarmee maatregel nastreeft!!
Art II.3 ook privaatrechtelijke/horizontale draagwijdte: elkeen kan in concurrentie ondernemingsvrijheid
uitoefenen recht op economische zelfbeschikking
Privaatrechtelijke beperkingen (2 redenen):
1. Bestaan ondernemingsvrijheid van anderen
2. Algemeen belang (verzekert dat mededinging niet wordt vervalst)
Mededingingsvrijheid
o = mogelijkheid van economische schadeberokkening en zelfs complete ondergang van de
minder efficiënt optredende concurrent
o Ook vrijheid om reclame te voeren en meer algemeen alle mogelijke, niet-verbonden
handelspraktijken stellen
o Mate beïnvloeding consument aan mededinging, bepaald door mate waarin hij kennis heeft
van mededingingsparameters (bv prijs) consumenten recht op informatie
Voorwaardelijke geldigheid niet-concurrentiebedingen
o Moet beperkt zijn in de tijd, in de ruimte en tot de betrokken economische activiteit, anders
absolute nietigheid
o Rechter zal pas nietig verklaren als het het wezen van ondernemings- en
mededingingsvrijheid aantast, of kennelijk onevenredig is
o Verschillende meningen over of niet-concurrentiebeding gematigd kan worden volgens
HvC wel mogelijk
Vrije prijsbepaling en contractvrijheid
o Wel wettelijke maxima- en minima prijzen
Vrijheid van kopie, wettelijk beperkt door intellectuele eigendomsrechten
Vrijheid om samen te werken in vennootschapsverband
Stakingsrecht
o Mogelijkheid werkgever te schaden geen absoluut recht
o Ondernemer kan beroepen op vrijheid van ondernemen
o Belangenafweging in concreto (rechter heeft ruime appreciatiemarge)
, 2 MEDEDINGINGSRECHT
AFDELING 1: INLEIDING
= beoogt vrije en onvervalste mededinging goederen en diensten werken het efficiënts in een situatie van
werkzame mededinging (workable competition) en goed voor de welvaart (optimale allocatie middelen
waarborgen) + op Europees vlak om interne markt te creëren
Verbod op kartelafspraken (infra)
Art 101 VWEU voor interstatelijke handel m.b.t. overeenkomsten tussen (functionele) ondernemingen
Bv. brouwer heeft exclusiviteitscontract met alle cafés in België Europees mededingingsrecht van toepassing want
interstatelijke invloed (geen import mogelijk van buitenlandse brouwers en invloed op burgers die net over de grens
wonen)
Opm: niet voor een OH die zijn imperiumbevoegdheid uitoefent (want regels van bestuursrecht)
Opm: Europese mededinging is een de minimis-bescherming dus lidstaten mogen hierin verder gaan als ze
willen, maar België neemt deze regels klakkeloos over in boek IV WER
Misbruik van machtspositie
Art 102 VWEU voor verbod op “misbruik van machtspositie”
“positie die een onderneming in staat stelt de daadwerkelijke mededinging op de relevante markt te
verhinderen en besluiten te nemen die in ruime mate onafhankelijk zijn van de acties en reacties van
concurrenten, afnemers en uiteindelijk de gebruikers”
Relevante markt = geografische markt of productmarkt (substituten)
Marktpositie = economische sterke positie wordt bepaald obv marktaandeel, marktstructuur,
toetredingsbelemmeringen, …
Bv. predatory pricing, koppelverkoop, verkoopsweigering, self-preferencing, …
Concentratiecontrole
= bij een groei door een niet-natuurlijke factor, bv. overname, fusie, oprichting JVR …
toegelaten indien dit verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt (het mag dus geen significante
belemmering van mededinging op de gemeenschappelijke markt veroorzaken)
Staatssteun
= omdat het bepaalde ondernemingen bevoordeelt, risico verstoring vrije mededinging
Tenzij gemeenschappelijk belang niet wordt geschaad (107 VWEU) COM houdt toezicht op staatssteun (108
VWEU)