Elias Fernandez-Suarez Kine 1e Bach S2 2024-2025
- H1: P2-4 (3p)
- H2: P5-13 (9p)
- H3: P14-19 (6p)
- H4: P20-38 (19p)
- H5: P39-48 (10p)
- H6: P49-56 (8p)
- H7: P57-68 (12p)
- H13: P69-87 (19p)
TOTAAL: 87p
1
,Elias Fernandez-Suarez Kine 1e Bach S2 2024-2025
H1: Introductie tot cellen
Cytologie: beschrijving van celstructuur en organellen
Biochemie: chemie van de cel, metabolisme, signaaltransductie.
Genetica: erfelijke informatie (DNA)
Leven Niet levende materie
- Alle ‘levende’ organismen
➔ Bestaan uit 1 of meerdere celle
- Cel
➔ Basisstructuur van leven
➔ Ontstaan uit andere cellen
- Voorwaarde leven
➔ Als het zichzelf kan voortplanten
➔ Geen gastheer nodig
Basisstructuur
Cel → weefsel → organen
- Ontstaan diversiteit in levende wezens
Evolutie van microscopen
1. Lichtmicroscoop
- Niet te zien met blote oog
2. Fluorescentie microscoop
- Obv lichtmicroscoop heeft men fluorescentie microscoop gemaakt
➔ Licht word door spiegel gefilterd
➔ Enkel licht van bepaalde golflengtes kan doorgaan
3. Laserstraal
- Afstralen van verschillende beelden en later terug samenvoegen, ontstaan van 3D beeld
➔ Nog meer details in 3D
4. Confocale microscoop
- Overlapping van kleuren
5. Elektronen microsoop
- Transmissie elektronen microsoop
➔ Gebruik maken van elektronen om licht zichtbaar te maken
- Scanning elektronenmicroscoop
➔ Opp scannen
2
,Elias Fernandez-Suarez Kine 1e Bach S2 2024-2025
Basis – chemie
- Levende cellen hebben dezelfde basis – chemie
Elk levend organisme bevat DNA
DNA wordt verdubbeld
DNA wordt vertaald naar RNA (= transcriptie)
RNA wordt vertaald naar eiwitten (= translatie)
- Levende cellen kunnen zichzelf reproduceren via een auto-katalytisch proces
➔ Geen hulp van buitenaf nodig
- Alle levende cellen
➔ Komen van 1 voorouder – cel
➔ De genetische informatie = verschillende vorm, functie en gedrag
Prokaryoten eukaryoten
Prokaryoten
- Bestaat uit:
➔ Bacteriën en archaea
- Meest divers + uitgebreid
- GEEN celorganellen
- DNA = los in plasmamembraam
Eukaryoten
- WEL celorganellen
- Kern = daar zit DNA
- Dubbele kernmembraan = niet volledig gesloten, bevat kern poriën, laten transport toe
- Nucleolus = donker gedeelte
- Als gedeeld is = compact opgeplooid/opgerold = donkere draden
3
, Elias Fernandez-Suarez Kine 1e Bach S2 2024-2025
Celorganellen
1. Mitochondrion
- Energiefabriek
- ATP (energie) opslaan
- Celademhaling
- Hebben eigen DNA (stammen waarschijnlijk af van bacteriën)
2. Endoplasmatisch reticulum (E.R.)
- Afsplitsen kleine vesikels
3. Golgi – apparaat
- Vesikels afsplitsen met inhouden die naar andere organellen gaan
4. Lysosomen en peroxysomen
- Lysosomen: vuilbak van de cel
- Peroxysomen: verwijderen van vrije zuurstofradicalen
5. Cytosol
- Celinhoud zonder organellen
6. Ribosomen
- Bestaat uit rna en eiwitten
- Staan in voor translatie = aanmaak eiwitten
- Niet omgeven door membraan
- Ook prokaryoten hebben ribosomen, want zij maken ook eiwitten = zwemmen vrij los in cel
- Bij eukaryoten op endoplasmatisch reticulum
7. Cytoskelet
- Bestaat uit 3 delen:
➔ Intermediaire filamenten
➔ Microtubuli
➔ Actine
Intermediaire filamenten= kriskras door heel de cel
Microtubuli= belangrijk bij de celdeling maar altijd aanwezig
Actine= vooral onder plasmamembraan (heel veel in spiercellen)
4
- H1: P2-4 (3p)
- H2: P5-13 (9p)
- H3: P14-19 (6p)
- H4: P20-38 (19p)
- H5: P39-48 (10p)
- H6: P49-56 (8p)
- H7: P57-68 (12p)
- H13: P69-87 (19p)
TOTAAL: 87p
1
,Elias Fernandez-Suarez Kine 1e Bach S2 2024-2025
H1: Introductie tot cellen
Cytologie: beschrijving van celstructuur en organellen
Biochemie: chemie van de cel, metabolisme, signaaltransductie.
Genetica: erfelijke informatie (DNA)
Leven Niet levende materie
- Alle ‘levende’ organismen
➔ Bestaan uit 1 of meerdere celle
- Cel
➔ Basisstructuur van leven
➔ Ontstaan uit andere cellen
- Voorwaarde leven
➔ Als het zichzelf kan voortplanten
➔ Geen gastheer nodig
Basisstructuur
Cel → weefsel → organen
- Ontstaan diversiteit in levende wezens
Evolutie van microscopen
1. Lichtmicroscoop
- Niet te zien met blote oog
2. Fluorescentie microscoop
- Obv lichtmicroscoop heeft men fluorescentie microscoop gemaakt
➔ Licht word door spiegel gefilterd
➔ Enkel licht van bepaalde golflengtes kan doorgaan
3. Laserstraal
- Afstralen van verschillende beelden en later terug samenvoegen, ontstaan van 3D beeld
➔ Nog meer details in 3D
4. Confocale microscoop
- Overlapping van kleuren
5. Elektronen microsoop
- Transmissie elektronen microsoop
➔ Gebruik maken van elektronen om licht zichtbaar te maken
- Scanning elektronenmicroscoop
➔ Opp scannen
2
,Elias Fernandez-Suarez Kine 1e Bach S2 2024-2025
Basis – chemie
- Levende cellen hebben dezelfde basis – chemie
Elk levend organisme bevat DNA
DNA wordt verdubbeld
DNA wordt vertaald naar RNA (= transcriptie)
RNA wordt vertaald naar eiwitten (= translatie)
- Levende cellen kunnen zichzelf reproduceren via een auto-katalytisch proces
➔ Geen hulp van buitenaf nodig
- Alle levende cellen
➔ Komen van 1 voorouder – cel
➔ De genetische informatie = verschillende vorm, functie en gedrag
Prokaryoten eukaryoten
Prokaryoten
- Bestaat uit:
➔ Bacteriën en archaea
- Meest divers + uitgebreid
- GEEN celorganellen
- DNA = los in plasmamembraam
Eukaryoten
- WEL celorganellen
- Kern = daar zit DNA
- Dubbele kernmembraan = niet volledig gesloten, bevat kern poriën, laten transport toe
- Nucleolus = donker gedeelte
- Als gedeeld is = compact opgeplooid/opgerold = donkere draden
3
, Elias Fernandez-Suarez Kine 1e Bach S2 2024-2025
Celorganellen
1. Mitochondrion
- Energiefabriek
- ATP (energie) opslaan
- Celademhaling
- Hebben eigen DNA (stammen waarschijnlijk af van bacteriën)
2. Endoplasmatisch reticulum (E.R.)
- Afsplitsen kleine vesikels
3. Golgi – apparaat
- Vesikels afsplitsen met inhouden die naar andere organellen gaan
4. Lysosomen en peroxysomen
- Lysosomen: vuilbak van de cel
- Peroxysomen: verwijderen van vrije zuurstofradicalen
5. Cytosol
- Celinhoud zonder organellen
6. Ribosomen
- Bestaat uit rna en eiwitten
- Staan in voor translatie = aanmaak eiwitten
- Niet omgeven door membraan
- Ook prokaryoten hebben ribosomen, want zij maken ook eiwitten = zwemmen vrij los in cel
- Bij eukaryoten op endoplasmatisch reticulum
7. Cytoskelet
- Bestaat uit 3 delen:
➔ Intermediaire filamenten
➔ Microtubuli
➔ Actine
Intermediaire filamenten= kriskras door heel de cel
Microtubuli= belangrijk bij de celdeling maar altijd aanwezig
Actine= vooral onder plasmamembraan (heel veel in spiercellen)
4