Leereenheid 9: De rol van de rechter in de democratische rechtsstaat
9.1 Inleiding
Zaak klimaat oma's - stappen naar de rechter om overheden te dwingen om iets tegen
klimaatverandering te doen.
Public interest litigation ( PIL) = procederen in het algemeen belang.
● Niet alleen progressieve algemene belangen.
● Ook de rechterzijde van het politiek spectrum kan naar de rechter stappen.
Bijvoorbeeld over de corona maatregelen die het kabinet Rutte 3 had opgezet.
Discussie als rechter zich uitspreekt over de volgende onderwerpen (rol van de rechter):
- Klimaatbeleid
- Rookbeleid
- Corona Maatregelen
- Vrouwenrechten
Er is regelmatig discussie over de vraag of de rechter niet op de stoel van de wetgever zit.
Bekende voorbeelden: klimaatoma’s, Urgenda, rokersarrest, SGP-zaak.
Het kan niet anders dat de rechter in het vaarwater komt van de wetgever.
De rechter maakt recht en spreekt zich uit over bepaalde onderwerpen, maar hij is geen
vertegenwoordiger van de kiezer.
Is rechterlijke rechtsvorming wel democratisch?
9.2 Rechtersstaat
Gouvernement des juges, magistrocratie, dikastocratie?
Dikastocratie = regering door rechters.
Nederland is geen rechtersstaat omdat:
● Lang niet alle recht is rechtersrecht.
● Rechtersrecht, voor zover uitsluitend gebaseerd op in Nederland gemaakt recht, kan
gecorrigeerd worden door de wetgever.
● Bij toepassing van internationaal/ internationaal recht heeft de wetgever inderdaad
geen correctiemogelijkheid.
Niet gelijk aan rechtersstaten denken want:
1. Rechter velt alleen oordelen over zaken die hem worden voorgelegd.
2. Rechter is juist bij de toepassing van transnationaal en internationaal recht
vaak terughoudend.
3. Lang niet alle gevallen waarin de rechter nationale wetgeving toetst aan
hoger recht leidt tot rechtsvorming.
4. Veel rechterlijke rechtsvorming, op basis van internationaal en transnationaal
recht, kan op veel draagvlak rekenen. Dat blijkt uit het feit dat de Nederlandse
regering in het algemeen wetgevende maatregelen treft als zij in het ongelijk
, wordt gesteld, bijvoorbeeld door het Europees hof van de rechten van de
mens.
Woorden als rechtersstaat, dikastocratie enz. zijn misschien nuttig om de discussie aan te
wakkeren, maar het zijn geen beschrijvingen van hoe het eraan toegaat in Nederland.
● Negatieve kwalificaties als rechtersstaat, dikastocratie, gouvernement des juges en
magistocratie zijn dus geen beschrijvingen van de werkelijkheid maar hyperbolen.
9.3 Twee perspectieven op de verhouding tussen wetgever en rechter bij
rechtsvorming
1. Primaat van de wetgever
a. De wetgever heeft het primaat (de hoofdrol) van de rechtsvorming. Rechter
speelt een bijrol.
b. Waterpaktarrest: ‘Wetten in formele zin worden ingevolge art. 81 Gr.w.
vastgesteld door de regering en de Staten-Generaal, waarbij de vraag of,
wanneer en in welke vorm een wet tot stand zal komen, moet worden
beantwoord op grond van politieke besluitvorming en afweging van de erbij
betrokken belangen. De evenzeer op de Grondwet berustende verdeling van
bevoegdheden van de verschillende staatsorganen brengt mee dat de rechter
niet vermag in te grijpen in die procedure van politieke besluitvorming’.
2. Wetgever en rechter moeten een gelijkwaardige rol hebben in de vorming van nieuw
recht.
a. Tilburgse school.
9.4 Argumenten voor het primaat van de wetgever
Waarom zou de wetgever de hoofdrol moeten spelen bij rechtsvorming en de rechter een
bijrol?
4 argumenten hiervoor:
1. De wetgever is gekozen, terwijl de rechter is benoemd voor het leven.
a. We leven naar wetten waar we zelf voor hebben gekozen. Ze zijn gemaakt
door onze vertegenwoordigers in het parlement en de regering. Zijn we het
oneens met de heersende wetten? Dan kunnen we op politieke partijen
stemmen die een andere koers willen varen. Die mogelijkheid ontbreekt als
we het oneens zijn met recht dat door rechters is gevormd. We hebben de
rechter immers niet gekozen en we kunnen een rechter niet uit zijn ambt
zetten als we het oneens zijn met zijn uitspraken. Argument past bij een
vertegenwoordigende democratie.
2. De rechter is minder goed geëquipeerd voor rechtsvorming dan de wetgever.
a. De wetgever kan namelijk zelf bepalen dat hij de tijd rijp vindt om nieuwe
wetten te maken of een bestaande wet aan te passen. De rechter kan dat
alleen doen als aan hem een zaak wordt voorgelegd waarbij de uitleg, de wet
ter discussie komt te staan of belangen moeten worden afgewogen. De
wetgever kan de tijd nemen. De rechter moet binnen een bepaalde tijd een
uitspraak doen. Ook kan de wetgever expertise mobiliseren van ambtenaren
en wetenschappers om de effecten in kaart te brengen van
9.1 Inleiding
Zaak klimaat oma's - stappen naar de rechter om overheden te dwingen om iets tegen
klimaatverandering te doen.
Public interest litigation ( PIL) = procederen in het algemeen belang.
● Niet alleen progressieve algemene belangen.
● Ook de rechterzijde van het politiek spectrum kan naar de rechter stappen.
Bijvoorbeeld over de corona maatregelen die het kabinet Rutte 3 had opgezet.
Discussie als rechter zich uitspreekt over de volgende onderwerpen (rol van de rechter):
- Klimaatbeleid
- Rookbeleid
- Corona Maatregelen
- Vrouwenrechten
Er is regelmatig discussie over de vraag of de rechter niet op de stoel van de wetgever zit.
Bekende voorbeelden: klimaatoma’s, Urgenda, rokersarrest, SGP-zaak.
Het kan niet anders dat de rechter in het vaarwater komt van de wetgever.
De rechter maakt recht en spreekt zich uit over bepaalde onderwerpen, maar hij is geen
vertegenwoordiger van de kiezer.
Is rechterlijke rechtsvorming wel democratisch?
9.2 Rechtersstaat
Gouvernement des juges, magistrocratie, dikastocratie?
Dikastocratie = regering door rechters.
Nederland is geen rechtersstaat omdat:
● Lang niet alle recht is rechtersrecht.
● Rechtersrecht, voor zover uitsluitend gebaseerd op in Nederland gemaakt recht, kan
gecorrigeerd worden door de wetgever.
● Bij toepassing van internationaal/ internationaal recht heeft de wetgever inderdaad
geen correctiemogelijkheid.
Niet gelijk aan rechtersstaten denken want:
1. Rechter velt alleen oordelen over zaken die hem worden voorgelegd.
2. Rechter is juist bij de toepassing van transnationaal en internationaal recht
vaak terughoudend.
3. Lang niet alle gevallen waarin de rechter nationale wetgeving toetst aan
hoger recht leidt tot rechtsvorming.
4. Veel rechterlijke rechtsvorming, op basis van internationaal en transnationaal
recht, kan op veel draagvlak rekenen. Dat blijkt uit het feit dat de Nederlandse
regering in het algemeen wetgevende maatregelen treft als zij in het ongelijk
, wordt gesteld, bijvoorbeeld door het Europees hof van de rechten van de
mens.
Woorden als rechtersstaat, dikastocratie enz. zijn misschien nuttig om de discussie aan te
wakkeren, maar het zijn geen beschrijvingen van hoe het eraan toegaat in Nederland.
● Negatieve kwalificaties als rechtersstaat, dikastocratie, gouvernement des juges en
magistocratie zijn dus geen beschrijvingen van de werkelijkheid maar hyperbolen.
9.3 Twee perspectieven op de verhouding tussen wetgever en rechter bij
rechtsvorming
1. Primaat van de wetgever
a. De wetgever heeft het primaat (de hoofdrol) van de rechtsvorming. Rechter
speelt een bijrol.
b. Waterpaktarrest: ‘Wetten in formele zin worden ingevolge art. 81 Gr.w.
vastgesteld door de regering en de Staten-Generaal, waarbij de vraag of,
wanneer en in welke vorm een wet tot stand zal komen, moet worden
beantwoord op grond van politieke besluitvorming en afweging van de erbij
betrokken belangen. De evenzeer op de Grondwet berustende verdeling van
bevoegdheden van de verschillende staatsorganen brengt mee dat de rechter
niet vermag in te grijpen in die procedure van politieke besluitvorming’.
2. Wetgever en rechter moeten een gelijkwaardige rol hebben in de vorming van nieuw
recht.
a. Tilburgse school.
9.4 Argumenten voor het primaat van de wetgever
Waarom zou de wetgever de hoofdrol moeten spelen bij rechtsvorming en de rechter een
bijrol?
4 argumenten hiervoor:
1. De wetgever is gekozen, terwijl de rechter is benoemd voor het leven.
a. We leven naar wetten waar we zelf voor hebben gekozen. Ze zijn gemaakt
door onze vertegenwoordigers in het parlement en de regering. Zijn we het
oneens met de heersende wetten? Dan kunnen we op politieke partijen
stemmen die een andere koers willen varen. Die mogelijkheid ontbreekt als
we het oneens zijn met recht dat door rechters is gevormd. We hebben de
rechter immers niet gekozen en we kunnen een rechter niet uit zijn ambt
zetten als we het oneens zijn met zijn uitspraken. Argument past bij een
vertegenwoordigende democratie.
2. De rechter is minder goed geëquipeerd voor rechtsvorming dan de wetgever.
a. De wetgever kan namelijk zelf bepalen dat hij de tijd rijp vindt om nieuwe
wetten te maken of een bestaande wet aan te passen. De rechter kan dat
alleen doen als aan hem een zaak wordt voorgelegd waarbij de uitleg, de wet
ter discussie komt te staan of belangen moeten worden afgewogen. De
wetgever kan de tijd nemen. De rechter moet binnen een bepaalde tijd een
uitspraak doen. Ook kan de wetgever expertise mobiliseren van ambtenaren
en wetenschappers om de effecten in kaart te brengen van