Deel 1
Wat is werk en arbeid?
Arbeidsorganisatie; bv een bedrijf of overheidsinstelling = een plaats
waar mensen werken om gezamenlijke doelen te behalen
Arbeidsverhouding; relatie en afspraken tussen werkgeven en
werknemer
Arbeidsmarkt; waar werkgevers en werkzoekenden elkaar
ontmoeten om werk aan te bieden (aanbieders) en te vinden
(vragers).
Kenmerken werk/arbeid:
- Ze voegen waarde toe door dingen te produceren of diensten te leveren.
- Zowel lichamelijk als geestelijk
- In economisch verband = arbeid vrije tijd omzetten in arbeid tegen betaling (loon)
- Arbeid word gedaan onder leiding, gezag en toezicht van werkgever = arbeidsverhouding
- Onbetaald werk (niet onder dwang) voor een derden = vrijwilligerswerk
Werk (belang van werk) Werkloosheid (risico’s van werkloosheid)
Inkomen Financiële onzekerheid
Sociale contacten Isolement
Maatschappelijke aanvaarding Uitsluiting, schuldgevoel, negatief zelfbeeld
Soorten werkloosheid:
- Structurele werkloosheid;
kwalitatief: mensen/competenties: mensen hun vaardigheden/diploma past
niet bij wat WG zoeken = mismatch
kwantitatief: jobs: aantal arbeidsplaatsen is te laag
- Conjuncturele werkloosheid; werkloosheid die ontstaat door tijdelijke dalingen in de
economie. Zorgen voor minimale werkloosheid draagt bij aan goede economie en
maatschappij.
- Frictie werkloosheid; is de korte tijd dat mensen werkloos zijn terwijl ze tussen banen in
zitten of een nieuwe baan zoeken.
- Seizoenswerkloosheid; bv. fruitplukkers hebben meer kans op arbeid tijdens de fruit
seizoenen.
- Volledige en tijdelijke werkloosheid; volledige werklozen hebben geen baan en zijn op zoek
naar een, terwijl tijdelijke werklozen wel een baan hebben maar tijdelijk niet kunnen of
mogen werken vanwege externe factoren.
- Verborgen werkloosheid; gaat over mensen die willen werken maar niet in de officiële
werkloosheidscijfers staan
1
,Arbeidsmarktbeleid (macro)
= Onderdeel van de economische politiek gericht op beïnvloeding van vraag en aanbod op de
arbeidsmarkt. ...
Beleid: het inzetten van middelen om een doel op tijd te bereiken, door een duidelijk plan te volgen.
Verantwoordelijke:
Pierre-Yves Dermange Jo Brouns
Minister economie en werk Vlaams Minister (sociale) economie, werk en landbouw
4 onderdelen arbeidsmarkt beleid
1. Scholing: juiste mensen met juiste opleiding
2. Plaatsing bevorderende maatregelen (loon & subsidies) bv. patronale bijdragen verlagen
zodat 50 plussers makkelijker aan werk geraken
3. Optimale werkgelegenheidsmaatregelen (kwaliteit vd arbeid): goed zorgen voor arbeiders
4. Bijkomende opleidingen & inzetbaarheid: mensen omscholen, zorgen dat mensen vlot aan
de slag kunnen gaan.
Uitdagingen voor de arbeidsmarkt en samenleving
- Financieel-economische crisis; bv. corona-gevolgen, energie crisis, oorlog
- Weinig actieve arbeidsmarkt; bv. vergrijzing
- Een krappe arbeidsmarkt; bv. knelpuntberoepen, mismatch
- Een veranderende arbeidsmarkt;
tertialisering = van landbouw naar diensteneconomie
mondialisering
digitalisering = samenwerken met en vervangen door AI
Organisatie (meso)
= een hulpmiddel om iets te bereiken (afgeleid Griekse ‘organon’=werktuig of middel)
=Groep van mensen die samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Dit doel geeft
richting aan het werk vd leden. Om het doel te bereiken hebben leden niet enkel elkaar nodig maar
ook andere middelen (geld, tijd, gebouw,…)
2
, Werkorganisatie = gezag relatie tussen WG en WN, in ruil voor geleverde arbeid/werk ontvangt de
werknemer een loon
Een organisatiestructuur verwijst naar:
de manier waarop een organisatie is georganiseerd
met duidelijke lijnen van autoriteit, verantwoordelijkheden en
communicatiekanalen.
het bepaalt hoe de taken, functies en rollen binnen de organisatie zijn verdeeld en
worden gecoördineerd
Een organigram toont de interne structuur van een organisatie of bedrijf.
Dit creëert een duidelijke visuele weergave van de hiërarchie en rang van de
verschillende mensen, functies, teams en afdelingen die samen de
organisatie vormen.
Organisatiedoelstelling en -beleid
Cultuur = werksfeer (bv. zakelijk)
OP WELKE WIJZE SAMENWERKEN?
Waarden Cultuur
Organisatiecontext = 3 onderdelen
Missie, visie & strategie
Structuur Cultuur
Individu (micro)
Medewerker = De natuurlijke persoon die op grond van een overeenkomst van de organisatie
daadwerkelijk werkzaam is in de organisatie.
De natuurlijke persoon (m-v-x) die op grond van een overeenkomst van de instelling daadwerkelijk
werkzaam is in de instelling. (Hiertoe behoren onder anderen alle personen met een
arbeidsovereenkomst, een tijdelijke overeenkomst of een detacheringsovereenkomst, evenals
waarnemers, externe dienstdoenden, uitzendkrachten, coassistenten, stagiaires)
3
Wat is werk en arbeid?
Arbeidsorganisatie; bv een bedrijf of overheidsinstelling = een plaats
waar mensen werken om gezamenlijke doelen te behalen
Arbeidsverhouding; relatie en afspraken tussen werkgeven en
werknemer
Arbeidsmarkt; waar werkgevers en werkzoekenden elkaar
ontmoeten om werk aan te bieden (aanbieders) en te vinden
(vragers).
Kenmerken werk/arbeid:
- Ze voegen waarde toe door dingen te produceren of diensten te leveren.
- Zowel lichamelijk als geestelijk
- In economisch verband = arbeid vrije tijd omzetten in arbeid tegen betaling (loon)
- Arbeid word gedaan onder leiding, gezag en toezicht van werkgever = arbeidsverhouding
- Onbetaald werk (niet onder dwang) voor een derden = vrijwilligerswerk
Werk (belang van werk) Werkloosheid (risico’s van werkloosheid)
Inkomen Financiële onzekerheid
Sociale contacten Isolement
Maatschappelijke aanvaarding Uitsluiting, schuldgevoel, negatief zelfbeeld
Soorten werkloosheid:
- Structurele werkloosheid;
kwalitatief: mensen/competenties: mensen hun vaardigheden/diploma past
niet bij wat WG zoeken = mismatch
kwantitatief: jobs: aantal arbeidsplaatsen is te laag
- Conjuncturele werkloosheid; werkloosheid die ontstaat door tijdelijke dalingen in de
economie. Zorgen voor minimale werkloosheid draagt bij aan goede economie en
maatschappij.
- Frictie werkloosheid; is de korte tijd dat mensen werkloos zijn terwijl ze tussen banen in
zitten of een nieuwe baan zoeken.
- Seizoenswerkloosheid; bv. fruitplukkers hebben meer kans op arbeid tijdens de fruit
seizoenen.
- Volledige en tijdelijke werkloosheid; volledige werklozen hebben geen baan en zijn op zoek
naar een, terwijl tijdelijke werklozen wel een baan hebben maar tijdelijk niet kunnen of
mogen werken vanwege externe factoren.
- Verborgen werkloosheid; gaat over mensen die willen werken maar niet in de officiële
werkloosheidscijfers staan
1
,Arbeidsmarktbeleid (macro)
= Onderdeel van de economische politiek gericht op beïnvloeding van vraag en aanbod op de
arbeidsmarkt. ...
Beleid: het inzetten van middelen om een doel op tijd te bereiken, door een duidelijk plan te volgen.
Verantwoordelijke:
Pierre-Yves Dermange Jo Brouns
Minister economie en werk Vlaams Minister (sociale) economie, werk en landbouw
4 onderdelen arbeidsmarkt beleid
1. Scholing: juiste mensen met juiste opleiding
2. Plaatsing bevorderende maatregelen (loon & subsidies) bv. patronale bijdragen verlagen
zodat 50 plussers makkelijker aan werk geraken
3. Optimale werkgelegenheidsmaatregelen (kwaliteit vd arbeid): goed zorgen voor arbeiders
4. Bijkomende opleidingen & inzetbaarheid: mensen omscholen, zorgen dat mensen vlot aan
de slag kunnen gaan.
Uitdagingen voor de arbeidsmarkt en samenleving
- Financieel-economische crisis; bv. corona-gevolgen, energie crisis, oorlog
- Weinig actieve arbeidsmarkt; bv. vergrijzing
- Een krappe arbeidsmarkt; bv. knelpuntberoepen, mismatch
- Een veranderende arbeidsmarkt;
tertialisering = van landbouw naar diensteneconomie
mondialisering
digitalisering = samenwerken met en vervangen door AI
Organisatie (meso)
= een hulpmiddel om iets te bereiken (afgeleid Griekse ‘organon’=werktuig of middel)
=Groep van mensen die samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Dit doel geeft
richting aan het werk vd leden. Om het doel te bereiken hebben leden niet enkel elkaar nodig maar
ook andere middelen (geld, tijd, gebouw,…)
2
, Werkorganisatie = gezag relatie tussen WG en WN, in ruil voor geleverde arbeid/werk ontvangt de
werknemer een loon
Een organisatiestructuur verwijst naar:
de manier waarop een organisatie is georganiseerd
met duidelijke lijnen van autoriteit, verantwoordelijkheden en
communicatiekanalen.
het bepaalt hoe de taken, functies en rollen binnen de organisatie zijn verdeeld en
worden gecoördineerd
Een organigram toont de interne structuur van een organisatie of bedrijf.
Dit creëert een duidelijke visuele weergave van de hiërarchie en rang van de
verschillende mensen, functies, teams en afdelingen die samen de
organisatie vormen.
Organisatiedoelstelling en -beleid
Cultuur = werksfeer (bv. zakelijk)
OP WELKE WIJZE SAMENWERKEN?
Waarden Cultuur
Organisatiecontext = 3 onderdelen
Missie, visie & strategie
Structuur Cultuur
Individu (micro)
Medewerker = De natuurlijke persoon die op grond van een overeenkomst van de organisatie
daadwerkelijk werkzaam is in de organisatie.
De natuurlijke persoon (m-v-x) die op grond van een overeenkomst van de instelling daadwerkelijk
werkzaam is in de instelling. (Hiertoe behoren onder anderen alle personen met een
arbeidsovereenkomst, een tijdelijke overeenkomst of een detacheringsovereenkomst, evenals
waarnemers, externe dienstdoenden, uitzendkrachten, coassistenten, stagiaires)
3