Fiscale wetgeving: samenvatting
Definitie ‘belasting’:
= geen wettelijke definitie
Een juridische interpretatie: “doet een rechtsband ontstaan tussen
de overheid en de belastingplichtige, waarbij een heffing of prestatie
wordt opgeleverd ten behoeve van een overheid, met als doel in de
openbare uitgaven te voorzien.”
4 elementen
1. rechtsband
= juridische relatie waaruit verplichtingen ontstaan voor belastingplichtige
Dwingend karakter
Eenzijdig opgelegd door overheid
2. tussen ‘overheid’ en ‘belastingplichtige’
Wie is overheid? Wie mag belastingen heffen?
Wie is belastingplichtige? (niet altijd hetzelfde als
belastingschuldige)
Wie mag belastingen heffen?
A. federale staat
= de staat
Heeft meest uitgebreide fiscale bevoegdheid
Wel beperkt door verdragen en eigen wetten
Belangrijkste federale belastingen:
- Btw
- Inkomstenbelastingen: personenbelasting, vennootschapsbelasting,
…
B. regionale overheden
= gemeenschappen en gewesten
= deelstaten
Drie categorieën belastingen:
1. autonome regionale belastingbevoegdheid
2. toegewezen regionale belastingbevoegdheid
3. toegewezen fiscale opbrengst
1. autonome regionale belastingbevoegdheid
= deelstaten hebben volstrekte autonomie binnen hun territorium
Hoofdbestanddelen + bijkomende elementen mogen door deelstaten
bepaald worden
Bv. heffing m.b.t. vaste afvalstoffen: federale overheid kan geen
belastingen heffen op afval
2. toegewezen regionale belastingbevoegdheid
= oneigenlijke regionale belastingen
, Oorspronkelijk ingevoerd door de federale overheid
Maar opbrengst + regelgeving: voor deelstaten
3. heffing of prestatie
= in principe geldsom betalen
4. doel: openbare uitgaven financieren
Bv.
- Gezondheidszorg
- Onderwijs
- Veiligheid
- …
Geen rechtstreekse en individuele tegenprestatie!
Andere overheidsinkomsten
1. retributies
= vergoeding voor geïndividualiseerde dienstverlening vanwege de
overheid
Rechtstreekse tegenprestatie
Bv. huisvuilophaling, tolgeld, …
2. parafiscale inkomsten
= algemene verplichting
Opbrengst niet opgenomen in begroting: niet voor financiering
algemene overheidsuitgaven
Rechtstreeks naar RSZ, gebruikt voor specifieke sociale uitgaven
Bv.
- Pensioen
- Werkloosheiduitkering
- Ziektevergoeding
- …
Functies van de belasting
1. financiële functie
= meest essentiële functie
Belangrijkste bron van inkomsten voor de overheid
2. economische functie
= belastingheffing heeft sterke invloed op de economie:
De prijsvorming: hoge accijnzen
Het spaarwezen: pensioensparen
De consumptie: dalende koopkrach
De investeringen: ondernemingen vestigen zich in het buitenland
De tewerkstelling: aanwerven van bepaalde categorieën
Dus: kan zowel positieve stimulans als ontradend effect zijn
3. sociale functie
Definitie ‘belasting’:
= geen wettelijke definitie
Een juridische interpretatie: “doet een rechtsband ontstaan tussen
de overheid en de belastingplichtige, waarbij een heffing of prestatie
wordt opgeleverd ten behoeve van een overheid, met als doel in de
openbare uitgaven te voorzien.”
4 elementen
1. rechtsband
= juridische relatie waaruit verplichtingen ontstaan voor belastingplichtige
Dwingend karakter
Eenzijdig opgelegd door overheid
2. tussen ‘overheid’ en ‘belastingplichtige’
Wie is overheid? Wie mag belastingen heffen?
Wie is belastingplichtige? (niet altijd hetzelfde als
belastingschuldige)
Wie mag belastingen heffen?
A. federale staat
= de staat
Heeft meest uitgebreide fiscale bevoegdheid
Wel beperkt door verdragen en eigen wetten
Belangrijkste federale belastingen:
- Btw
- Inkomstenbelastingen: personenbelasting, vennootschapsbelasting,
…
B. regionale overheden
= gemeenschappen en gewesten
= deelstaten
Drie categorieën belastingen:
1. autonome regionale belastingbevoegdheid
2. toegewezen regionale belastingbevoegdheid
3. toegewezen fiscale opbrengst
1. autonome regionale belastingbevoegdheid
= deelstaten hebben volstrekte autonomie binnen hun territorium
Hoofdbestanddelen + bijkomende elementen mogen door deelstaten
bepaald worden
Bv. heffing m.b.t. vaste afvalstoffen: federale overheid kan geen
belastingen heffen op afval
2. toegewezen regionale belastingbevoegdheid
= oneigenlijke regionale belastingen
, Oorspronkelijk ingevoerd door de federale overheid
Maar opbrengst + regelgeving: voor deelstaten
3. heffing of prestatie
= in principe geldsom betalen
4. doel: openbare uitgaven financieren
Bv.
- Gezondheidszorg
- Onderwijs
- Veiligheid
- …
Geen rechtstreekse en individuele tegenprestatie!
Andere overheidsinkomsten
1. retributies
= vergoeding voor geïndividualiseerde dienstverlening vanwege de
overheid
Rechtstreekse tegenprestatie
Bv. huisvuilophaling, tolgeld, …
2. parafiscale inkomsten
= algemene verplichting
Opbrengst niet opgenomen in begroting: niet voor financiering
algemene overheidsuitgaven
Rechtstreeks naar RSZ, gebruikt voor specifieke sociale uitgaven
Bv.
- Pensioen
- Werkloosheiduitkering
- Ziektevergoeding
- …
Functies van de belasting
1. financiële functie
= meest essentiële functie
Belangrijkste bron van inkomsten voor de overheid
2. economische functie
= belastingheffing heeft sterke invloed op de economie:
De prijsvorming: hoge accijnzen
Het spaarwezen: pensioensparen
De consumptie: dalende koopkrach
De investeringen: ondernemingen vestigen zich in het buitenland
De tewerkstelling: aanwerven van bepaalde categorieën
Dus: kan zowel positieve stimulans als ontradend effect zijn
3. sociale functie