Cultuurgeschiedenis
Cultuurgeschiedenis
= een speci ek gebied binnen de geschiedschrijving
→ Een samenhangend beeld vd cultuur op een historische periode of evolu e (kunst,
literatuur, poli eke denken, economie, architectuur..)
Architectuur en ruimte
= verband met het individu of zijn / haar maatschappij obv de periode en cultuur
De bebouwde ruimte
vb.: O o Wagner, psychiatrische instelling Am steinhof, 1900
- De modernis sche architectuur toegepast op de psychiatrische instelling
- Construc e vanuit de c e van een kijker die een zo volledig mogelijk overzicht hee
- Composi e = alomva ende blik en op sche transparan e verbergt
➢ Psychiatrie: hygiëne, controle decriminalisering en orde
➢ De pa ënt: geen gevangene of misdadiger = iemand die geholpen wordt
➢ “Gezonde” maatschappij: transparant (niets is verborgen), hygiënisch en
gecontroleerd / geordend
- Ordening is doorgetrokken ih interieur vh gebouw: onderdeel vh normaliseren van een
psychiatrisch centrum
- Onderdeel vh controlerende dat verstopt werd van de buitenwereld werd aan het licht
gebracht: transparant: de kijker controleert
vb.: Paleis van Versailles = de architectuur weerspiegelt de macht en het bezit van de koning
De imaginaire ruimte
vb.: de brieven van Mme de Sévigné = imaginaire ruimte in dezelfde periode als het paleis van
Versailles: de ruimte is terug te vinden als een psychologische uitbreiding van het bewustzijn, de
ervaring en de emo e
vb.: Antoine Wa eau, ‘Les plaisirs du bal’, 1700
- Voorbeeld vd roco schilderkunst waarbij de architectuur (= het c eve gewelf) als
belichaming van kunst, verbeelding en fantasie wordt gebruikt
- Pastoraal landschap ~ pastorale literatuur: literatuur waarin herders en het geïdealiseerde
boeren bestaan een centrale rol spelen
- Perspec efwerking: het gewelf als een symbolische afscheiding
➢ voorplan: het sociale gebeuren van de adel = het bekende
➢ achterplan: wazige, mis ge, pastorale landschap = een sugges e = het onbekende
- De wereld = projec e vd verbeelding: de grenzen vh doek zijn de grenzen van de postarale
verbeelding / het gewelf is een weergave van de verbeelding
,1. Barok (opkomst 16e eeuw)
Context
- 16e + 17e eeuw: ontdekkingsreizen en veel ontwikkelingen in wetenschap, wiskunde,
architectuur, loso e en de kunsten
→ Gevolg = opkomst vh protestan sme en godsdienstoorlogen
➢ Katholieken: de kerk wilde intern en extern hernieuwen
• ‘contrareforma e’ gericht tegen de ‘reforma e’ of protestan sme
➢ Protestanten: Barok is een zaak vd burgerij en dus veel soberder en minder
abundant
• N-Ned: Rembrandt en Hals
• Italië → vroege barok: Carracci en Caravaggio vnl in Rome
→ later: Tintore o en Michelangelo met een dynamische,
abundante en drama sche s jl
• Spanje: Ribera, Zurbarán, Cano en Velázquez met een duistere,
spirituele, mys eke en macabere barok
- Ontwikkeling van het vorstelijk absolu sme: Frankrijk en Spanje
- Ontwikkeling van de burgerlijke cultuur: Noordelijke Nederlanden
➢ Deze bepalen de kunst: fungeert als een ideologisch middel: als propaganda voor
het christelijk geloof
Kenmerken
- Spelen met de illusie staat centraal
➢ Geen zekerheid dat onze ervaring correspondeert met de objec eve realiteit: de
wereld rondom als zekerheid of een bedrog door onze zintuigen?
➢ De ruimte als ervaringsuimten een verbeelde ruimte en een psychologische ruimte
➢ Staat centraal ih theater en de schilderkunst
- Sterke natuurgetrouwheid
- Vastleggen vh drama sche moment of de sugges e van wat gaat komen door verbeelding en
inleving te prikkelen
- Licht-schaduwcontrast
- Theatrale vers lling vs. dynamiek
Begrippen
- Tromp-l’oeil (= ‘bedrieg het oog’)
➢ illusie van 3D objecten of ruimte door een realis sche en gedetailleerde manier van
schilderen = een ‘net echt’ e ect
➢ realis sche overtuigingskracht vd schildertechniek werd gebruikt in de strijd voor
de religieuze zaak of als moreel voorbeeld
➢ onzekerheid van de wereld: de wereld van verbeelding en vd subjec eve
(= persoonlijke, psychologische) ervaring
- Chiaroscuro = contrast tussen licht en donker
Literatuur en theater jdens de barok
Thema’s
1. De overtuiging bestaat dat de mens wordt geregeerd door (blinde) passies → een obsessie tot
zel ennis en zelfcontrole
- Kan ik mezelf echt wel "zien", heb ik wel een eigen "iden teit"? “Wie ben ik?" "Een man
zonder naam”, zegt Don Juan in ‘De verleider van Sevilla’ (El burlador de Sevilla), een toneelstuk
van Tirso de Molina
, 2. Op de barokke scène is niets wat het lijkt (een grote trompe-l’oeil)
- Alles en iedereen is ambigu, vermomd of monsterlijk
- Wat natuurlijk lijkt is tegelijk ar cieel/ar s ek
- Als alles slechts schijn is, dan is de wereld een droom en het leven is niet meer reëel dan een
droom.
‘La vida es sueño’, Pedro Calderón de la Barca, 1600-1681
- Rela e illusie en realiteit
- De geldigheid van kennis van de wereld: de mogelijkheid om iets anders te ontdekken
- De eigen subjec eve ervaring en het bestaan van een externe en echte realiteit worden in de
vraag gesteld
: Is er iets buiten een droom?
: Kunnen we droom en realiteit onderscheiden?
: Vindt het individu zich niet slechts weerspiegeld in schijnbeelden, illusies en trompe l’oeil
e ecten zoals blijkt in het verhaal vh stuk van Poolse prins, Segismundo?
Quote: ‘‘Wat is het leven? Een hartstocht. Wat is het leven? Een illusie,
een schaduw, een c e, en het hoogste goed is slechts klein, want heel het leven is slechts
een droom, en dromen zijn niets dan dromen.’’
➔ Exemplarisch voor de barok cultuur = de uitdaging: omgaan met de realiteit die aanvoelt als
iets illusbaar
Schilderkunst
Caravaggio, Narcissus, 1597-1599 → Chiaroscuro
- Ingehouden beweging: perfecte spankracht tussen dynamiek en psychologische xa e van
Narcissus die opgaat in zijn eigen spiegelbeeld
- Va en vh meest drama sche moment: het moment dat staat te gebeuren = Narcissus die zal
verdrinken in zijn eigen spiegelbeeld, volgens een bepaalde versie van de mythe
Peter Paul Rubens, De kruisiging, 1610-1611 → exuberante s jl: niet ingetogen, maar bewegelijk
- De verhalen worden afgebeeld op sugges eve momenten: prikkelen vd verbeelding, gericht
op overtuigen
- Dynamiek: gebruik van diagonalen bij zijn lichaam, geaccentueerd door chiaroscuro
(overbelich ng op lichaam van christus)
- Versterkte voorstelling: gelaatsuitdrukkingen, overdreven musculatuur, het precieze moment
dat wordt voorgesteld nl. de oprich ng vh kruis en de dynamiek van de kruisafneming
- Drama ek van de guren: theatraliteit, musculatuur, gelaatsuitdrukkingen, keuze van
sugges eve momenten
Cultuurgeschiedenis
= een speci ek gebied binnen de geschiedschrijving
→ Een samenhangend beeld vd cultuur op een historische periode of evolu e (kunst,
literatuur, poli eke denken, economie, architectuur..)
Architectuur en ruimte
= verband met het individu of zijn / haar maatschappij obv de periode en cultuur
De bebouwde ruimte
vb.: O o Wagner, psychiatrische instelling Am steinhof, 1900
- De modernis sche architectuur toegepast op de psychiatrische instelling
- Construc e vanuit de c e van een kijker die een zo volledig mogelijk overzicht hee
- Composi e = alomva ende blik en op sche transparan e verbergt
➢ Psychiatrie: hygiëne, controle decriminalisering en orde
➢ De pa ënt: geen gevangene of misdadiger = iemand die geholpen wordt
➢ “Gezonde” maatschappij: transparant (niets is verborgen), hygiënisch en
gecontroleerd / geordend
- Ordening is doorgetrokken ih interieur vh gebouw: onderdeel vh normaliseren van een
psychiatrisch centrum
- Onderdeel vh controlerende dat verstopt werd van de buitenwereld werd aan het licht
gebracht: transparant: de kijker controleert
vb.: Paleis van Versailles = de architectuur weerspiegelt de macht en het bezit van de koning
De imaginaire ruimte
vb.: de brieven van Mme de Sévigné = imaginaire ruimte in dezelfde periode als het paleis van
Versailles: de ruimte is terug te vinden als een psychologische uitbreiding van het bewustzijn, de
ervaring en de emo e
vb.: Antoine Wa eau, ‘Les plaisirs du bal’, 1700
- Voorbeeld vd roco schilderkunst waarbij de architectuur (= het c eve gewelf) als
belichaming van kunst, verbeelding en fantasie wordt gebruikt
- Pastoraal landschap ~ pastorale literatuur: literatuur waarin herders en het geïdealiseerde
boeren bestaan een centrale rol spelen
- Perspec efwerking: het gewelf als een symbolische afscheiding
➢ voorplan: het sociale gebeuren van de adel = het bekende
➢ achterplan: wazige, mis ge, pastorale landschap = een sugges e = het onbekende
- De wereld = projec e vd verbeelding: de grenzen vh doek zijn de grenzen van de postarale
verbeelding / het gewelf is een weergave van de verbeelding
,1. Barok (opkomst 16e eeuw)
Context
- 16e + 17e eeuw: ontdekkingsreizen en veel ontwikkelingen in wetenschap, wiskunde,
architectuur, loso e en de kunsten
→ Gevolg = opkomst vh protestan sme en godsdienstoorlogen
➢ Katholieken: de kerk wilde intern en extern hernieuwen
• ‘contrareforma e’ gericht tegen de ‘reforma e’ of protestan sme
➢ Protestanten: Barok is een zaak vd burgerij en dus veel soberder en minder
abundant
• N-Ned: Rembrandt en Hals
• Italië → vroege barok: Carracci en Caravaggio vnl in Rome
→ later: Tintore o en Michelangelo met een dynamische,
abundante en drama sche s jl
• Spanje: Ribera, Zurbarán, Cano en Velázquez met een duistere,
spirituele, mys eke en macabere barok
- Ontwikkeling van het vorstelijk absolu sme: Frankrijk en Spanje
- Ontwikkeling van de burgerlijke cultuur: Noordelijke Nederlanden
➢ Deze bepalen de kunst: fungeert als een ideologisch middel: als propaganda voor
het christelijk geloof
Kenmerken
- Spelen met de illusie staat centraal
➢ Geen zekerheid dat onze ervaring correspondeert met de objec eve realiteit: de
wereld rondom als zekerheid of een bedrog door onze zintuigen?
➢ De ruimte als ervaringsuimten een verbeelde ruimte en een psychologische ruimte
➢ Staat centraal ih theater en de schilderkunst
- Sterke natuurgetrouwheid
- Vastleggen vh drama sche moment of de sugges e van wat gaat komen door verbeelding en
inleving te prikkelen
- Licht-schaduwcontrast
- Theatrale vers lling vs. dynamiek
Begrippen
- Tromp-l’oeil (= ‘bedrieg het oog’)
➢ illusie van 3D objecten of ruimte door een realis sche en gedetailleerde manier van
schilderen = een ‘net echt’ e ect
➢ realis sche overtuigingskracht vd schildertechniek werd gebruikt in de strijd voor
de religieuze zaak of als moreel voorbeeld
➢ onzekerheid van de wereld: de wereld van verbeelding en vd subjec eve
(= persoonlijke, psychologische) ervaring
- Chiaroscuro = contrast tussen licht en donker
Literatuur en theater jdens de barok
Thema’s
1. De overtuiging bestaat dat de mens wordt geregeerd door (blinde) passies → een obsessie tot
zel ennis en zelfcontrole
- Kan ik mezelf echt wel "zien", heb ik wel een eigen "iden teit"? “Wie ben ik?" "Een man
zonder naam”, zegt Don Juan in ‘De verleider van Sevilla’ (El burlador de Sevilla), een toneelstuk
van Tirso de Molina
, 2. Op de barokke scène is niets wat het lijkt (een grote trompe-l’oeil)
- Alles en iedereen is ambigu, vermomd of monsterlijk
- Wat natuurlijk lijkt is tegelijk ar cieel/ar s ek
- Als alles slechts schijn is, dan is de wereld een droom en het leven is niet meer reëel dan een
droom.
‘La vida es sueño’, Pedro Calderón de la Barca, 1600-1681
- Rela e illusie en realiteit
- De geldigheid van kennis van de wereld: de mogelijkheid om iets anders te ontdekken
- De eigen subjec eve ervaring en het bestaan van een externe en echte realiteit worden in de
vraag gesteld
: Is er iets buiten een droom?
: Kunnen we droom en realiteit onderscheiden?
: Vindt het individu zich niet slechts weerspiegeld in schijnbeelden, illusies en trompe l’oeil
e ecten zoals blijkt in het verhaal vh stuk van Poolse prins, Segismundo?
Quote: ‘‘Wat is het leven? Een hartstocht. Wat is het leven? Een illusie,
een schaduw, een c e, en het hoogste goed is slechts klein, want heel het leven is slechts
een droom, en dromen zijn niets dan dromen.’’
➔ Exemplarisch voor de barok cultuur = de uitdaging: omgaan met de realiteit die aanvoelt als
iets illusbaar
Schilderkunst
Caravaggio, Narcissus, 1597-1599 → Chiaroscuro
- Ingehouden beweging: perfecte spankracht tussen dynamiek en psychologische xa e van
Narcissus die opgaat in zijn eigen spiegelbeeld
- Va en vh meest drama sche moment: het moment dat staat te gebeuren = Narcissus die zal
verdrinken in zijn eigen spiegelbeeld, volgens een bepaalde versie van de mythe
Peter Paul Rubens, De kruisiging, 1610-1611 → exuberante s jl: niet ingetogen, maar bewegelijk
- De verhalen worden afgebeeld op sugges eve momenten: prikkelen vd verbeelding, gericht
op overtuigen
- Dynamiek: gebruik van diagonalen bij zijn lichaam, geaccentueerd door chiaroscuro
(overbelich ng op lichaam van christus)
- Versterkte voorstelling: gelaatsuitdrukkingen, overdreven musculatuur, het precieze moment
dat wordt voorgesteld nl. de oprich ng vh kruis en de dynamiek van de kruisafneming
- Drama ek van de guren: theatraliteit, musculatuur, gelaatsuitdrukkingen, keuze van
sugges eve momenten