Sociaal Recht 2
H1: Socialezekerheidsrecht
1. Wat is sociale zekerheid?
2. Geschiedenis van de Belgische sociale zekerheid
3. In het nieuws
4. Enkele kenmerken
5. Stelsels van sociale zekerheid
6. Structuur van de sociale zekerheid
7. Onderwerping aan de sociale zekerheid
8. Financiering van de sociale zekerheid
9. Verplichtingen van de werkgever
10. Kruispuntbank van de sociale zekerheid
11. Handvest van de sociaal verzekerde
12. E-government in de sociale zekerheid
13. Statistieken
14. Sociale zekerheid in internationaal perspectief
H2: RSZ-bijdragen en loonberekening
1. Sociale bijdragen
2. Bedrijfsvoorheffing
3. Loonbegrip
4. Looncomponenten
5. Loonberekening
6. Voorbeelden loonfiche
7. Oefeningen
H3: Ziekte- en invaliditeitsverzekering
1. Geneeskundige verzorging
2. Arbeidsongeschiktheid
3. Moederschapsverzekering
4. Begeleide werkhervatting tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid
5. Re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers
6. Weigering of vermindering van de uitkeringen
7. Verjaring, terugvordering en geschillen
H4: Pensioenen en (aanvullende pensioenen)
1. Inleiding
2. Rustpensioen voor werknemers
3. Overlevingspensioen voor werknemers
4. Gevangenschap en aanverwanten
5. Toekomstperspectief
,H1: Socialezekerheidsrecht
Afkortingenlijst:
RSVZ = Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen
RSZ = Rijksdienst voor sociale zekerheid
ZIV = ziekte- en invaliditeitsverzekering
1. Wat is sociale zekerheid?
= geheel van maatregelen en instellingen die aan elke burger voldoende
bestaansmiddelen waarborgen wanneer zijn bestaanszekerheid wordt bedreigd ten
gevolge van bepaalde risico’s.
(niet vanbuiten kennen, wel weten wat het is)
Traditioneel: 7 takken
• Ziekte- en invaliditeitsverzekering
• Arbeidsongevallenverzekering
• Beroepsziekteverzekering
• Werkloosheid
• Gezinsbijslag
• Rust- en overlevingspensioen
• Jaarlijkse vakantie
Daarnaast: sociale bijstand (residuaire regelingen)
Je hebt pas recht op sociale bijstand als je alle rechten in de sociale zekerheid
hebt uitgeput.
• Maatschappelijke integratie en dienstverlening
• Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
• Vlaamse sociale bescherming
• Tegemoetkomingen aan mensen met een beperking
Sociale risico’s kunnen de bestaanszekerheid van de burger aantasten door:
➢ Het inkomen te verminderen
→ sociale zekerheid vangt inkomensverlies op
➢ De uitgaven te vermeerderen
→ sociale zekerheid zal deze kosten (gedeeltelijk) opvangen of terugbetalen
2. Geschiedenis van de Belgische sociale zekerheid
Middeleeuwen:
- Standenmaatschappij
- Armoede = straf van God
→ wordt niet gezien als sociaal probleem
1
,- Oplossingen:
Liefdadigheid
Steun van de familie
Gilden
belangenorganisatie van en voor een persoon met hetzelfde beroep
vorm van sociale zekerheid: bij werkloosheid en bij overlijden (zorgen
voor weduwen en wezen)
Midden 19e eeuw:
- voedselcrisis
- stijgende voedselprijzen
- teloorgang huisnijverheid door opkomst fabrieken (overschot aanbod arbeiders)
Industriële revolutie:
- ontstaan eerste vakbonden
- ontwikkeling socialisme
- Karl Marx en Friedrich Engels organiseerden vanuit Brussel een netwerk van
arbeidsorganisaties die leidde tot de Eerste Internationale
Coalitieverbod 1791-1866 ➔ verbod om je te verenigen
→ MAAR! Maatschappijen van onderlinge bijstand worden gedoogd (omwille van veel
armoede)
1842: eerste vakbond ALCIT (vereniging van typografen in Brussel)
1857:
➢ Broederlijke Maatschappij der Wevers
➢ Maatschappij der Noodlijdende Broeders (spinners)
Vanaf 1886:
- Eerste sociale maatregelen na grote sociale onrust
- WG’s moeten verplicht hun WN’s in geld uitbetalen
1890: eerste werklozenklassen
1901: Ghent system
1903: wet op de arbeidsongevallen
1925: verplicht pensioensysteem voor arbeiders en bedienden uit de privésector
1930: wet op de kinderbijslag
1944:
- Henri Fuss – sociale zekerheid is een noodzakelijke basis voor vrede op lange
termijn.
- Ontwerp van Overeenkomst tot Sociale Solidariteit
Vrucht van geheim overleg tussen WG’s en WN’s met het oog op
uitwisselen van ideeën om het economisch en sociaal leven na de oorlog
terug op gang te krijgen
2
, Systeem van verplichte sociale verzekeringen voor alle WN’s
5 sectoren:
Rust- en overlevingspensioenen
ZIV
Werkloosheid
Gezinsbijslagen
Jaarlijkse vakantie
Inning bijdragen door nationaal repartitiefonds (latere RSZ)
→ globale bijdrage van 23,5% van het loon (8% van WN en 15,5% van WG)
Optrekken van uitkeringen tot ‘redelijk’ niveau
Bij arbeidsongeschiktheid: 60% van het loon, verminderd tot 50% na 1j
Gezondheidszorgen werden uitgebreid tot gezinsleden
Pensioenen werden opgetrokken tot 50% van het gemiddeld loon
Tijdens het Ardennenoffensief wordt de ‘Besluitwet op de sociale
zekerheid’ ondertekend (1944)
Naoorlogse periode:
- Verandering visie op de taak van de sociale zekerheid: van bestrijding armoede
naar behoud welvaartsniveau
- Sociale uitkeringen wijzigen van éénzelfde bedrag voor iedereen naar percentage
van het eigen loon
- Pensioenstelsel
Van kapitalisatie naar repartitie
75% van het gemiddelde loon voor gezinshoofden – 60% voor de anderen
- ZIV: afspraken over tarieven van artsen
Geconventioneerd & niet-geconventioneerd (vragen wat ze willen)
- Ontstaan sociale zekerheid voor zelfstandigen
- 1949: toelage voor ‘moeder aan de haard’ (afgeschaft in 1957)
- 1952: algemene koppeling van de lonen en uitkeringen aan de
consumptieprijsindex
- 1974:
Wet op het bestaansminimum
Invoering brugpensioen
- 1994:
Invoering art. 23 GW (sociale grondrechten)
Invoering Bijzondere Bijdrage voor de Sociale Zekerheid (BBSZ)
- 2012: degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen
Niveau van het loonplafond daalt
Niveau van het percentage daalt
- 2015-2019: tax shift
- 2016: invoering re-integratietraject
- 2023: pensioenhervorming? …
3. In het nieuws
3
H1: Socialezekerheidsrecht
1. Wat is sociale zekerheid?
2. Geschiedenis van de Belgische sociale zekerheid
3. In het nieuws
4. Enkele kenmerken
5. Stelsels van sociale zekerheid
6. Structuur van de sociale zekerheid
7. Onderwerping aan de sociale zekerheid
8. Financiering van de sociale zekerheid
9. Verplichtingen van de werkgever
10. Kruispuntbank van de sociale zekerheid
11. Handvest van de sociaal verzekerde
12. E-government in de sociale zekerheid
13. Statistieken
14. Sociale zekerheid in internationaal perspectief
H2: RSZ-bijdragen en loonberekening
1. Sociale bijdragen
2. Bedrijfsvoorheffing
3. Loonbegrip
4. Looncomponenten
5. Loonberekening
6. Voorbeelden loonfiche
7. Oefeningen
H3: Ziekte- en invaliditeitsverzekering
1. Geneeskundige verzorging
2. Arbeidsongeschiktheid
3. Moederschapsverzekering
4. Begeleide werkhervatting tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid
5. Re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers
6. Weigering of vermindering van de uitkeringen
7. Verjaring, terugvordering en geschillen
H4: Pensioenen en (aanvullende pensioenen)
1. Inleiding
2. Rustpensioen voor werknemers
3. Overlevingspensioen voor werknemers
4. Gevangenschap en aanverwanten
5. Toekomstperspectief
,H1: Socialezekerheidsrecht
Afkortingenlijst:
RSVZ = Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen
RSZ = Rijksdienst voor sociale zekerheid
ZIV = ziekte- en invaliditeitsverzekering
1. Wat is sociale zekerheid?
= geheel van maatregelen en instellingen die aan elke burger voldoende
bestaansmiddelen waarborgen wanneer zijn bestaanszekerheid wordt bedreigd ten
gevolge van bepaalde risico’s.
(niet vanbuiten kennen, wel weten wat het is)
Traditioneel: 7 takken
• Ziekte- en invaliditeitsverzekering
• Arbeidsongevallenverzekering
• Beroepsziekteverzekering
• Werkloosheid
• Gezinsbijslag
• Rust- en overlevingspensioen
• Jaarlijkse vakantie
Daarnaast: sociale bijstand (residuaire regelingen)
Je hebt pas recht op sociale bijstand als je alle rechten in de sociale zekerheid
hebt uitgeput.
• Maatschappelijke integratie en dienstverlening
• Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
• Vlaamse sociale bescherming
• Tegemoetkomingen aan mensen met een beperking
Sociale risico’s kunnen de bestaanszekerheid van de burger aantasten door:
➢ Het inkomen te verminderen
→ sociale zekerheid vangt inkomensverlies op
➢ De uitgaven te vermeerderen
→ sociale zekerheid zal deze kosten (gedeeltelijk) opvangen of terugbetalen
2. Geschiedenis van de Belgische sociale zekerheid
Middeleeuwen:
- Standenmaatschappij
- Armoede = straf van God
→ wordt niet gezien als sociaal probleem
1
,- Oplossingen:
Liefdadigheid
Steun van de familie
Gilden
belangenorganisatie van en voor een persoon met hetzelfde beroep
vorm van sociale zekerheid: bij werkloosheid en bij overlijden (zorgen
voor weduwen en wezen)
Midden 19e eeuw:
- voedselcrisis
- stijgende voedselprijzen
- teloorgang huisnijverheid door opkomst fabrieken (overschot aanbod arbeiders)
Industriële revolutie:
- ontstaan eerste vakbonden
- ontwikkeling socialisme
- Karl Marx en Friedrich Engels organiseerden vanuit Brussel een netwerk van
arbeidsorganisaties die leidde tot de Eerste Internationale
Coalitieverbod 1791-1866 ➔ verbod om je te verenigen
→ MAAR! Maatschappijen van onderlinge bijstand worden gedoogd (omwille van veel
armoede)
1842: eerste vakbond ALCIT (vereniging van typografen in Brussel)
1857:
➢ Broederlijke Maatschappij der Wevers
➢ Maatschappij der Noodlijdende Broeders (spinners)
Vanaf 1886:
- Eerste sociale maatregelen na grote sociale onrust
- WG’s moeten verplicht hun WN’s in geld uitbetalen
1890: eerste werklozenklassen
1901: Ghent system
1903: wet op de arbeidsongevallen
1925: verplicht pensioensysteem voor arbeiders en bedienden uit de privésector
1930: wet op de kinderbijslag
1944:
- Henri Fuss – sociale zekerheid is een noodzakelijke basis voor vrede op lange
termijn.
- Ontwerp van Overeenkomst tot Sociale Solidariteit
Vrucht van geheim overleg tussen WG’s en WN’s met het oog op
uitwisselen van ideeën om het economisch en sociaal leven na de oorlog
terug op gang te krijgen
2
, Systeem van verplichte sociale verzekeringen voor alle WN’s
5 sectoren:
Rust- en overlevingspensioenen
ZIV
Werkloosheid
Gezinsbijslagen
Jaarlijkse vakantie
Inning bijdragen door nationaal repartitiefonds (latere RSZ)
→ globale bijdrage van 23,5% van het loon (8% van WN en 15,5% van WG)
Optrekken van uitkeringen tot ‘redelijk’ niveau
Bij arbeidsongeschiktheid: 60% van het loon, verminderd tot 50% na 1j
Gezondheidszorgen werden uitgebreid tot gezinsleden
Pensioenen werden opgetrokken tot 50% van het gemiddeld loon
Tijdens het Ardennenoffensief wordt de ‘Besluitwet op de sociale
zekerheid’ ondertekend (1944)
Naoorlogse periode:
- Verandering visie op de taak van de sociale zekerheid: van bestrijding armoede
naar behoud welvaartsniveau
- Sociale uitkeringen wijzigen van éénzelfde bedrag voor iedereen naar percentage
van het eigen loon
- Pensioenstelsel
Van kapitalisatie naar repartitie
75% van het gemiddelde loon voor gezinshoofden – 60% voor de anderen
- ZIV: afspraken over tarieven van artsen
Geconventioneerd & niet-geconventioneerd (vragen wat ze willen)
- Ontstaan sociale zekerheid voor zelfstandigen
- 1949: toelage voor ‘moeder aan de haard’ (afgeschaft in 1957)
- 1952: algemene koppeling van de lonen en uitkeringen aan de
consumptieprijsindex
- 1974:
Wet op het bestaansminimum
Invoering brugpensioen
- 1994:
Invoering art. 23 GW (sociale grondrechten)
Invoering Bijzondere Bijdrage voor de Sociale Zekerheid (BBSZ)
- 2012: degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen
Niveau van het loonplafond daalt
Niveau van het percentage daalt
- 2015-2019: tax shift
- 2016: invoering re-integratietraject
- 2023: pensioenhervorming? …
3. In het nieuws
3